Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrouw en het ambt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrouw en het ambt

De Bijbel is duidelijk over het bijzondere ambt

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

" De keuze van prins Willem-Alexander en Maxima Zorreguita voor een hervormde huwelijksviering illustreert de moeizame relatie tussen de Rooms-Katholieke kerk en de protestantse kerken in Nederland, " zei algemeen secretaris ds. Ineke Bakker van de Raad van Kerken donderdag in het KRO-radioproramma 'Andersdenkenden'. (Reformatorisch Dagblad, vrijdag 1 februari 2002).

In dit berichtje uit de krant staat een aantal opmerkelijke dingen. Op zich is het opmerkelijk en verdrietig dat een predikant er kennelijk moeite mee heeft dat onze kroonprins zijn huwelijk op protestantse wijze laat bevestigen. Van een roomse priester zou je zoiets verwachten maar van een predikant natuurlijk niet. Daarnaast echter blijkt de predikant, gelet op de naam, een vrouw te zijn. Over vrouwen in het predikambt kunnen we zo af en toe iets lezen in de krant. Je kunt op school of in je vriendenkring met vragen geconfronteerd worden. Buiten onze kerken is het een steeds meer voorkomend verschijnsel. Ds. Ineke Bakker... staat niet alleen en is bepaald geen uitzondering. In dit artikel wil ik met jullie een antwoord zoeken op de vragen rond de vrouw in het ambt.

Ambt aller gelovigen

In de kerk kennen wij de ambten. In de eerste plaats is er het ambt aller gelovigen. In artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) wordt van dit ambt of deze plicht gesproken. En opdat dit te beter zou kunnen onderhouden worden, zo is het ambt aller gelovigen, volgens het Woord Gods, zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn, en zich te voegen tot deze vergadering hetzij op wat plaats dat God ze gesteld heeft. Het ambt aller gelovigen houdt in:

1. dat ieder de plicht heeft zich bij de ware kerk te voegen,

2. dat ieder de roeping heeft zijn gaven tot nut van de kerk beschikbaar te stellen,

3. dat ieder de taak heeft in de kerk te bouwen (dienende de opbouwing der broederen). Het ambt aller gelovigen is van groot belang. Het wijst in de eerste plaats op de noodzaak van waarachtige wedergeboorte en de gave van het zaligmakend geloof. Daarnaast wijst dit ambt er ook op dat Christus een gestalte krijgt in al Zijn kinderen. Zijn drie ambten weerspiegelen zich in die der gelovigen... Van alle ambten is het ambt aller gelovigen het voornaamste ambt (ds. J. van Haaren).

Bijzondere ambten

Naast het ambt aller gelovigen kennen wij ook de bijzondere ambten. In de kerk zijn er predikanten, ouderlingen en diakenen. Deze bijzondere ambten zijn door Christus ingesteld. De apostelen hebben overal waar de Heere Zijn kerk heeft gebouwd de bijzondere ambten ingesteld. Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten (...) en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb (Titus 1:5). De ambtdragers moeten wij eren ter wille van hun ambt en omdat de ambten door Christus Zelf zijn ingesteld. Mogen deze bijzondere ambten ook door een vrouw worden bekleed? Heeft ds. Ineke Bakker de Schrift aan haar kant?

Geschiedenis

De geschiedenis van de kerk kent maar weinig voorbeelden van vrouwen in het ambt. In de loop der eeuwen heeft de kerk zowel in het Oosten als in het Westen de vrouw in het ambt altijd afgewezen.

Tertullianus, een kerkvader uit de tweede eeuw na Christus, heeft gezegd: Het is niet toegestaan dat een vrouw in de kerk spreekt. Evenmin mag zij onderricht geven, dopen, offeren en voor zichzelf enige functie opeisen die aan de man toekomt en dan niet in het minst aan de priesterdienst.

Soortgelijke uitspraken vinden we ook bij andere kerkvaders. In de zestiende eeuw is ook een enkele keer in de kerk van Nederland over de vrouw en het ambt gesproken. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat het Convent van Wezel (1568) oordeelde dat ook vrouwen van beproefd geloof en eerbare levenswandel en die van gevorderde leeftijd zijn, naar het voorbeeld van de apostelen terecht tot dit ambt (van diacones W. V.) kunnen genomen worden. Het convent dacht daarbij aan vrouwen bij de verzorging en

verpleging van zieken, tot hulp aan de diakenen toegevoegd.

Op de Synode van Middelburg(1581), waar de basis werd gelegd voor onze huidige kerkorde, werd echter het bijzondere ambt voor vrouwen niet toegestaan. Wel mochten vrouwen behulpzaam zijn bij het verzorgen van de zieken.

Twintigste eeuw

Pas in de twintigste eeuw komt de positie van de vrouw, onder invloed van de emancipatiegedachte, in het bijzondere ambt duidelijk aan de orde. In 1911 beroept de doopsgezinde sociëteit als eerste een vrouw tot het predikambt. In de Evangelisch Lutherse Kerk zien we vanaf 1931 vrouwelijke predikanten. In de Nederlandse Hervormde Kerk staat het ambt van ouderling en diaken vanaf 1956 open voor vrouwen en vanaf 1959 mogen ook vrouwen dienen in het predikambt. Ook bij de Gereformeerde kerken zijn alle ambten opengesteld voor vrouwen. De vrouw in het ambt is dus nog maar heel kort praktijk in de kerk der eeuwen. Ds. Ineke Bakker heeft in de loop der eeuwen niet veel voorgangers gehad... Helaas, heeft ze vandaag de dag wel veel medestanders.

Bijbel

De Bijbel geeft ons de beslissende en onveranderlijke uitgangspunten voor de vragen rond het bijzondere ambt. Behoudens enkele uitzonderingen in bijzondere situaties (de profetes Huida, 2 Koningen 22 : 14 en Debora, Richteren 4 : 4) is de grote lijn in de Bijbel dat mannen de bijzondere ambten vervullen in Gods kerk. De apostelen en de profeten waren mannen. En er is weinig bijbelkennis voor nodig om te beseffen dat het bijzondere ambt wordt toegekend aan mannen. Paulus wijst daar op in zijn brieven.

Zwijgen

In 1 Korinthe 14 : 34 lezen we een heel belangrijke regel voor de samenkomsten van de gemeente. Dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt De bedoeling van deze tekst wordt duidelijk als we een en ander in het verband gaan lezen. In hoofdstuk 12 heeft Paulus gezegd dat er in de gemeente verschillende gaven zijn. Er zijn gaven der wijsheid, der kennis, der gezondmakingen, der profetie (toekomende dingen te voren zeggen), der onderscheidingen der geesten, der talen enzovoort (1 Korinthe 12 : 7 - 11). Die gaven zijn er bij mannen en bij vrouwen. De vier dochters van Filippus bijvoorbeeld hadden de gave van de profetie (Handelingen 21 : 9). In 1 Korinthe 14 : 26 - 40 geeft Paulus aan hoe deze gaven in de samenkomsten van de gemeenten gebruikt mogen worden. Hij wijst erop dat alles met orde en eerlijk moet geschieden. Paulus wijst er echter ook op dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken. Paulus fundeert en motiveert dit verbod tot spreken in de gemeente met een beroep op de onderworpenheid van de vrouw aan de man krachtens de wet. Paulus verwijst hier naar de orde die God Zelf in de schepping heeft gelegd. De kantekenaar verwijst naar Genesis 3:16 waar we lezen dat de man heerschappij heeft over de vrouw. Calvijn merkt bij deze tekst onder meer het volgende op: aulus verbiedt haar (...) in de algemene vergadering te spreken, om te leren ofte profeteren (...). Paulus heeft het oog op hetgeen in een wel ingerichte gemeente betaamt. Uit deze tekst blijkt dat het openbare leerambt (predikant!) in de gemeente aan de vrouw niet toekomt. Ds. Ineke Bakker handelt in strijd met de Schrift!

Heersen

In 1 Timotheüs 2:12 gaat Paulus ook in op de plaats van de vrouw in de gemeente. Van de samenkomsten van de gemeente zegt hij: en vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid (1 Timotheüs 2:11). Het is zeker niet de bedoeling dat een vrouw zal heersen (regeerambt) of zal leren (leerambt). Heel nadrukkelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zegt de Bijbel: och ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij (1 Timotheüs 2:12). In de openbare vergadering van de gemeente mag de vrouw niet leren en heersen. Het bijzondere ambt is in Gods kerk niet aan de vrouw gegeven. Heel mooi zegt de kantekening op 1 Timotheüs 2:12 dat de vrouw niet zal leren en heersen in de openbare vergadering, gelijk Paulus uitdrukt in 1 Korinthe 14:34.

Anderszins mogen ook de vrouwen hun kinderen thuis onderwijzen, gelijk de moeder van Salomo doet (Spreuken 31:1) ja zelfs ook wel anderen, wanneer de nood of stichting zulks vordert. Of zoals Paulus het zegt: och zij zal zalig worden in kinderen baren (1 Timotheüs 2 : 15a). Het moederschap is de grote en goddelijke roeping van de vrouw. Dat leert ons de Schrift. En

daar moeten we voor buigen; ook in de 21 ste eeuw.

Uit Christus

Het blijkt dat de verschillende uitspraken van de Bijbel niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. Het blijft daarom de vraag waarom toch zoveel kerken in onze tijd de vrouw in het ambt hebben aanvaard.

Dit komt in de eerste plaats omdat er een verschuiving optreedt in de visie op het ambt. Dr. D. Nauta wijst er in de Christelijke Encyclopedie op dat het bijzondere ambt onderbouwd kan worden vanuit de opvatting dat er een algemeen priesterschap van alle gelovigen is. Vanuit dit priesterschap zouden de bijzondere ambten zich ontwikkelen. Het bijzondere ambt komt dan op uit de gemeente. Vooral in de evangelische kringen wordt deze opvatting zeer aangehangen. Ook in de gereformeerde gezindte vindt deze opvatting steeds meer aanhang. Deze opvatting knoopt mede aan bij de gedachte uit Galaten 3 : 28 dat er in Christus geen onderscheid is in man en vrouw. Toch mogen we deze tekst niet toepassen op de ambten in Gods kerk. Het gaat hier over het ingelijfd zijn in Christus. Daarin is ieder gelovige gelijk. De bijzondere ambten echter komen niet op uit de gemeente maar zijn door Christus ingesteld. Paulus noemt zichzelf een gezant van Christuswege (2 Korinthe 5 : 20) en de Heere Jezus zegt dat Hij in Zijn knechten komt tot zondige mensen. Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft (Mattheüs 10 : 40). Het bijzondere ambt is door Christus ingesteld en wordt door Hem gebruikt tot planting en opbouw van Zijn gemeente. Christus en de Bijbel bepaalt wie er in Gods kerk ambtsdrager kunnen zijn. Het is Gods wijsheid dat de vrouw in de kerk geen toegang heeft tot de bijzondere ambten. Zij die anders handelen en doen zijn tegen de ordeningen van God.

Roeping

De bijbelse plaats van de vrouw betekent echter niet dat vrouwen voor het Koninkrijk van God niet belangrijk kunnen zijn. De belangrijke plaats van de vrouw wordt in de Bijbel heel duidelijk geleerd. Ook voor de kerk. Sara behoort bij de geloofsheldinnen (Hebreeën 11 : 11). Paulus spreekt over een zekere Febe die een dienares is der gemeente (Romeinen 16:1). In Handelingen 18:26 lezen we van Priscilla die samen met haar man Aquila aan Apollos de weg Gods bescheidenli jker heeft uitgelegd. Luther heeft veel steun gehad van zijn vrouw. En Calvijn heeft brieven gewisseld met verschillende vrouwen die met hem streden in het Koninkrijk van God. Ook vanuit onze kerken is de voorname plaats van sommige godvrezende vrouwen zeer bekend. In Rijssen woonde in de vorige eeuw mevrouw H. Egbertsen-van de Riet (in de volksmond 'Oude Dika'). Deze vrouw vreesde de Heere en was een geoefende christin met zeer heldere Schriftkennis. Elk gesprek over het geestelijke leven en de persoonlijke bevinding baseerde zij op de Schrift. Ze kende de Heidelbergse Catechismus helemaal van buiten. Ds. Kersten adviseerde al zijn studenten om haar een bezoek te brengen. Dat zijn moeders in Israël. Dat zijn ook de levende stenen waarmee het Godshuis wordt gebouwd.

Besluit

Er is vandaag de dag heel wat verwarring. Ook rond de ambten. Ten diepste gaat er achter de toelating van de vrouw tot het ambt een bepaalde visie op de Bijbel schuil. Velen zien bepaalde dingen in de Bijbel als tijdgebonden. Paulus zou dingen hebben gezegd waar wij vandaag niet meer mee uit de voeten kunnen. Het is een Schriftvisie waarbij het eeuwige en goddelijke karakter van de Bijbel wordt uitgehold. De Bijbel is echter het onveranderlijke en eeuwig geldende Woord van God. Aan de Bijbel mogen wij niets toedoen. We mogen er ook niets aan afdoen. Het Woord zullen we laten staan. Voor de Bijbel moeten we allemaal eerbiedig buigen.

Amersfoort, ds. W. Visscher

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's

De vrouw en het ambt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's