Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Profeet van Gods heil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Profeet van Gods heil

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Habakuk leeft in een moeilijke tijd. Zijn hart wordt vervuld met grote vragen, als hij ziet op de weg die de Heere met Zijn volk gaat. Maar temidden van de donkere wolken die zich boven het volk samenpakken, breken de heldere stralen van Gods heil in het gezicht dat hij ontvangt door en wekken in zijn hart het vertrouwen op God.

Het boek van de profeet begint met een klacht. In de eerste verzen klinken het 'HEERE. hoelang? ' en 'waarom? ' De profeet ziet de misstanden die er heersen in Juda: de wet van God wordt overtreden en er heerst onrecht.

Op de klacht van de profeet kondigt de Heere de komst van de Chaldeeën (de Babyloniërs) aan. Er zijn wonderlijke bewegingen in de volkerenwereld op komst. De macht van Assyrië is verschrompeld en de macht van Babel zal opkomen. De Heere gaat hen als instrument in Zijn hand gebruiken om de goddelozen te straffen.

Dit ontlokt aan opnieuw een klacht aan de profeet. Waarom brengt de Heere deze dingen over de wereld? Hoe kan de Heere deze volken gebruiken om Zijn volk te straffen? Hij is toch de Heilige! Zo is het hart van de profeet boordevol vragen over Gods beleid. Maar hij komt door genade met deze vragen op de juiste plaats terecht.

De profeet gaat op de wacht staan om antwoord van de Heere te ontvangen. Hij krijgt van de Heere de opdracht om het volgende woorden duidelijk zichtbaar op tafelen te schrijven: e rechtvaardige zal door zijn geloof leven (Habakuk 1:4). Deze woorden worden een gezicht genoemd. Ze wijzen ver vooruit op het grote heil dat God in de Messias geven zal.

Maar ook nu al zal de Heere komen tot verlossing van Zijn volk. De Heere laat de profeet zien dat de Chaldeeën ook zelf weer vanwege hun onrecht door de Heere gestraft zullen worden. De profeet spreekt een vijfvoudig 'wee' over hen uit. Door heel het wereldgebeuren. gaat de Heere in heerlijkheid Zijn weg. Hier past een heilig zwijgen en toezien wat de Heere doen zal. Aan het einde van het boek Habakuk schrijft de profeet een diep en rijk gebed op. Alhoewel het volk in al deze gebeurtenissen zwaar door de Heere zwaar gekastijd wordt en hun bestaansmogelijkheden tot het absolute minimum worden beperkt, toch is de vreugde en sterkte van de profeet in de HEERE, de God zijns heils.

De profeet Habakuk vertolkt hier in de crisis van Juda's volksbestaan het 'nochtans' van het geloof. De echo van deze boodschap klinkt in het Nieuwe Testament na. Als Paulus de kern van het Evangelie moet weergeven, grijpt hij juist naar de woorden van de profeet Habakuk. Hij schrijft: ant de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: aar de rechtvaardige zal uit het geloof leven (Romeinen 1:17). In de verkondiging van dit Evangelie van de rechtvaardiging van de goddeloze vindt het vergezicht van de profeet zijn uiteindelijke vervulling. Want nu nog is er een volk dat het moet inleven het rechtvaardige oordeel van God verdiend te hebben. In het licht van Gods recht kunnen ze niet bestaan.

Nochtans schenkt God hen, zonder enige verdienste van hun kant, uit genade, deel aan de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus. Hij rekent hun die toe, alsof ze nooit enige zonde hadden gekend of gedaan! In de oefening van het geloof mogen ze daarvan de zalige vrucht ontvangen in het smaken van de vrede en de vreugde in God door Christus. 'Gij hebt m' in 't hart meer vreugd gegeven, dan and'ren smaken in een tijd, als zij door aards geluk verheven, bij koorn en most wellustig leven, in hunnen overvloed verblijd' (Psalm 4:4 berijmd).

Schrijver: Werkterrein: Tijd: Tijdgenoten: Thema: Habakuk is de profeet en ziener. Over zijn persoon is niets bekend. De profeet werkt in Juda. Hij werkt in de tijd van de opkomst van de Chaldeeën (Babyloniërs). Zijn klacht betreft wellicht het onrecht ten tijde van koning Jojakim (ca. 600). Habakuk is een jongere tijdgenoot van Zefanja. In de tijd van Jojakim profeert ook Jeremia. Gods heil in de weg van het gericht

Inhoud

1:1-4 1:5-11 1:12-17 2:1-4 2:5-20 3:1-19 Klacht over onrecht in het land Aankondiging van de komst van de Chaldeeën Klacht over Gods onbegrepen weg Het uitzien van de profeet Het oordeel over de Chaldeeën Het lied van Habakuk

Kerntekst Habakuk 3:17 en 18

Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal. dat het werk des olijfbooms liegen zal en de velden geen spijze voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal. en dat er geen rund in de stallingen wezen zal. zo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God mijns heils.

Leeswijzer

Klacht van de profeet 1:2-4, 12:17 De profeet als wachter 2:1-4 Geloofsvertrouwen 2:4, 3:17-19 Gods heiligheid 1:12, 13 Vijfvoudig wee over de vijanden 2:5-20 Gods heerlijkheid 3:1-16

De hoofdinhoud van het gezicht van Habakuk is de boodschap van het Evangelie, zoals vertolkt in Romeinen 1:17, Galaten 3:11 en Hebreën 10:38.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 2005

Daniel | 36 Pagina's

Profeet van Gods heil

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 2005

Daniel | 36 Pagina's