Als ik in een andere gemeente ga preken, moet ik altijd het vliegtuig pakken
In gesprek met ds. P. van Ruitenburg
Velen van jullie zijn wel eens over de Nederlandse grens geweest, sommigen misschien zelfs overzee. Meestal in verband met vakantie, opleiding of werk. Na een paar dagen of weken is het weer voorbij en begint het gewone Nederlandse leven weer. Toch is dat niet bij iedereen zo. Ds. P. van Ruitenburg vertrok in december 1996 naar Chilliwack (Canada). Inmiddels zijn er alweer vijf jaar voorbij. Hoe is het om predikant te zijn in een totaal ander land met een andere taal en een andere cultuur? Verschillen Nederlandse jongeren van Canadese (emigranten)jongeren? Hebben Canadese christen-jongeren het gemakkelijker in de samenleving dan Nederlandse reformatorische jongeren? Samen met ouderling J.W. Beeke bezocht ds. Van Ruitenburg de synode, gehouden op 30 en 31 januari in Utrecht. Tijdens zijn verblijf in Nederland spraken we met hem over het leven in Canada.
Is dominee zijn in Canada anders dan in Nederland?
Ja, het is anders. Wanneer ik in verband met m'n vrije zondag, dat zijn er dus twaalf per jaar, in een andere gemeente ga preken, moet ik altijd het vliegtuig pakken. De gemeenten liggen ver uit elkaar. Bovendien vervul ik dan ook gelijk een weekdienst in een andere gemeente daar in de buurt. Dat betekent dat ik elke maand ruim een halve week van huis ben.
De gemeenten zelf zijn vergelijkbaar met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Omdat de gemeenten ver uit elkaar liggen, zijn ze wel vrij geïsoleerd en kunnen gewoonten onderling van elkaar verschillen.
Waarin verschillen Canadese jongeren van Nederlandse jongeren?
In Canada zijn jongeren eerder volwassen, of in ieder geval voelen ze zich eerder onafhankelijk. Op je zestiende heb je een eigen auto. Het schoolsysteem is anders dan in Nederland. Als jongere krijg je bijna geen huiswerk mee naar huis en er is meer tijd om te werken. Een Canadese jongere heeft meer geld en tijd te besteden en kan sneller een eigen auto kopen. Deze factoren bij elkaar maken het voor jongeren gemakkelijk om deel te nemen aan het uitgaansleven. Daar zijn best zorgen over.
Veel emigrantengemeenten bestaan oorspronkelijk voor een groot deel uit mensen die een boerenbedrijf wilden beginnen. Zijn de meeste gemeenteleden in Canada nog steeds agrariër?
Chilliwack is wat dat betreft een gevarieerde gemeente. De derde generatie die er nu is, is lang niet allemaal boer. In Lethbridge en in Norwich is dat meer het geval, maar in St. Catherines bijvoorbeeld is er niet één boer.
In wat voor beroepen zijn de jongeren in Chilliwack dan werkzaam?
Het zijn vaak beroepen waarbij je met je handen bezig bent. De jongeren zijn over het algemeen praktisch ingesteld, echte doeners. Ze werken bijvoorbeeld in de verzorging, verpleging, boomkwekerijen, bouw of staalconstructie.
Is er in Canada of in de Verenigde Staten ook een Jeugdbond, zoals wij dat hier hebben?
Nee, er is geen Jeugdbond. Dit komt ook omdat de Gereformeerde Gemeenten zo ver van elkaar vandaan liggen. Er is over het algemeen ook minder jeugdwerk. Jongeren hebben niet zoveel behoefte om dingen met elkaar te doen. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met het andere schoolsysteem. In Canada is het zo dat jongeren van dezelfde leeftijdsgroep tot en met hun achttiende jaar bij elkaar in de klas zitten, ongeacht de niveauverschillen. Verder wordt er in hun vrije tijd vier uur in de week godsdienst gegeven. Daar komt dan nog catechisatie bij en ja dan hebben de meeste jongeren niet echt de behoefte meer om naar een jeugdvereniging te gaan.
Is er in elke plaats waar een Gereformeerde Gemeente is ook een school van de kerk?
Nee, dat is niet overal zo, soms wordt er ook wel samengewerkt met andere kerkelijke gemeenten. In Chilliwack is het zo dat de school wel jongeren toelaat van andere kerkgenootschappen, zoals de Christelijke Gereformeerden. Hierdoor komen de jongeren soms ook met minder bevindelijk gereformeerden in aanraking. Dit kan wel eens wat verwarrend werken.
Wat voor methode gebruikt u op catechisatie?
Ik gebruik in de voorbereiding het boekje van Hellenbroek. Tijdens de catechisatie vertel ik dan eerst een half uur over de stof die ik voorbereid heb. Vervolgens gaan de jongeren in groepen uiteen en krijgen ze een blad met vragen die ze moeten maken. Dit zijn geen discussievragen, maar echt kennisvragen. Dit doen ze dan met behulp van een ouderling, die ook op de catechisatie aanwezig is. De groepen omvatten meerdere leeftijdsgroepen. We hebben twee groepen van veertig jongeren, plus de belijdeniscatechisatie.
In Nederland is er een paar jaar geleden door de Jeugdbond een onderzoek gedaan onder jongeren van de Gereformeerde Gemeenten in de leeftijd van twaalf tot vijftien jaar. Daaruit bleek dat de catechisatie door een groot deel van de jongeren als fijn ervaren wordt. Heeft u een idee hoe de jongeren in Chilliwack de catechisatie waarderen?
De jongeren waarderen het positief, ook omdat er door de vragenbespreking in kleinere groepen persoonlijk contact is met de ouderlingen. Kerkenraad en jongeren leren elkaar op die manier beter kennen.
Worden er voor de jongeren ook zomerkampen georganiseerd?
Ja die zijn er, maar het zijn eigenlijk meer jongerenconferenties. Die worden per classis georganiseerd.
Een conferentie heeft waarschijnlijk wel een iets andere invulling dan een kamp?
Ja dat klopt, ze duren ook maar twee of drie dagen en ze zijn met name bezinnend van karakter. Er wordt veel aan Bijbelstudie gedaan en er worden sprekers uitgenodigd. De werving gebeurt door middel van advertenties in de Banner of Truth, die dezelfde functie heeft als De Saambinder in Nederland. Chilliwack organiseert ook elke zomer een kamp op een afstand van negen uur rijden. Dit is meer te vergelijken met een zomerkamp. Het duurt een week en daardoor is er ook meer ruimte voor ontspanning. Een verschil met de Nederlandse zomerkampen is bijvoorbeeld wel dat je als deelnemer niet van het terrein afgaat. Alles vindt plaats op het kampterrein. Er is ook steeds leiding aanwezig, wat nodig is.
De Drie Formulieren van Enigheid: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels zijn allemaal ontstaan op Europese bodem. Staat de kerkgeschiedenis voor de Canadese jongeren niet ver van hun bed?
Wel verder dan in Nederland het geval is. Ik spreek dan even alleen voor de jongeren uit Chilliwack. Zij hebben er bijvoorbeeld moeite mee dat hun kerk de Netherlands Reformed Congregation genoemd wordt. Zij zijn natuurlijk de derde generatie in de gemeente, voelen zich echt Canadees en voor hen klinkt dat alsof niet-Nederlanders niet welkom zijn. Ze voelen zich dan geïsoleerd, voelen zich 'Dutchies' en dat is niet positief.
Kunt u nog wat voorbeelden geven van (cultuur)verschillen tussen Nederland en Canada?
Tegen de kerken van Hollandse afkomst wordt bijvoorbeeld toch wel vreemd aangekeken, omdat roken en het drinken van alcohol binnen bepaalde grenzen geaccepteerd is. De Nederlandse emigranten hebben daar geen moeite mee. In de Canadese cultuur staat het roken van een sigaret echter bijna gelijk aan het roken van een joint. Tussen roken en blowen zien sommige jongeren wel een gradueel, maar geen principieel verschil. In Nederland is dat verschil veel groter. Wanneer je sigaretten rookt, wil dat nog niet zeggen dat je ook softdrugs gebruikt. Dit is iets wat met name in British Columbia speelt. De marihuana, de weed, is hier van hoge kwaliteit en relatief goedkoop. Bij de wet is het gebruik verboden, maar heel veel jongeren hebben weleens marihuana geprobeerd. Het is echt een B.C.-probleem. De ongerepte natuur nodigt uit om vrij te zijn. Ook drankmisbruik is daardoor ook onder jongeren groot.
Nog een voorbeeld: in Nederland heb je diploma's nodig om een baan te kunnen vinden. Positief daaraan is dat jongeren opleidingen gaan doen. In Canada hoeft dat niet. Daar wordt meer gekeken naar je functioneren. Als je goed werk levert, kun je ook goede functies bekleden. In Canada is het voor praktisch ingestelde jongeren, die liever werken dan leren bijvoorbeeld, veel gemakkelijker om met weinig papieren toch een goede baan te hebben, met een belangrijke functie. Veel jongeren gaan dan ook niet studeren, ook al hebben ze er wel de capaciteiten voor. Ze gaan liever werken. Het is een stukje ondernemingsgeest, nog iets van de emigrantenmentaliteit die meespeelt.
Een ander verschil: jongeren in Canada trouwen ook op jongere leeftijd, zo rond de twintig. In Nederland ligt die leeftijd geloof ik wat hoger. Veel Nederlandse jongeren zijn op hun twintigste nog met hun studie bezig. Onder jongeren in Canada is er een tendens dat je er eigenlijk pas bij hoort als je een kind hebt. Dan ben je echt volwassen. In Nederland is dat niet echt een criterium voor volwassenheid.
U bent inmiddels al vijf jaar predikant in Canada. Hoe kijkt u nu tegen Nederland aan?
Nederland is een heel bevoorrecht land. Internationaal staat Nederland bekend als een liberaal land, met lage normen en zeden. Toch is het nog steeds zo, dat een aanzienlijk deel van de bevolking de oude waarheid voorstaat. Dat brengt veel voordelen met zich mee. Er is een eigen krant, er zijn eigen hulpverleningsinstanties enzovoort. En dan denk ik ook aan het jeugdwerk. Nederlandse jongeren zijn erg bevoorrecht. In Canada leven de jongeren veel meer geïsoleerd. In Nederland liggen de Gereformeerde Gemeenten veel dichter bij elkaar. Jongeren hebben daardoor ook contact met jongeren uit andere gemeenten. De partnerkeuze is groter.
Hebben Canadese christen-jongeren het gemakkelijker in de samenleving dan Nederlandse reformatorische jongeren?
Misschien wel ja. In Canada zijn zoveel culturen, met Indianen (de oudste bewoners), Engelsen, Chinezen, Nederlanders, Fransen, Duitsers en dat allemaal nog maar een halve eeuw. Daardoor is er ook erg veel tolerantie. Jongeren in Nederland zullen tijdens hun opleiding of op hun werk zeker meer ervaren dat het niet gemakkelijk is om voor je christen-zijn uit te komen als jongeren in Noord Amerika. In Canada heb ik bijvoorbeeld nog nooit een discriminerende opmerking gehoord over het feit dat ik in een zwart pak loop. In Nederland is dat wel eens gebeurd. Er is meer acceptatie van elkaar. Onze jongeren ondervinden dus weinig weerstand in de samenleving. Dat is aan de ene kant prettig, aan de andere kant nodigt tolerantie niet uit tot uitdragen. Het maakt ze soms erg onkritisch.
U krijgt de laatste tijd regelmatig beroepen uit Nederland. Hoe ervaart u dat, staan deze beroepen verder van u af dan beroepen uit Canada of Amerika?
Nee dat niet. M'n wortels liggen in Nederland. Ik ben pas na m'n veertigste naar Canada gegaan en ik denk dat ik me altijd Nederlander zal blijven voelen. Als ik hier ben geniet ik weer van het landschap, ik geniet ervan om Nederlands te spreken. Als de Heere me terug zou roepen zal dat aan de ene kant aangenaam zijn voor het vlees, aan de andere kant zal het ook moeilijk zijn. Ik zal dan kinderen en kleinkinderen moeten achterlaten, ik zal de ruimte missen, me snel opgesloten voelen. Ik zal het reizen missen, the 'global feeling', het gevoel dat je een wereldburger bent. De Heere moet roepen naar een gemeente. Mensen zijn ten diepste overal hetzelfde en hetzelfde Woord moet worden gebracht in de hoop dat de Heere bekering geeft, bekering die te allen tijde en over het rond der aarde hetzelfde is. In Zijn kracht zal ik kunnen arbeiden, of dat nu in Canada is of in Nederland.
Tijdens het gesprek met ds. Van Ruitenburg was ook ouderling James W. Beeke uit Chilliwack aanwezig. Hij was voor het eerst in Nederland. Als inspecteur is hij verbonden aan het ministerie van onderwijs in British Colombia. Hij is auteur van een aantal boeken die niet alleen in Amerika en Canada gebruikt worden, maar ook op onze zendingsvelden en, sinds kort, ook in Roemenië. Niet verwonderlijk dat hij dan ook zeer geïnteresseerd was naar wat er door de Jeugdbond gedaan wordt. Een reactie.
Als ik de hoeveelheid werk zie die er verricht wordt, de goede kwaliteit van het materiaal met gegevens die bij de tijd zijn, om de verschillende leeftijdsgroepen te begeleiden, maakt dat grote indruk op mij. Ik bewonder de aantrekkelijke wijze waarop jullie materiaal is uitgevoerd. Ik voel ook dat we heel serieus naar wegen moeten zoeken waar we samen kunnen werken om onze jongeren te bereiken, zowel in Noord-Amerika als in Nederland. Daarnaast denk ik dat veel materiaal, dat hier ontwikkeld is, nuttig gebruikt kan worden voor onze kerkelijke publicaties in Noord-Amerika.
Waarom?
Wij hebben niet het voorrecht van een jeugdorganisatie waarin mensen werken die voltijds in dienst zijn. Allen die bij ons iets doen voor de jeugd moeten dit doen als vrijwilliger in hun vrije tijd. Op vele wijzen zijn onze mensen ook zeer druk.
Hebt u geen contact met jeugdorganisaties van andere kerken?
Nee, en dan komt dat met het oog op de schriftgetrouwe en Bijbelse leer die wij voorstaan. Daarnaast hebben onze eigen gemeenten ook niet zoveel onderling contact vanwege de afstand. Neem nu bijvoorbeeld onze gemeente in Chilliwack; de gemeente die hier het dichtst bij is, is Lethbridge. Dat is toch zo ongeveer duizend kilometer. Als we een jongerenkamp voor twee of drie gemeenten organiseren, doen we dat zo veel mogelijk centraal vanwege de afstand. Het is wel heel belangrijk, omdat onze jongeren elkaar gewoonlijk alleen in een kleine kring tegenkomen. Het zijn meestal dezelfden die je in de kerk en op school ziet.
Hebt u nog een speciale wens voor onze jongeren?
Mijn wens voor de jongeren hier is dat de Heere hen zal leiden en zegenen. Dat ze, in een tijd waarin er veel verandert, geworteld mogen zijn in het onveranderlijke Woord van God. Dat de uitgangspunten van het Woord voor hen een lamp voor hun voet en een licht op hun pad mag zijn.
Teunis Rijneveld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 2002
Daniel | 31 Pagina's