Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Belijdenis doen in de  Gereformeerde Gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Belijdenis doen in de Gereformeerde Gemeenten

Belijdenis doen is een keuze om bij de dienst van de Heere te blijven

9 minuten leestijd

Het is Tweede Paasdag. De kerk zit vol. Velen zijn gekomen om getuige te zijn van het belijdenis doen van vele jonge mensen. Het is een blijde dag. Er is blijdschap in de gemeente en bij de kerkenraad. Er is ook blijdschap voor ouders, die hun kinderen voor in de kerk zien zitten. Dat is geen verdienste van ons. Er zijn ook ouders die bedroefd zijn omdat hun kinderen er niet bij zijn, of de wereld zijn ingegaan! Na de preek zegt de dominee: 'Dan wil ik nu overgaan tot het afnemen van openbare belijdenis des geloofs in het midden van de gemeente, en verzoek ik jullie op te staan en te antwoorden op de vragen van Voetius!'

Waarom doen we belijdenis in de Gereformeerde Gemeenten? Waarom doen we belijdenis in deze kerk en niet in een andere kerk?

Vaak hoor je onder jongeren: het maakt niet uit van welke kerk je bent. Als je maar de ware belijdenis hebt afgelegd. Laten we voorop stellen: in de Bijbel geldt maar één ware belijdenis. Dat is de belijdenis van de Moorman: lk geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is (Handelingen 8: 37). Dezelfde belijdenis horen we uit de mond van Simon Petrus: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods (Mattheüs 16: 16). Waar deze Petrusbelijdenis gevonden wordt, daar is de Kerk! De Heere Jezus zegt immers: ...op deze petra zal Ik Mijn Gemeente bouwen. De Heere gaat door om Zijn Gemeente, ten eeuwige leven uitverkoren, te vergaderen uit het ganse menselijke geslacht. Het gaat er inderdaad ten diepste om of we een levend lidmaat zijn van de ware Kerk (met een hoofdletter). Een Kerk waarvan we lezen in N.G.B. artikel 27 '...een heilige vergadering van ware christgelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus...'.

Het uiterlijke lidmaatschap van die kerk is niet genoeg! De kerk maakt ons niet zalig. De wedergeboorte is voor ons allen noodzakelijk.

 

Liefdesband

Toch heeft de Heere ons in de Gereformeerde Gemeenten gebracht. We hebben hier een plaats gekregen. We zijn er als kind gedoopt. Zondag komen we onder de prediking. Je wortels liggen in deze kerk: velen van je voorgeslacht, die de Heere ootmoedig mochten vrezen, hebben hier geleefd en zijn hier gestorven. We moeten de geschiedenis van de kerk kennen. Juist jonge mensen moeten zich verdiepen in deze geschiedenis. Kerkelijk besef is belangrijk. Onze gemeenten zijn voortgekomen uit de kerk van de Afscheiding (1834) en de gemeenten van ds. Ledeboer (1841). Op de synode van 1907 zijn de Gereformeerde Gemeenten ontstaan. Ds. G.H. Kersten speelde daarbij een belangrijke rol. Hij heeft vooral gewaarschuwd tegen een oppervlakkige verbondsbeschouwing, waarbij alle gedoopten zonder meer in een verbond met God zijn opgenomen. Onze vaderen hebben gebeden, geleden en gestreden voor de kerk. Dat geeft een liefdesband met hen. Die liefde verbindt het voorgeslacht met het nageslacht.

 

Een andere vraag die bij jongeren leeft is: waarvan doe ik belijdenis? Doe ik belijdenis van mijn persoonlijke geloof in de Heere Jezus? Of doe ik 'slechts' belijdenis van de waarheid van de leer?

In de loop van de kerkgeschiedenis is deze vraag verschillend beantwoord. In de vroege kerk hing de belijdenis sterk samen met de doop. Belijdenis en doop vonden plaats na een overgang uit het heidendom. In de Roomse kerk krijg je op een gegeven moment het 'vormsel' als een sacrament.

In de tijd van de Reformatie werden doop, belijdenis en avondmaal als een eenheid gezien. Het boekje 'Kort Begrip' heeft ais ondertitel: 'Voor hen die zich willen begeven tot des Heeren Avondmaal'.

Later kwam er steeds meer een afstand tussen belijdenis en avondmaal. In de praktijk bleek namelijk, dat er velen waren die slechts uiterlijk de waarheid beleden, terwijl zij vreemdelingen waren van de bevindelijke kennis van zonde en schuld en van het geloof in de Heere Jezus Christus. Ook de vrucht van hun leven openbaarde, dat zij het ware zaligmakende geloof misten. Ds. G.H. Kersten wijst hierop in zijn Gereformeerde Dogmatiek (deel II pagina 124 en verder).

Belijdenis doen is echter meer dan 'slechts' je ja-woord geven op de vragen van de kerk of de vragen van ds. Voetius. Belijdenis doen is een keuze. Een keuze om bij de dienst van de Heere te blijven en niet de wereld te dienen. Ruth mocht de ware keuze doen. Ze mocht de goede belijdenis afleggen bij de grenzen van Moab. Haar hart was verbonden aan Naomi en de God van Naami. Ze had hartelijk afscheid genomen van de afgoden van Moab. Haar keuze, door de Heere Zelf gewerkt, kwam openbaar in een hartelijke belijdenis: Uw volk is mijn volk, uw God mijn God! Dat hartelijke geloof is de eis van Gods Woord en blijft ook de eis voor ons. Lees wat Paulus daarvan zegt in Romeinen 10: 9 en 10. Hart en mond moeten samen een hechte eenheid vormen. Met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, met de mond belijdt men ter zaligheid!

Paspoort

Een bekende definitie is: het doen van belijdenis is een kerkelijke instelling waardoor doopleden de status krijgen van volwassen ieden, die zelf hun geloof belijden in het midden van de gemeente. Je neemt nu je doop, die je als kind ontving, bewust over. Door de band van de belijdenis blijf je verbonden aan de gemeente.

Om het duidelijk te maken wordt wel eens het voorbeeld van een paspoort gebruikt: zolang je kind bent, sta je op het paspoort van je ouders ingeschreven. Maar, bij het meerderjarig worden moet je een eigen paspoort hebben! Zo geldt het ook in Gods kerk. Wanneer is echter dat paspoort geldig? Alleen als het getekend is met het bloed van Christus. Anders is het niet geldig. Dat houdt in, dat ik persoonlijk gewassen moet zijn in het bloed van Christus, zal ik de hemelpoort binnen kunnen en mogen gaan. Een vraag aan jullie: heb jij al zo'n geldig paspoort? Het voegen bij de ware kerk is een plicht. Dit wordt genoemd het ambt aller gelovigen in N.G.B. artikel 28. Guido de Brès spreekt van de plicht je bij de ware kerk te voegen "de hals buigend onder het juk van Christus". Al degenen die zich niet daarbij voegen, doen tegen de ordinantie van God!

Ook al bevinden zich in die kerk ook hypocrieten. Ik lees in N.G.B. artikel 29 "..het gezelschap der hypocrieten, welke IN de Kerk onder de goeden vermengd zijn, en in tussen VAN de kerk niet zijn..".

Wij zijn echter niet in staat om kaf en koren van elkaar te scheiden. Wij weten niet wie deze hypocrieten zijn, al hebben we soms wel een vermoeden. Wij zijn geen baptisten en congregationalisten. Daar moet je belijdenis doen van je persoonlijke bekering. Volgens hen is het oordeel aan de kerkenraad of iemand bekeerd is en aangenomen kan worden als lid.

De toelating van belijdenis mag aan de andere kant niet verschralen tot het voldoen aan enige uiterlijke kenmerken. Het is niet de som van wat uiterlijkheden plus je ja-woord. Iemand zei: "Je kocht een nieuw mantelpakje en je deed belijdenis". Toch is het uiterlijke niet onbelangrijk. Als het goed is zal het een eenheid zijn. Je uiterlijke gedragingen zullen in overeenstemming zijn met het hart. De Heere Jezus zegt: aan de vrucht wordt de boom gekend. Het is onmogelijk dat een goede boom kwade vruchten voortbrengt, en dat een kwade boom goede vruchten voortbrengt (Mattheüs 7: 18). Belijdende leden worden daarom geroepen om hun belijdenis te versieren met goede werken (Voetius). Leer en leven hangen samen. Bij de gereformeerde leer hoort een godzalig leven (Titus 2: 11 en 12). Ook hier kunnen wij niet zonder de kracht van de Heere. Hier past het beeld van een plant. De wortel is het belangrijkste deel van een plant. Zo moet de gelovige zijn wortels in Christus hebben, om levenssappen te trekken en vruchten te dragen (Johannes 15).

 

Goede strijd

Ds. A. Hoogerland schrijft in 'Belijdenis doen en dan': "Wanneer de Heere een zondaar zaligmakend bearbeidt door Zijn Geest, dan is dit een hartvernieuwend genadewerk, dat echter niet verborgen kan blijven, maar èn in woord èn in wandel naar buiten openbaar zal komen".

De gemeente staat IN de wereld, maar is niet VAN de wereld. Dit is ook in het uiterlijk te zien: je kleding, muziekkeuze, omgang met moderne media, matigheid, eenvoud enz. Luister niet naar mensen die zeggen, dat de 'buitenkant' niet belangrijk is.

De wereld om ons heen is in toenemende mate geseculariseerd. We leven in de eindtijd. Belijdende leden zullen steeds meer moeten uitkomen voor hun principes. Anders zullen we langzaam meegevoerd worden met de stroom. Dat kan soms heel moeilijk zijn. Je zult steeds meer het gevoel hebben alleen te staan, wanneer je ervoor uitkomt dat je christen bent. Belijdende leden van de Heere Jezus staan in de strijd. Paulus wekt Timotheüs op met de bekende woorden uit 1 Timotheüs 6: 12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis hebt beleden voor vele getuigen. Deze strijd is een goede strijd, want ten diepste is dit een gewonnen strijd, die Christus behaald heeft door Zijn opstanding. Met Pasen gedenken we de opstanding van Christus uit de doden. Hij leeft. Door Zijn opstandingskracht worden zondaren tot leven geroepen. Door diezelfde kracht zullen we ook alleen maar staande kunnen blijven. Petrus dacht dat hij in eigen kracht kon staan, maar hij verloochende zijn belijdenis en zijn Heere. Daar heeft Petrus bitterlijk geweend. Maar Christus heeft het werk volbracht. Hij heeft alle gaven verworven. Op de Pinksterdag heeft Hij de Heilige Geest uitgestort. Smeek om de komst van die Geest in je hart en in je leven. Vanuit jezelf zal het niet kunnen. Die Geest werkt het geloof in ons hart. Dat het je gebed mag zijn: Och schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest.. Alleen zo kan ik belijdenis doen in het midden van de Gemeente van Christus.

 

Literatuur

Gereformeerde Dogmatiek, ds. G.H. Kersten, deel II, p. 124 ev.

Belijdenis doen en dan, ds. A. Hoogeriand, 1976 

De goede belijdenis, ds. J. van Haaren, 1985

Over jouw vragen gesproken, Jeugdbond, 1987 

Over de kerk gesproken, Jeugdbond, 1989

Tot belijden geroepen, ds. C. Harinck, 1994

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Daniel | 20 Pagina's

Belijdenis doen in de  Gereformeerde Gemeenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Daniel | 20 Pagina's