"Missen we onze oudste broeder nog?"
Verslag Winterconferentie's 2004
"En nu wat verwacht ik, o Heere, mijn hope is op U." Met deze woorden uit Psalm 39 opende de heer J.H. Mauritz de winterconferentie in Amerongen. "Buiten Christus is er voor Israël, voorde kerk, voor jou en mij geen enkele verwachting. David, de man naar Gods hart, stelde zijn hoop op God. De Heere zag naar hem om. Wat een wonder: 'Hij zag op Mij, toen zag ik op Hem en waren we voor eeuwig samen" citeerde de Jeugdbond-directuer de Schotse predikant R.M. McCheyne. De heer Mauritz sprak de hoop uit dat de conferentie gebruikt zou mogen worden "om onze verwachting, ook voor de toekomst, op Christus alleen te stellen."
Ds. C. Sonnevelt, die voor ons een lezing hield over het thema 'Verwachting voor Israël', gaf vooraf een aantal waarschuwingen. "We kunnen ons vergissen als het gaat om de toekomst. De Bijbel is geen legpuzzel, waarvan wijzelf de stukjes bij elkaar moeten brengen. Voorzichtig spreken is altijd geboden en we dienen ons altijd te laten leiden door het gehele Woord van God. Een ander gevaar is dat we alleen aandacht geven aan het Israël van het verleden en de toekomst en onze roeping voor het huidige Joodse volk vergeten. Denken en zuchten we wel eens voor de Joden? " vroeg ds. Sonnevelt. "Ook moeten we Romeinen 11, waarin zoveel rijke beloften
staan voor het Joodse volk, niet isoleren van Romeinen 9 en 10, waarin zo indrukwekkend Gods soevereiniteit wordt vertolkt en de zonde van het ongeloof van het volk Israël wordt veroordeeld.
Het fundament van de verwachting voor Israël ligt in de gehele Schrift waarin God, de HEERE, de God van Abraham, Izak en Jakob, belooft om te zien naar een ontrouw volk. De Heere zal Zijn aangezicht doen lichten voor Israël. De Schotse Samuel Rutherford had wel honderd jaar uit de hemel willen blijven om dat mee te maken."
Grote obstakels
Ds. Sonnevelt gaf een uiteenzetting van de betekenis van Romeinen 11. "In het overblijfsel naar de verkiezing der genade houdt de Heere vast aan Israël. God heeft naast de olijfboom, het beeld dat Paulus gebruikt voor het Joodse volk, geen andere boom geplaatst, zoals de vervangingstheologie leert. De Heere zal het niet bij een overblijfsel laten, maar eens zal de brede stroom van het Joodse volk zich tot God bekeren. Daarvan getuigt Romeinen 111 Wat zal er dan een heerlijke tijd aanbreken voor Israël en de kerk uit de heidenen. Een geestelijke lentetijd zal neerdalen op de gehele aarde, wanneer de Joden als volk het geloof in Jezus Christus zullen ontvangen. Daarom, het denken over de toekomst van Israël is niet voor een aantal liefhebbers, maar maakt wezenlijk onderdeel uit van Gods Woord. Wat hebben we een dunne Bijbel als we dit niet erkennen. De Heere zal Zijn Woord waarmaken boven bidden en denken."
Na de lezing was er de gelegenheid om vragen te stellen. Op de vraag of Evangelieverkondiging onder Joden moeilijk is, antwoordde ds. Sonnevelt bevestigend. "Er zijn verschillende grote obstakels tussen christenen en Joden, die alles te maken hebben met de wijze waarop het Joodse volk in de - recente - geschiedenis is behandeld. Toch vindt het Woord ook nu Zijn weg, daar ben ik zelf getuige van geweest."
Een andere vraag was: "Kunt u meer ingaan op het verband tussen de bekering van Israël en een wereldwijde geestelijke opwekking? " De predikant antwoordde dat "de gedachte dat dit verband duidelijk aanwezig is, allereerst op diverse plaatsen in Gods Woord te vinden is. Daarnaast leefde deze verwachting in sterke mate bij de 'oude' schrijvers, bij de Engelsen en de Schotten - 'the Puritan hope' - , maar ook bij de Nederlandse oudvaders. De kerk zal niet als een nachtkaarsje uitgaan, maar heeft nog wat tegoed. Als Gods oordelen over de aarde gaan, zal Israël bezocht worden en breekt er een geestelijke lentetijd aan voor Gods kerk op aarde."
Oudste broeders
Verder werd gevraagd: Wanneer weet je of een belofte in het Oude Testament, bijvoorbeeld Jesaja 44:3 - Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge - alleen voor Israël is of ook voor je persoonlijk? Volgens ds. Sonnevlt "moetje dit pertekst bezien. Vaak is er sprake van een meervoudige vervulling en
hoeft het één het ander niet uit te sluiten. De Bijbel leert nergens dat de kerk in de plaats van Israël gekomen is, zoals de vervangingstheologie zegt.
De boom is niet vervangen, maar uitgebreid onder al de volken totdat de volheid der heidenen zal zijn ingegaan. De Jood blijft in het huisgezin van de Heere een bijzondere plaats innemen. Ze zijn onze oudste broeders. Missen we de lege plaats van onze oudste broer nog wel? Is er gebed voor de oudste zoon? Zijn we zelf al als die verloren jongste zoon teruggebracht in het Vaderhuis? "
Genietend van een mooi laagje sneeuw liepen we de volgende ochtend naar de eetzaal voor het ontbijt. In groepen werd daarna een bijbelstudie gedaan over 2 Thessalonicenzen 3:1 - 15, die door de heer Mauritz plenair werd behandeld.
Intensiever
Inmiddels was ds. W. Harinck gearriveerd om voor ons een lezing te verzorgen met als titel 'Verwachting voor jou? ' "Verwachting heeft te maken met de leer van de laatste dingen, de eschatologie. In tegenstelling tot allerlei sekten en stromingen die vaak een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen voorafgaand aan de wederkomst van Christus hanteren, laten onze belijdenisgeschriften zich hierover sober uit. In het woord verwachting ligt een zekere spanning, het is een ingespannen afwachten. Kennen wij die heilige spanning met de roep: Kom Heere Jezus, ja kom haastelijk? De Thessalonicenzen waren in deze spanning ontspoord. Ze hadden een overspannen verwachting. Wat zou Paulus over onze gemeenten zeggen als hij daaraan een bezoek zou brengen? Zou hij ons niet vermanen van onze vaak ontspannen en ongeestelijke houding?
Het laatste der dagen duidt op de periode tussen de eerste en de tweede komst van Christus. Kenmerken, tekenen van deze tijd worden in de Bijbel genoemd: verleiding, oorlogen, ziekten, verdrukking, openbaring van de antichrist. Al deze dingen moeten geschieden en nog is het einde niet. Maar ook: verkondiging van het Evangelie: het Evangelie van het Koninkrijk moet in de gehele wereld gepredikt worden en het nationaal en geestelijk herstel van Israël. In onze tijd zien we dat de tekenen der tijden intensiever worden.
Er zijn ook tekenen die gepaard gaan met de wederkomst zelf: Deze zal zijn onverwacht, lichamelijk en zichtbaar, gepaard gaan met geweldige tekenen in de natuur. De satan zal definitief overwonnen worden, Christus zal het Koninkrijk teruggeven aan de Vader. Het is de komst van Christus om te oordelen. De schepping zal hersteld worden en er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen.
Wapenrusting
Wat is doorslaggevend voor onze persoonlijke verwachting? Of we Christus kennen als onze Redder en Zaligmaker. Hij staat te komen, maar kennen we Hem omdat Hij ons heeft opgezocht? Is deze Jezus in de nood je Redder geweest? Dan heb je niets te vrezen.
Het geloof verwacht dezelfde Jezus die in de nood van de ziel redding bracht. Het geloof ziet alles in een lijdende en versmaadde Jezus, maar ook in een verheerlijkte Zaligmaker, Die eens zal terugkomen. De dag van de wederkomst zal een eeuwig wee brengen voor de goddelozen. In hun geweten zullen ze overreed worden. Een vijand van Christus te zijn, dat overleef je niet. De gemeente van Christus dient waakzaam, weerbaar en werkzaam te zijn als het gaat om de komst van Christus. Waakzaamheid heeft alles te maken met een voortdurend gebed, ook om staande te blijven in de verleiding. Weerbaarheid betreft het hanteren van de geestelijke wapenrusting in de strijd tegen zonde, duivel en eigen vlees. Werkzaamheid is het getrouw uitvoeren van de opdracht om het Evangelie in de gehele wereld te prediken. Deze drie vereisten tonen ons onze zwakte. In plaats van pelgrims zijn we geruste wereldburgers geworden en hebben we de wachtkamer van koning Jezus ingewisseld vooreen geriefelijke huiskamer. Onze pelgrimstaf hebben we opgeborgen in het museum van Oudheden, volgens een uitspraak ds. G. Boer.
Hoofd naar b oven
Wat als je zeggen moet, ik ken deze Bruidegom nog niet? Bekeer je, haast je, spoed je. Er is nog plaats. De Heere Jezus staat met uitgebreide armen voor ons in de boodschap van het Evangelie: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden. Een gegronde verwachting van een levende Jezus uit de hemel weegt op tegen alle strijd en kruis. Wat zal dat zijn, als deze verwachting werkelijkheid zal worden!"
Opnieuw konden vragen worden gesteld, die door ds. Harinck en de heer Mauritz werden beantwoord.
Zo werd er gevraagd: "Is het verwachten van Christus om verlost te zijn van de moeite niette zelfgericht? " Volgens ds. Harinck "heefteen christen droefheid. Moedeloosheid is niet het edelste motief om Christus' komst te verwachten. Betere motieven zijn de eer van Christus, de overwinning op de satan en het ophouden van de zonde. Toch is God is bewogen met moedelozen, denk aan het sturen van een engel naar Elia. De trekkende kracht van Christus trekt het hoofd naar boven."
Ook werd gevraagd: "Hoe kunnen we het vreemdelingschap praktisch invullen? " De predikant van Woerden antwoordde dat "het voor Gods kind een voortdurend gebed en strijd is om echt vreemdelingte zijn: 'Heere houd U me vast'. Het uitzien naar Christus verdiept als je ziet wie je zelf bent en blijft. Er is er maar Eén geweest die echt vreemdeling was, en dat was Christus. Met ons gebrek moeten we op onze knieën naar Hem toe. Daarnaast mogen ons praktisch afvragen: moet al die westerse luxe wel en vertonen we hiermee het beeld van de vreemdeling? "
Maran-atha!
Eén van de aanwezigen vroeg of de uitdrukking 'In het isolement ligt onze kracht' wel klopte. "Ligt in levensheiliging met een open venster naar de wereld niet onze kracht? " Volgens ds. Harinck is "de uitspraak van het isolement zeker niet bedoeld om de luiken naar de wereld maar dicht te doen en met een boekje in een hoekje te kruipen. Als Christus je dierbaar is, gun je Hem veel zondaren en gun je veel zondaren Christus. Calvijn zei: 'Een christen is niet alleen wachter, maar ook strijder'. Het Bijbels isolement is het geheiligd zijn door de Geest van Christus."
Een andere vraag was: "Kun je na ontvangen genade nog angst hebben voor de wederkomst? " Bevestigend antwoordde ds. Harinck hierop. "Er kan strijd in het hart zijn over de echtheid van het geloof, een geslingerd worden tussen hoop - Ulieden dan die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan-en vrees-Hoe zal ik zonder verschrikking voor God verschijnen?
Vlucht met je vrees tot Jezus. Hij ging naar de hel, terwijl ik die weg moest gaan. De dood is de laatste vijand. Sommigen van Gods kinderen kunnen daar sterk tegen op zien, maar het zal eeuwig meevallen. Een nauw leven is vaak een ruim sterven."
"Hoe weetje zeker bereid te zijn? Ik heb vaak niet zo'n sterk verlangen naar de wederkomst, maar wel een heimwee naar God." Het antwoord vands. Harinck: Heimwee is een verlangen naar het huis met de vele woningen. Zonder dit heimwee kun je niet verlangen naar de wederkomst. Hoe kun je het zeker weten? Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn. De laatste ontmoeting met Christus is de beste verzekering. Hij is de biddende Hogepriester." De heer Mauritz sloot de conferentie af, gewoontegetrouw ook dit keer met een gedeelte uit een preek van ds. McCheyne over 1 Korinthe 16:22: ndien iemand de Heere Jezus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha!
"Maar zal iemand vragen, zullen er ook nog zijn die bedroefd zullen zijn? Ik antwoord: oja, u die de Heere Jezus niet liefhebt. Op die dag zult u met een vloek gevloekt worden, en, o dat zal een bittere vloek zijn terwijl er overal blijdschap is. Juist dit contrast zal uw ellende verzwaren, O lieve zielen, vlied nu van de toekomende toorn."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004
Daniel | 32 Pagina's