De orde van het heil

Dit beeld gebruikt de Heere Jezus tegenover Nicodemus als het gaat over de wedergeboorte, het werk van de Heilige Geest. De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk die uit den Geest geboren is (Johannes 3: 8). In dit beeld iaat de Heere uitkomen dat het werk van de Heilige Geest ervaarbaar maar ook onbegrijpelijk is. De kanttekenaar zegt hierbij: des Geestes werkingen wordt gij wel gewaar, maar hoe het toegaat begrijpt gij niet." De wind blaast... De orde van het heil gaat over de werkingen van de Heilige Geest. Een belangrijk onderwerp dus.

De Heere Jezus is de Middelaar tussen God en mensen. In Hem is zaligheid, eeuwige redding. De Heere is naar de aarde gekomen om de zaligheid voor Zijn kerk te verdienen. Hij lag in de kribbe om zondaren zalig te maken. Hij wandelde over de aarde om het verlorene te zoeken. Hij ging de dood in om de schuld van de zonde te betalen. Hij was gehoorzaam aan al Gods geboden. Hij heeft ook de schuld van de zonde op Golgotha betaald. De Heere Jezus is het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt (Johannes 1: 29). Het Evangelie maakt dit grote wonder bekend. Wat een wonder dat jij die boodschap elke zondag mag horen. Wat een wonder dat de Heere jou door geboorte en doop heeft afgezonderd van heel veel andere mensen op aarde.

Weldaden

Grote en vele weldaden heeft Christus voor Zijn kerk verworven. Hij draagt immers de naam Jezus: Zaligmaker. Hij verwierf geestelijke weldaden. Hij verwierf geloof, hoop en liefde. Hij verwierf alles wat ellendige zondaren nodig hebben. Nodig om behouden te worden. De Bijbel staat vol van de weldaden die de Heere Jezus voor Zijn kinderen heeft verdiend. De Heere heeft de zaligheid verdiend en Hij past het ook toe. Hij deelt zijn gaven uit door de Heilige Geest. Door alle tijden. Aan allerlei soorten mensen. !n het verleden, maar ook vandaag. De ware schat van de kerk is het Evangelie van Gods genade. De orde van het heil vertelt ons hoe Christus Zijn heerlijke gaven uitdeelt aan zondige mensen.

De Heilige Geest

De Heere Jezus heeft aan Zijn discipelen de Heilige Geest beloofd. De Heilige Geest is de derde persoon in het goddelijke Wezen. God de Vader is de eerste Persoon. In God de Vader ligt de oorsprong van de zaligheid. De Vader heeft Zijn kinderen van eeuwigheid verkoren. De verkiezing wil altijd weer bepalen bij het wonder van het heil. God doet alles uit genade. Nooit tellen de verdiensten van mensen mee. Het is vrije genade.

God de Zoon is de Tweede Persoon in het goddelijke Wezen. Christus heeft zijn kinderen gekocht. Hij heeft ze gekocht met Zijn bloed. Alles heeft Hij gedaan om zijn kerk zalig te maken. In Zijn bloed ligt de ruimte en de rijkdom van het zaligworden. Nooit is een zondaar te slecht of te oud om bekeerd te worden. Het bloed van Christus immers reinigt van alle zonden (1 Johannes 1: 7b).

De Heilige Geest past de weldaden van Christus toe. De Heilige Geest overtuigt van zonde. (Johannes 16: 8). De Heilige Geest verheerlijkt echter ook Christus. Die zal Mij verheerlijken, zegt de Heere Jezus tegen Zijn discipelen. De verheerlijking van Christus is het voornaamste werk van de Heilige Geest. Na de hemelvaart is de Heere Jezus de Heilige Geest ten volle deelachtig geworden.

Paulus zegt zelfs: De Heere nu is de Geest (2 Korinthe 3: 17). De Bijbel noemt daarom de Heilige Geest ook wei de Geest van Christus. Hij past het heil toe aan verloren zondaren. De Geest brengt bij de werkelijkheid van zaligworden. De wind blaast...

Vereniging

Wat doet de Heilige Geest altijd het eerst? Christus is het Hoofd van Zijn gemeente. De Heilige Geest verenigt uitverkoren zondaren met Christus. Dat doet Hij in de wedergeboorte. Calvijn wijst erop "dat ai wat Christus tot zaligheid van het menselijke geslacht geleden en gedaan heeft, voor ons zonder nut en van geen gewicht is, zo lang Christus buiten ons is en wij van Hem gescheiden zijn. Dus moet Hij, om ons te kunnen meedelen wat Hij van de Vader ontvangen heeft, de onze worden en in ons wonen." In de Heidelbergse Catechismus lezen we dat de Heilige Geest "Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt."

In de orde van het heil verbindt de Heilige Geest een verloren zondaar, door het geloof, eerst aan Christus. De vereniging met Christus is het fundament van het genadeleven.

Op verschillende plaatsen in de Bijbel vinden we deze vereniging beschreven. De Heere Jezus heeft er Zelf op gewezen. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen (Johannes 15: 5). En Petrus wijst erop dat Gods kinderen als levende stenen worden gebouwd op de 'Levende Steen'. Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Code aangenaam zijn door Jezus Christus (1 Petrus 2: 5). De gelovigen zijn leden van het lichaam van Christus (Efeze 5: 30). Zij worden "allernauwst met Christus verenigd" (A. Comrie).

Met allerlei beelden maakt de Bijbel het grote belang van deze vereniging met Christus duidelijk. Soms wordt gewezen op het huwelijk (Efeze 5: 22-33); soms op een wijnstok (Johannes 15: 1-5); soms op een herder met zijn kudde (Johannes 10: 1-21); soms op een gebouw met een fundament en stenen (1 Petrus 2: 4 en 5). Uit deze beelden in de Bijbel blijkt het wonderlijke en geestelijke karakter van deze vereniging. Het is-een liefdevolle vereniging - denk aan een huwelijk. Het is een noodzakelijke vereniging - het gebouw en het fundament. Het is een vruchtbare vereniging - de wijnstok en de ranken.

De zaligheid ligt in de persoon van de Heere Jezus. Aan Hem worden Gods kinderen zeer nauw verbonden. Uit Hem ontvangen ze allerlei geestelijke weldaden. Door het geloof leeft Christus in zijn kinderen (Efeze 3: 17). De enige troost is gelegen in de wetenschap dat ik het eigendom ben van Christus. Ds. G.H. Kersten schrijft: "Alleen in de gemeenschap met Christus worden Gods kinderen de verworven weldaden dadelijk deelachtig en die gemeenschap komt tot stand door de Heilige Geest, als Hij de uitverkoren zondaar in de wedergeboorte Christus inlijft".

In de heilsorde denken we na over de verschillende weldaden die de kerk uit Christus ontvangt. Wat betekent het om met Christus verenigd te zijn...

Omschrijving

De toepassing des heiis is van oudsher in de christelijke kerk een belangrijk onderwerp geweest. Pelagius, die rond 430 leefde, stelde dat de mens door goede werken kon zalig worden. Later leerde de roomse kerk dat de sacramenten - Doop en Avondmaal - de zaligheid konden schenken. Iedere keer zien we dat er mensen zijn die de heilsorde, het deel krijgen aan de zaligheid, beginnen bij de mens. De verloren mens moet dan door zijn krachten weer behouden worden.

In al die opvattingen komt de mens bij de heilsorde in het middelpunt te staan. De Bijbel echter begint bij God. In de schepping was God de eerste. In den beginne schiep God den hemel en de aarde (Genesis 1: 1).

In de genade is God ook de eerste. De Heere zoekt Adam en Eva op. Waar zijt gij? (Genesis 3: 9). En de Heere openbaart de weg van het heil. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen (Genesis 3: 15). Zo gaat het elke keer in de Bijbel. Het begint bij God. In de Reformatie werd die waarheid weer opnieuw ontdekt. Luther leerde weer dat Gods vrijsprekende gerechtigheid redt van de dood. Ook Calvijn stelde de eer van God weer in het middelpunt. De zaligheid is uit God. Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (Romeinen 11: 36). De heilsorde begint daarom ook altijd bij God. Bij elke definitie van de orde van het heil is God het onderwerp. Hij doet het en niemand anders... Het is de orde, in welke de "Heilige Geest de uitverkorenen de weldaden deelachtig maakt, die hun, naar het welbehagen des Vaders, door Christus verworven en die zij in Hem, als hun Hoofd, alrede deelachtig zijn, maar die in de tijd des welbehagens hun dadelijk worden toegepast", aldus ds. G.H. Kersten. Deze omschrijving is wellicht een beetje moeilijk. Maar de kern komt er duidelijk in terug. Het gaat om het werk van God de Drie-enige: het gaat om de toepassing van Christus verdiensten. Het gaat om de kracht en de werking van wederbarende genade. De wind blaast...

Overvloedig

Wat past de Heilige Geest toe? De Bijbel staat vol met de rijkdom en de heerlijkheid van de kinderen Gods. Gods kinderen zijn echt de rijkste en de gelukkigste mensen op aarde. Echt... Voor hen wordt gezorgd. Voor de tijdelijke dingen en voor de eeuwige dingen. In de Twaalf Artikelen lezen we over vergeving der zonden, wederopstanding des vleses en het eeuwige leven. Paulus schrijft in 1 Korinthe 12 en 13 over geloof, hoop en liefde. We lezen in de Bijbel over blijdschap. !n U zal ik mij verblijden en van vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste (Psalm 9: 3). We lezen over vrede. Want Hij is onze Vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende (Efeze 2: 14). We lezen over genade en gemeenschap. De genade van den Heere Jezus Christus en de liefde Gods en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. Amen. (2 Korinthe 13: 13). De rijkdom van Gods kinderen is overvloedig. Het werk van Christus is ook onuitputtelijk.

In de heilsorde proberen we de orde die er ligt in de heilsweldaden op het spoor te komen. En zo zien we dat Gods kinderen eerst geroepen worden. Door Woord en Geest worden ze geroepen uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. De roeping is de eerste weldaad. Door de roeping worden Gods kinderen wederom geboren. Dat is de tweede weldaad: de wedergeboorte. De Heere spreekt hen ook allemaal vrij van schuld en straf. Dat is de rechtvaardiging. Hij vernieuwt en bewaart. Dat is heiliging en bewaring. En zo zijn er verschillende weldaden. In de Bijbel kunnen we daarover lezen. De Heilige Geest past de weldaden toe. Hij werkt in de harten van verloren zondaren. Ook vandaag nog.

Orde

Hoe past de Heilige Geest toe? Sommigen maken van Gods werk een systeem. Ds. Kersten wijst erop dat de "bediening des Heiligen Geestes zo rijk, zo veelzijdig is, dat we Gods eer zouden aanranden, als we van Zijn organisch werk modelwerk zouden maken". De leidingen van de Heere met zijn kinderen zijn niet gelijk, geen systeem. Toch is er in het werk van de Heilige Geest wel orde. Geen systeem; wel orde. Aan de kennis van de verlossing gaat de kennis van eigen verlorenheid vooraf! In de Catechismus gaat het over drie stukken. Het gaat over ellende, verlossing en dankbaarheid. De opstellers van de catechismus hebben deze orde bewust gekozen. De Heere werkt in het geweten altijd eerst kennis van ellende. De ellendekennis is noodzakelijk om mensen begerig te maken naar de verlossing. Calvijn merkt op dat de kennis der ellende "vatbaar maakt om de genade van Christus te ontvangen". En volgens Calvijn moeten we er goed op letten dat "Christus alleen benauwden de hand reikt, om tussen de discipelen en de verachters van Zijn Evangelie een grenslijn te trekken" (Calvijn op Mattheüs 11: 28). In het werk van de Heilige Geest zit dus een heilige orde. De Heere bewijst genade aan ellendigen. Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden (Mattheüs 5: 4). Hij vertroost armen, hongerigen, dorstigen, enzovoort (Zie Mattheüs 5: 1-12).

Tenslotte..

De wind blaast... Ook vandaag is het nog het heden der genade. Ook vandaag gaat het Woord des Konings nog uit. Het Evangelie is een blijde boodschap voor ellendige mensen. De kracht van het Woord komt ook vandaag nog openbaar. De Heere roept nog. Uitwendig roept Hij door Zijn Woord. Inwendig roept Hij door Zijn Geest. Het hart van Lydia werd geopend, opdat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Het zaad van het Woord viel in een weltoebereide aarde. Zo gaan de zaaiers van het Woord ook vandaag nog uit. Deed het Woord reeds kracht in jouw leven? Leef je nog steeds aan het Woord voorbij? Bedenk toch heden wat nodig is. De Heere zond Zijn Zoon naar de wereld. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt  God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wien Hij wil, en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den gekruisigde. Want (...) hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Romeinen 10: 14 en 15).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen