Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe denken jongeren er zelf over

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe denken jongeren er zelf over

In gesprek met jongeren over jongerencultuur

8 minuten leestijd

In het vorige nummer van Daniël schreef de heer Mauritz een artikel over jongerencultuur. Zijn kerkelijke jongeren anders dan hun ouders, vroeg hij zich af. In een beschrijvend artikel worden grote lijnen aangegeven. Maar hoe denken die jongeren daar zelf over? Welke nuances willen zij aanbrengen? Naar aanleiding van het artikel interviewden wij een aantal jongeren uit verschillende delen van het land. We spraken onder andere over refocultuur, beeldcultuur, materialisme en de plaats van Gods Woord in ons leven. Lees de reacties, leg het artikel 'Het gaat erom wie je bent' uit het vorige nummer er naast en vergelijk. Misschien een idee voor bespreking op een verenigingsavond? De redactie stelt reacties van jongeren op prijs. Misschien geven ze aanleiding voor een derde artikel.

We spraken met Wim Roepert (18) uit Ridderkerk, Peter Smits (18) uit Barendrecht, Lydia de Witte (18) uit Boskoop, Marijke de Witte uit 's-Gravenpolder die we spraken in Rotterdam en Patrick, Leonie en Martine uit Apeldoorn.

Hoe ziet de huidige jeugdcultuur er eigenlijk uit vroegen we. Er blijken veel verschillende stromingen onder de jongeren te zijn. Wat de meeste jongeren echter gemeen hebben, is dat ze zich graag willen bewijzen en hun identiteit vaak in een groep zoeken.

Peter: "Je wilt graag ergens bij horen." Daarnaast heerst er een soort cultus, waarin uiterlijk, kleding en vakantie heel belangrijk zijn. Anderen zoeken het in een bepaalde levensovertuiging: natuurgodsdienst, New Age, enzovoort. "Jongeren denken niet alleen zakelijk en economisch. Gezondheid en vooral uitgaan zijn, naast carrière, veel belangrijker!"

 

Doel

Jongeren ervaren duidelijk verschil met de cultuur waarin zij zijn opgegroeid. "We mogen rustiger en met meer houvast leven dan 'wereldse' jongeren. Als het goed is, hebben wij een basis en een doel in ons leven. Dat doel is een persoonlijke relatie met God, waarin bekering en geloof een grote plaats innemen. Dan is er een vaste zekerheid, waardoor ook het lijden een plaats kan krijgen."

Kenmerkend vindt Peter ook het taalgebruik dat jongeren hanteren: "Het taalgebruik is toch anders. In een niet-christelijke omgeving valt mij telkens op dat er zoveel gevloekt wordt en het taalgebruik zo ruw is."

Een ander punt is dat kerkelijke jongeren in het algemeen meer hechten aan normen en waarden.

"Jongeren zijn ook meer aanspreekbaar op bepaalde normen en waarden. Bijvoorbeeld: opstaan voor ouderen in de bus doe je gewoon. Zulke zaken worden steeds minder vanzelfsprekend", vindt Wim.

 

Refocultuur

Aan het woord 'refocultuur' hebben sommige jongeren een vreselijke hekel.

Martine: "Ik vind het te beperkt. Vaak wordt het niet eens meer gecombineerd met christen-zijn. Ik moet dan denken aan een exclusief, wereldvreemd groepje dat zich slechts kenmerkt door uiterlijke dingen. Een soort farizeeër-idee. We mogen als christenen juist onderdeel uitmaken van een veel grotere groep christenen, in binnen-en buitenland."

De christelijke cultuur waarbinnen zij opgegroeid zijn waarderen de jongeren heel erg.

Patrick: "Ik kan er goed mee uit de voeten en loop niet tegen dingen aan waar ik geen raad mee weet. Ik ben blij dat ik christelijk opgevoed ben. Daartegenover is de cultuur waarin veel jongeren opgroeien zo leeg. Ten diepste heb je geen identiteit als je Hem niet kent."

Martine: "Je krijgt ook duidelijk een boodschap mee, datgene waar het om gaat. Dat gebeurt niet op een wereldvreemde manier, maar juist heel realistisch."

 

Daden

Als christenjongere in de wereld staan is niet altijd makkelijk. Allemaal vinden ze het belangrijk dat je uitkomt voor waar je voor staat. "Geef duidelijk je mening, leg uit waarom je vindt dat iets wel of 1niet kan, maar dring niets op. Dat werkt alleen maar negatief. Daden zijn veel belangrijker." Marijke: "Je moet er ook voor waken dat het niet overkomt alsof jij als jongere in een soort 'mag-niet-cultuur' opgroeit. Zo van: je moet naar de kerk en verder mag er eigenlijk niets. Het gaat er niet om dat iets niet mag, maar omdat je het niet wilt, omdat Gods Woord je het zo leert."

Martine: "Je moet het goede van het christendom laten zien; er door je daden getuigenis van geven. Ik let erop dat ik accuraat, attent en eerlijk ben en ga bijvoorbeeld op bezoek bij die zieke collega. Zo kun je laten zien wat christen zijn betekent."

 

Maatschappij

Wim: "Als ik soms keuzes moet maken, voel ik pas later dat het niet goed is. Maar door je vrienden word je dan meegetrokken."

De jongeren zijn het erover eens dat vrienden veel invloed hebben. Zeker in de maatschappij waarin zij opgroeien. Toch vinden ze niet per se dat de tijd waarin zij opgroeien moeilijker is dan die van hun ouders.

Lydia: "Mijn ouders konden bijvoorbeeld niet naar een reformatorische school en nu wordt er vanuit de kerk ook veel meer voor jongeren georganiseerd dan vroeger."

Hoewel in Zeeland veel christelijke mensen wonen, vindt Marijke dat het in de stad vaak makkelijker is om als christenjongere je weg te gaan. dan in een dorp. "In Zeeland wordt er veel meer op je gelet dan in de stad. In Rotterdam let men helemaal niet op je uiterlijk." Ook Lydia is dat opgevallen: "Op het platteland val je veel meer op. Je wordt bij ons veel eerder nagekeken of zelfs uitgescholden als je bijvoorbeeld in een rok naar school fietst dan in de stad."

Marijke ziet nog een verschil tussen het westen en Zeeland. De invloed van de groep op de reformatorische jongeren is in Zeeland groter dan in het westen. "De jongens lopen er in het westen netter bij dan bij ons in Zeeland. Ik zie de jongens bij ons nog niet met een pak aan naar de kerk komen. Hier in het westen word je er minder op aangekeken hoe je je kleedt dan bij ons. De sociale controle is gewoon groter."

 

Echt

Christen zijn geldt niet alleen voor de zondag. Het hoort je hele leven te doortrekken. Toch is het gevaar aanwezig dat je je anders gedraagt en anders bent als je in een andere cultuur bent.

Leonie: "Ik heb vroeger wel meegedaan met uitgaan, blowen, enzovoort. Toen was ik op school en in mijn vrije tijd anders dan thuis. Nu doe ik dat niet meer."

Martine: "In principe doe ik geen andere dingen. Ik ben wel eens mee geweest naar een nieuwjaarsfeestje van mijn werk, maar ik voelde me er zo leeg dat ik er later geen behoefte aan had mee 'uit' te gaan. Het is goed om te weten wat het is, want het zet je tot nadenken. Ook merk ik dat bijvoorbeeld vriendschappen met andersdenkenden oppervlakkiger blijven en dat de gesprekken anders zijn. Dat gaat niet bewust; omdat je daarvoor kiest, maar omdat je op een andere golflengte zit."

Patrick: "Ik blijf mezelf, maar pas wel een bepaalde reserve toe als ik met niet-christelijke jongeren omga. Ik trek niet direct mijn mond open, maar luister eerst."

 

Materialisme

Op de vraag of zij beïnvloed zijn door de beeldcultuur antwoorden de jongeren ontkennend. Het materialisme gaat hen echter niet voorbij.

Martine: "Ik vind dat we best materialistisch zijn. We hebben het heel goed en er is ook zoveel aanbod. Je voelt de zuiging ervan. Dat is best een gevaar. Hoewel je weet dat je er niet gelukkig mee wordt, ga je er toch snel in mee. Je zorgt vaak eerst voor jezelf en dan denk je pas aan een ander. Na bijvoorbeeld een ramp of een overlijden besef je ineens dat de waarde van geld heel relatief is. Zou je niet minder egoïstisch en materialistisch zijn als je de Heere echt kent?"

 

Kiezen

Leonie geeft echter aan dat je in de praktijk zo weinig nadenkt over de vraag wat God wil.

Patrick: "Juist hierin is het gebed zo belangrijk."

Martine: "Dat besef je soms niet eens. Je maakt het zelf wel uit en doet wat jou goed lijkt. Als je toch bidt of de Bijbel leest, verwacht je eigenlijk niet eens dat God zal spreken."

Patrick: "Het is goed de Heere ook in de kleine dingen te kennen. Dat heb ik voor mezelf ook ervaren. Hoe kleiner de dingen waar je om gaat bidden, hoe groter God wordt."

 

Openheid

Spreken jongeren opener over geestelijke zaken dan ouderen? Leonie vindt van wel. "Ik vind dat wij veel opener zijn. Mijn ouders vinden het moeilijk om over hun geloof te praten. Wij beginnen er makkelijker over."

De anderen herkennen dat ten dele. "In het algemeen praat ik makkelijker met jongeren, omdat zij je aanvoelen. Toch gebeurt het wel dat bij catechisatie niemand zich bloot durft te geven, terwijl met de preekbespreking juist de ouderen heel vrijuit spraken. De mate van openheid hangt denk ik samen met de situatie, maar ook met je karakter en hoe ouderen zich opstellen."

Peter vindt dat je eerder over ethische zaken praat waarbij je vanuit Gods Woord er probeert achter te komen hoe je houding hoort te zijn. "Voor echt persoonlijke vragen over je verhouding met de Heere praat ik eigenlijk alleen met m'n vriendin of iemand die heel dicht bij me staat. In mijn omgeving ken ik mensen die de Heere vrezen, daar ga ik dan eerder naartoe".

Het valt Lydia op dat op kampen vaak over deze zaken gesproken wordt: "Dan leer je elkaar echt goed kennen en kom je vaak zomaar spontaan tot heel goede gesprekken."

 

Rampen

De jongeren zijn allemaal onder de indruk van de ramp in Amerika. Zulke rampen stemmen je tot nadenken. Dan komt een gesprek in de klas over het ene nodige soms spontaan op gang.

Wim vindt dat de aanval op de Verenigde Staten je tot nadenken dwingt: "Het zijn tekenen van de eindtijd. In de Bijbel staat dat er oorlogen en aardbevingen enzovoort zullen zijn. Daar word je nu weer heel duidelijk op gewezen."

Peter: "We gaan vaak zo op in onze studie, verkering, werk en opleiding. Zo'n ramp, waar duizenden mensen bij zijn omkomen, heeft ons wat te zeggen. Je vraagt je dan ineens weer af waarvoor je leeft. Je hele leven komt dan in ander licht te staan."

De jongeren zijn het er allemaal over eens: dit zijn roepstemmen van de Heere. Ook wij moeten bereid zijn om Hem te ontmoeten. Of je nu jong bent of oud, altijd geldt: Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen (Lukas 12: 40).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 2001

Daniel | 32 Pagina's

Hoe denken jongeren er zelf over

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 2001

Daniel | 32 Pagina's