Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De duivel in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De duivel in de kerk

"Te moeilijke woorden zien wij als argument om de boodschap te laten liggen"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als de kerkdeuren open gaan, kun je ervan op aan dat de duivel mee naar binnen slipt. Er is daar veel voor hem te doen. In de werkplaats van de Heilige Geest. Hij is ook op zondag actief! Een rustdag is er voor hem niet bij.

"Te moeilijke woorden zien wij als argument om de boodschap te laten liggen"

De duivel houdt zich in de kerk bezig met het scheppen van ergernis. De één ergert zich omdat de deur naar de gang steeds open staat, de ander omdat er te snel gezongen wordt, een derde omdat er te laag gezongen wordt, een vierde omdat hij steeds wat geluid hoort uit de crèche, een vijfde omdat kinderen voor hem in de bank aan het draaien zijn. De duivel stookt ieder vuurtje op.

Een heel geliefd en effectief middel van hem is om je kritisch het optreden van de dominee te laten beoordelen. Misschien heb je kritiek op het taalgebruik, op de wijze van voordracht. Misschien ook - of samenhangend daarmee - op de inhoud. Misschien weet je zeker, dat je kritiek terecht is. Je hebt persoonlijk niets tegen die man, maar zijn preken...! Om over preeklezen maar helemaal niet te spreken.

Kritiek op de preek: vandaag de dag één van de meest succesvolle listen van de satan. Het blokkeert de oorpoort effectief. Ik zou er graag drie opmerkingen over willen maken.

Berea

In de kerk hoef je niet alles voor zoete koek te slikken. "De leer van Christus vreest geen onderzoek", aldus Matthew Henry. Dat onderzoeken mag ook door jongeren. Graag zelfs. Pak de Bijbel er maar bij, als je uit de kerk komt. Bestudeer de tekst, de kanttekeningen en betrouwbare verklaarders. Heel goed!

De gemeenteleden in Berea die dat deden, worden in de Schrift geprezen. Ze blonken uit (Handelingen 17:11). Spiegel je vooral aan de gemeente van Berea. Ze onderzochten dagelijks de Schriften.

Hoe deden ze dat? Wat was hun intentie, hun motivatie? Laten we de tekst nog eens helemaal lezen. En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. De tekst begint dus met te zeggen dat ze het woord ontvingen met alle toegenegenheid. Uiterst bereidwillig luisterden ze naar het woord van de apostel.

Je kunt dus op twee manieren onderzoeken. Kritisch, om af te breken. Kritisch om de preek te verwerpen.Maar ook verlangend, om meer zekerheid te mogen krijgen en meer onderwijs te vinden. Het is immers uiterst belangrijk dat je Gods Woord goed begrijpt. Dat eerste, onderzoek om kritisch te zijn, is van de duivel. Dan doet de preek geen enkel nut. Dagelijks onderzoek met alle toegenegenheid is van de Geest. Dan is er vrucht te verwachten.

Als die toegenegenheid er is, die bereidwilligheid, kun je gerust komen met positieve feedback naar de predikant. Daar kan een predikant veel aan hebben. Hij hoort dan hoe het Woord dat hij biddend heeft voorbereid, landt in de gemeente. En als hij het niet kan hebben, dan lijkt hij weinig op Mozes, de zachtmoedigste man ter wereld (Numeri 12:3).

Maar wees alert! Ons hart is arglistig. Waarom uit je die kritiek? Is het met 'alle toegenegenheid? ' Waar gaat het om? Onderzoek je zelf voortdurend voor Gods aangezicht. Liefde sticht, kennis maakt opgeblazen.

Goudzoeker

Als je er gevoelig voor bent, is het maar een kleine moeite voor de duivel om je zover te krijgen dat je je gaat ergeren aan een preek of aan een predikant. Die ergernis is misschien goed te begrijpen als iemand jouw predikant ook zou kennen. Als iemand met je mee zou gaan naar de kerk en dezelfde preken zou horen. Dan zou hij of zij zich misschien ook wel ergeren. Zo kun je jezelf rechtvaardigen. Je ergernis goedpraten. Toch is het een list van de duivel. In het koninkrijk van God gaat het er anders aan toe, dan de duivel je wil doen geloven.

God heeft Zijn eigen, enige Zoon in de wereld gegeven. Zelfs als we dit in menselijke verhoudingen proberen te begrijpen, gaat dit ons verstand te boven. Welke vader geeft zijn innig geliefde kind nu vrijwillig over in handen van moordenaars? Dat kun je al niet begrijpen. Maar welke vader zou zijn innig geliefd kind overladen met zijn eigen toorn, hem in diepe angsten doen verzinken, tot de dood erop volgt? Dat is onbevattelijk. We moeten volstaan met verwondering: God gaf zijn Zoon over, blijkbaar uit liefde tot mensen die tegen Hem opstaan.

De Heere laat het daar niet bij. Hij wil die boodschap over heel de aarde verspreiden. De Heere herhaalt, herhaalt, herhaalt Zijn nodiging, Hoe vaak heeft Hij dat woordje 'Kom!' al in je oren laten klinken? Maar de mensen luisteren liever naar het samenzweerderige gefluister van de satan dan naar de boodschap van het Evangelie.

In die verkondiging zit iets vreemds. Gods plannen zijn onnavolgbaar. Als de Heere nu zoveel in het werk stelt, om die weg weer te openen, waarom zoekt de Heere niet met wat meer zorg Zijn knechten uit? Als het nu zo'n grote en kostbare gave is, waarom laat Hij dat geschenk dan niet door engelen de wereld in dragen? Waarom laat Hij die goede boodschap, die Hem zoveel heeft gekost, door eenzijdige, zondige, egocentrische, eigenwijze predikers uitdelen? Dat is niet te begrijpen. We kunnen slechts zeggen: et heeft God behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken (1 Korinthe 1:21). Wij hebben deze schat in aarden vaten (2 Korinthe 4:6) Misschien juist wel om de wijzen en verstandigen te beschamen en de eenvoudigen te bereiken.

Eigenlijk kunnen we er slechts dit van zeggen: het was Gods welbehagen om die heerlijke, onmetelijke boodschap van genade en verlossing, van liefde en heil, te leggen in de monden van zondige, eenzijdige, gebrekkige mensen! En dan wij. Luisteren we naar de knechten of naar de boodschap? Calvijn gaat hier uitgebreid op in in zijn Institutie. Hij zegt: "Als wij nukkig en wrevelig zijn over de prediking, hoeveel van het goud glipt er niet door onze vingers, hoeveel Evangelie stuit er niet af op ons hart en hoe verkneutert de duivel zich." Calvijn geeft aan dat je naar de preek moet luisteren, zoals een goudzoeker zoekt naar goud. Hij zit aan de rand van een riviertje, leder keer opnieuw schept hij de steentjes van de bodem en wast ze schoon in zijn zeef. Hij speurt of er een steentje in zit, dat een klompje gouderts zou kunnen zijn. Aan de andere steentjes besteedt hij geen enkele aandacht. En als hij de hele dag heeft gezocht en er was een klompje goud bij, dan gaat hij opgetogen naar huis

Zo moet je ook luisteren naar een preek. Is er iets voor jou bij? Misschien moet ik het sterker formuleren. De Heere wil door deze prediking iets tot jou zeggen. Iets wat uiterst belangrijk voor je is. Iets dat veel meer waar is dan goud of zilver. Iets van levensbelang. Dat moet ons onder de preek dus bezighouden. Biddend luisteren: Heere wat wilt U vanmorgen, deze middag, tot mij zeggen. Biddend of je oor, je hart geopend mag worden. Biddend of er geen hindernis zal zijn.

Consult

Tenslotte nog een derde opmerking. Kun je zien hoe de duivel met je speelt... Stel je nu eens de volgende situatie voor. Je gaat naar een arts. Je hebt zojuist vorige week gehoord dat je een mogelijk een ernstige ziekte hebt. Kom je binnen bij die arts. Van een sympathieke ontvangst is geen sprake. Die arts lijkt wel een beetje contactgestoord. Hij negeert - bewust of onbewust - je uitgestoken hand en zegt: 'Ga daar maar zitten'. Terwijl hij naar zijn computerscherm kijkt, vertelt hij wat er aan de hand is. Hij praat binnensmonds en je kunt het maar nauwelijks verstaan. In ieder geval begrijp je dat het onderzoek heeft bevestigd dat je inderdaad ernstig ziek bent. Je moet medicijnen gaan

gebruiken. Die moet je vooral trouw innemen. De arts geeft nog een paar andere aanwijzingen die belangrijk zijn voor het genezingsproces. Dan geeft hij je nog een onpersoonlijke hand - zelfs even sterkte wensen, kan er niet af - en kijkt over je schouder al de wachtkamer in naar de volgende patiënt.

Je komt thuis. En wat zeg je? Die arts gebruikte allemaal moeilijke woorden. Ik kon het nauwelijks verstaan. Ik vind het een onpersoonlijke man. Dus ik neem die medicijnen niet in en ik doe net of er niets aan de hand is. Moet die man mij maar wat normaler behandelen.

Doe je dat? Ik dacht het niet. Hoewel je nu niet direct enthousiast bent over je arts, integendeel, pak je toch de boodschap op. Je gaat meteen die pillen halen bij de apotheek. Je houdt je aan de aanwijzingen. En mogelijk ga je proberen meer te weten over de ziekte die hij noemde. Je gaat eens op informatie uit in de Medische Encyclopie of op internet. Met andere woorden, de onplezierige houding van de arts verhindert je niet om zijn boodschap volop serieus te nemen.

In de kerk lijkt dat totaal anders. Als een dominee te moeilijke woorden gebruikt, onpersoonlijk preekt, eenzijdig is, dan zien we dat blijkbaar als argument om de boodschap te laten liggen. Terwijl het gaat om een boodschap met een hoge urgentie, die tegelijk heel belangrijk is. We zijn namelijk ten dode opgeschreven en weten niet hoeveel tijd we nog hebben om genezing te zoeken. Allemaal toch wel heel vreemd, dat we de schuld bij de predikant neerleggen en zelf rustig doorgaan alsof er niets met ons aan de hand is. Heel vreemd. Het moet wel een misleiding van de duivel zijn. Daar komt nog iets bij. Soms zegt

men: de dominee preekt wel wat lijdelijk. De spits van de preek is altijd maar gericht op het feit dat uiteindelijk slechts God je kan bekeren. Maar je moet toch zelf ook zoeken. Je moet toch zelf actief bezig zijn met Gods Woord en in gebed. Er wordt in de preek zo weinig verantwoordelijkheid bij de mens gelegd.

Maar dan zou ik zeggen: 'Fijn dat je dat zo reageert. Fijn dat je dat inziet. Dan ben je zelf zeker wel dagelijks Gods Woord aan het onderzoeken. Dan smeek de Heere toch zeker wel dag aan dag, of hij je genadig wil zijn. Dan laat je toch zeker geen ogenblik voorbij gaan om dat woord te horen. Als je dat zo helder inziet, dan wordt jouw leven toch wel getekend door de tekst: Strijdt om in te gaan! Dat zou je denken, maar de praktijk is vaak anders. Mensen die het verwijt van lijdelijkheid bij de dominee neerleggen, vinden het verder prima. Hoewel ze weten wat ze moeten doen om genade te vinden; hoewel ze zo een tekst uit de Bijbel kunnen citeren, die de mensen aan het werk zet, toch blijven ze steken in commentaar op de preek. Dat is toch vreemd. Als je nu zelf weet wat je moet doen, waarom doe je het dan niet? Waarom wacht je tot de preek appellerend wordt? Het gaat toch om je eigen zaligheid? Kwestie van leven of dood, immers! Het moet wel een list van de duivel zijn, lijkt me.

Tenslotte

Natuurlijk bedoel ik hiermee niet dat de dominee het altijd goed doet. Helemaal niet. Dominee-zijn is vaak een eenzaam ambt. Een aantal gemeenteleden eert een predikant zo dat het grenst aan verafgoding. Ga daar maar eens goed mee om. Houd in zo'n situatie als dominee dat hoogmoedduiveltje maar eens op een afstand.

De dominee heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. De luisteraar heeft een eigen verantwoordelijkheid. Als de dominee commentaar op een preek krijgt, moet hij niet meteen denken: 'Oh, dat komt van die. Dan weet ik wel uit welke hoek de wind waait.' Zo wordt mogelijke waardevol commentaar ontkracht. Het is voor een dominee niet moeilijk om zijn omge.ving zo te beïnvloeden dat niemand meer commentaar levert. Dat is niet gezond. Het zou goed zijn als ër in een gemeente een cultuur is, waarin ook - met alle toegenegenheid! - ambtsdragers, en ook de predikant, vrijmoedig feedback zouden krijgen. Het zou een goede gemeente zijn.

Maar uiteindelijk is de preek de verantwoordelijkheid van de predikant. Als de predikant zijn preek te weinig voorbereid, is dat voor ons geen reden om het Woord naast ons neer te leggen. Het is een vreselijke list van de duivel. Daar kun je oud mee worden. Daar kun je evenwel niet mee sterven. Met dat argument zul je op de dag des oordeels geen steek verder mee komen.

Aan de gemeente van Korinthe stelt Paulus het volk van Israël tot een voorbeeld. Ook zij hadden veel kritiek op Mozes. Maar door hun gemopper vielen ze in handen van de verderven de duivel. Dat is de consequentie van ongeheiligde kritiek op de preek. Overdenk deze woorden: En murmureert niet, gelijk ook sommigen van hen gemurmureerd hebben, en werden vernield van den verderven En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 2005

Daniel | 32 Pagina's

De duivel in de kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 2005

Daniel | 32 Pagina's