Voor ditmaal ga heen
Voor ditmaal ga heen, en als ik gelegener tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen (Handelingen 24:25b).
"Laten we het buiten de Heere JeZUS en Zijn werk niet wagen"
De apostel Paulus is van Jeruzalem overgebracht naar Cesaréa. In Cesaréa woont de stadhouder Felix. Paulus zal daar voor hem en zijn vrouw het Woord Gods verkondigen. Felix naam betekent: 'gelukkige'. En wat de uiterlijke omstandigheden betreft, is dat zo: hij is geboren als slaaf en nu is hij stadhouder. Maar wat een mens hier op aarde bij elkaar raapt en vergadert, moet hij een keer loslaten. De Heere Jezus heeft gezegd: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Felix zal gezegd hebben: 'Paulus, vertel ons eens iets over uw godsdienst, over de leer die u overal verkondigt'. Wat is nu de inhoud van Paulus' preek geweest? Lees het maar eens aan het slot van vers 24: het geloof in Christus. Maar een stadhouder moet net zo bekeerd worden als een slaaf. Calvijn zegt: "Het is de wondere raad Gods, die wil dat verworpenen ook het evangelie gepredikt wordt om hen des te meer schuldig te stellen." Bij God is van eeuwigheid bepaald wie er zalig zal worden en wie niet. Maar voor ons als mensen is dat onbekend. Daarom komt de oproep tot allen die onder het evangelie leven: bekeer[ u, bekeert u! Leren we hier in dit leven nooit een rechterstoel kennen, dan zullen we dit aan het eind van ons leven doen. Maar dan is het wel te laat. De toorn Gods wordt in de Bijbel vergeleken bij een brandend vuur. Die toorn is heet, die toorn rookt, ledereen die dit leest: weet dat het nu nog de gelegenheid is om tot God te roepen. Dat we het toch eens zagen hoe ellendig we zijn, hoe dodelijk ongelukkig.
Hoe zullen de hoorders reageren op deze gunnende, maar wel zeer aangrijpende en ernstige prediking? Hoe het bij Drusilla geweest is, weet ik niet, maar op Felix heeft de preek een diepe indruk gemaakt. Lees het maar na in de tekst: Felix, zeer bevreesd geworden zijnde. Zijn geweten ontwaakt. Daarin is hij velen ver vooruit. Er zijn helaas mensen die hun hele leven al naar de kerk gaan, maar die nog nooit gevreesd hebben. Wat erg toch. Jonge mensen, jullie zijn nu in de beste tijd om bekeerd te worden. De wijze prediker zegt: En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap. Felix heeft niet met de preek gespot, zoals men op de Pinksterdag deed. En zoals helaas zo vaak gebeurt. Hij wordt bang. Lijken we misschien op Fefix? Denk eens aan de tijd toen je heel erg ziek was: je wilde alles wel beloven als je maar beter mocht worden. Je mocht beter worden, maar de beloften zijn vergeten.
Er is een heel groot onderscheid tussen slaafse vrees en kinderlijke vrees. Slaafse vrees loopt van de Heere weg, maar kinderlijke vrees kruipt naar de Heere toe. Slaafse vrees doet ons breken met sommige zonden, soms met veel zonden, maar nooit met alle zonden. "De schrik des Heeren alleen, " zegt Calvijn, "brengt een mens tot bekering." Het is onmogelijk voor een mens om zelf zijn hart te veranderen, want we hebben niet alleen lust in de voorwerpen van de zonde, maar we hebben ook lust in ons eigen zondig hart. We zijn niet alleen slecht, we hebben de slechtigheid lief. We haten de wetenschap die ons wijs kan maken tot zaligheid.
Valt Felix van zijn stoel en buigt hij zich in het stof? Roept hij: O God, wees mij zondaar genadig? Helaas niet. Hij verontschuldigt zich: Voor ditmaal ga heen. 'Paulus, we hebben het gehoord, als ik nog eens gelegenheid heb, wil ik echt nog wel eens luisteren.' Een geopend geweten, wordt een toegeschroeid geweten. Felix is overtuigd van Paulus' onschuld, maar houdt hem toch twee jaar gevangen. Geen liefde voor Paulus, wel voor zijn geld. Die mens wordt erger dan tevoren. Wat jaren later wordt Felix. omdat hij onder het Joodse volk een bloedbad heeft aangericht, door Nero afgezet.
Zijn wij wel eens een buitenstaander geworden? De Heilige Geest leert ons onze zonden belijden, onze schuld betreuren. Door de zonde zich des doods waardig gemaakt. Dan krijgen we een Ander nodig. Met de Catechismus gaan we de vraag stellen: "Is er enig middel waardoor wij deze straf kunnen ontgaan en wederom tot genade komen? " Die mensen kunnen niet zalig worden buiten en zonder de Heere Jezus. Maak van uw indrukken en overtuigingen geen grond voor de eeuwigheid. Laten we het buiten de Heere Jezus en Zijn werk niet wagen, want in Hem ligt het leven en bij Hem is de zaligheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 2005
Daniel | 36 Pagina's