Dietrich Bonhoeffer: Leven, werk en betekenis
Het is dit jaar een eeuw geleden dat de theoloog en verzetstrijder Dietrich Bonhoeffer werd geboren. Als onverschrokken strijder keerde hij zich tegen de geest van het heidense nationaalsocialisme in Duitsland ten tijde van het regime van Hitier. Deze strijd heeft ertoe geleid dat hij samen met anderen op 9 april 1945 door ophanging werd omgebracht. Zijn leven en geschriften vertellen een verhaal, dat persoonlijk en indringend is.
Dietrich Bonhoeffer werd op 4 februari 1906 in Breslau geboren. Hij was het zesde kind in een gezin van acht kinderen. Vanaf zijn zesde jaar woonde hij in Berlijn. Zijn vader bekleedde een belangrijke post als psychiater en hoogleraar aan een universiteitskliniek. Dietrich groeide op in een liberaal, aristocratisch milieu, dat gekenmerkt werd door
het respect voor de ouders, een geordend familieleven, grote culturele belangstelling (muziek) en een sceptische houding tegenover godsdienstige zaken. Na het gymnasium doorlopen te hebben begon Bonhoeffer in 1924 zijn theologiestudie. Hij koos deze studie vooral omdat hij erg geïnteresseerd was in filosofie. In 1927 promoveerde hij op een studie over de kerk (Gemeenschap der heiligen). Omdat hij te jong was om predikant te worden ging hij een jaar studeren in New York. Tijdens dit verblijf voltrok zich door het lezen van de Bijbel een grote verandering in zijn leven. Hij zegt daarvan: "Van toen af is alles anders geworden. Dat heb ik duidelijk gemerkt en zelfs andere mensen rondom me hebben het bemerkt." In 1930 promoveerde hij voor de tweede keer, nu op het onderwerp Daad en zijn. Op 24-jarige leeftijd werd hij de jongste docent aan de universiteit van Berlijn.
In 1934 vond in Barmen een synode plaats waaruit de Belijdende Kerk is voortgekomen. Vooral onder leiding van Karl Barth zijn daar de Barmer Thesen opgesteld. Deze vormden een geloofsbelijdenis in zes artikelen, waarin de Heere Jezus Christus beleden en alle daarmee in tegenspraak zijnde ideologieën verworpen werden. Bij deze alternatieve kerk voor de niet Hitler-gezinde Duitse christenen sloot Bonhoeffer zich aan. Van 1935 - 1937 gaf hij leiding aan een predikantensemenarie van de Belijdende Kerk in Finkenwalde. Dit werd al snel illegaal verklaard.
Bonhoeffer was een van de eersten en een van de weinigen die het voor de Joden in Duitsland opnam. Zo heeft hij meegeholpen aan een geheim gehouden operatie om een aantal Joden per trein naar Zwitserland te laten vluchten. Eveneens heeft hij zich gericht tegen de wetgeving van Hitier die geleid heeft tot de gedwongen sterilisatie van 250.000 'genetisch zwakken'.
Dietrich heeft twee keer voor langere tijd Duitsland verlaten. Zo is hij van najaar 1933 tot nazomer 1935 predikant in Londen geweest. Terug in Duitsland zette hij zich in voor de oprichting van een aantal seminaries, die een belangrijke stap vormden voor het kerkelijk verzet. Daar wilde hij zijn studenten de weg van navolging leren. In 1939 vertrok Bonhoeffer naar Amerika. Omdat hij zich schuldig voelde over zijn vertrek uit Duitsland en bovendien leed aan heimwee, ging hij kort voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak terug naar zijn vaderland. Inmiddels heeft dan zijn pacifisme plaats gemaakt voor de bereidheid mee te helpen het regime van Hitier ten val te brengen.
In 1940 trad Bonhoeffer in dienst van de weermacht. Hij moest zijn contacten met het buitenland gebruiken voor spionage voor het Derde Rijk. In werkelijkheid werden deze contacten gebruikt om de geallieerden in te lichten het nazi-regime omver te werpen.
Bonhoeffer verloofde zich in januari 1943 met de veel jongere Maria von Wedemeyer. Tot een huwelijk is het nooit gekomen. Enkele maanden later werd hij gevangen genomen. Vanuit zijn cel schreef hij innige liefdesbrieven, die later zijn uitgegeven (Bruidsbrieven uit de cel). Brieven aan zijn hartsvriend Eberhard Bethge verschenen na de oorlog onder de titel Verzet en Overgave. Toen in juli 1944 een nieuwe aanslag werd gepleegd op Hitier, werd
Bonhoeffer met dit complot in verband gebracht. Samen met andere samenzweerders werd hij op persoonlijk bevel van Hitier opgehangen. Vlak voordat hij uit zijn cel werd opgehaald voor de executie bemoedigde hij zijn medegevangenen met de woorden uit Jesaja 53 en 1 Petrus 1:3. Zijn laatste woorden waren: Dit is het einde, voor mij het begin van het leven." Voordat hij zijn gevangeniskleding aflegde deed hij een innig gebed tot God. Ook op de plaats van de terechtstelling deed hij nog een kort gebed, waarna hij moedig en kalm de trap naar de galg beklom. Een arts die de terechtstelling bijwoonde schreef: Ik heb in mijn praktijk van vijftig jaren als arts zelden iemand zo vol overgave aan God zien sterven."
"Alleen de gehoorzame gelooft en alleen de gelovige gehoorzaamt."
Geschriften
Na zijn dissertaties heeft hij nog verschillende andere boeken, brieven en gedichten geschreven. Het bekendste boek is Navolging dat in 1937 verscheen. Daarin behandelt hij de Bergrede en de betekenis van de kerk als lichaam van Christus. Een bekende uitspraak is: "Alleen de gehoorzame gelooft en alleen de gelovige gehoorzaamt." Geloof en gehoorzaamheid, rechtvaardiging en heiliging, moeten gelijk opgaan. Hij waarschuwt ernstig tegen 'goedkope genade'. Daaronder verstaat hij genade waarbij wel geroemd wordt in de vergeving van de zonden, maar het offers brengen om Christus' wil gemist wordt. Het volgen van Jezus betekent dan ook dat ieder christen zijn kruis in deze wereld moet leren dragen, zoals de discipelen dit geleerd hebben.
In 1938 schreef Bonhoeffer zijn boek Leven met elkaar. Het was bedoeld als een soort handleiding en een neerslag van het leven in het seminarie. In dit boek stelt hij dat broeder-en zusterschap van christenen een gave is. De onderlinge band die hij bedoelt is die van een leven in gemeenschap onder het Woord. Daarom moesten de studenten meditatie, dagelijks gebed en schriftlezing leren beoefenen. Ook voerde Bonhoeffer de biecht in. Zelf hechtte hij daar grote waarde aan, omdat hij de behoefte voelde via een ander te vernemen de vergeving van zonden die in de Naam van Christus werd toegezegd.
Als laatste noemen we nog zijn boek Ethiek. Dit onvoltooid werk handelt over de verschillende verantwoordelijkheden die mensen op meerdere terreinen kunnen hebben. Het gaat hem vooral om de verantwoordelijkheid voor Gods aangezicht en de bevrijding door Jezus Christus die gestalte moeten krijgen in de verantwoordelijkheid van mensen voor elkaar. De bron en de norm daarbij zijn 'de bevrijdende en verlossende liefde van Christus tot allen die lijden'. Voor Bonhoeffer is dit niet beperkt tot de christen, maar het is voor ieder medemens.
Betekenis
Door zijn vroegtijdige dood en het leven onder moeilijke omstandigheden is Bonhoeffer nooit in staat geweest zijn theologische denkbeelden volledig uit te werken. Daarom is hij een omstreden persoon geweest. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat hij zelf wel aanleiding heeft gegeven tot misverstand. Zo hebben moderne theologen in de jaren zestig van de vorige eeuw uitspraken uit de laatste levensfase van Bonhoeffer gebruikt tot onderbouwing van hun eigen ideeën. Zij beschouwden Bonhoeffer als een verkondiger van een 'horizontaal' christendom. Daarbij beriepen zij zich op uitdrukkingen als: "We moeten in de wereld leven, alsof God niet bestaat" en "De mens, zoals hij op het ogenblik is, kan eenvoudig niet langer religieus zijn." Duidelijk moet gesteld worden dat de moderne theologie Bonhoeffer heeft misbruikt. Zijn tweelingzus Sabine heeft gezegd dat haar broer twee
keer vermoord is, de eerste keer door de nazi's, de tweede keer door de moderne theologie.
Bonhoeffer was steeds weer bezig om te ontdekken wat de betekenis was van Jezus Christus in een veranderende wereld. Hij zocht naar nieuwe wegen om het bijbelse getuigenis in een mondig geworden wereld verstaanbaar te maken. Hij wilde de mondige seculiere mens aanspreken met het Evangelie in een begrijpelijke taal. Tevens keerde hij zich tegen de gedachte van een God Die alleen maar betekenis heeft in moeilijke situaties (grenssituaties). Een God Die slechts de gaten mag opvullen (Lükkenbüsser), waar de moderne wetenschap en techniek het laten afweten.
Als theoloog is Bonhoeffer niet gemakkelijk in een bepaald kader te plaatsen. De reden is dat hij daarvoor te zelfstandig en te breed is. Hij is allereerst lutheraan, maar er zijn ook andere invloeden merkbaar. Zo zijn er bij meerdere elementen van Bonhoeffers denken vragen te stellen. Vaak lijkt hij zo de nadruk te leggen op het beoefenen van gerechtigheid in aardse situaties, dat het onderscheid tussen de algemene genade (doorwerking van het christelijk geloof in de samenleving) en de bijzondere genade (de persoonlijke band met Christus) vervaagt. Bonhoeffer legt sterk de nadruk op het lijden van God, waarbij hij de Vader en de Zoon zo nauw op elkaar betrekt dat hij het lijden in God Zelf trekt.
We kunnen van Bonhoeffer leren dat het christelijk geloof een zaak is van het hele leven. Het Evangelie mag niet alleen een zaak zijn van de zondag, maar van alle dagen van de week. Ons leven dient ervan doortrokken te zijn. Bonhoeffer hechtte grote waarde aan het dagelijks lezen en onderzoek van de Bijbel en het persoonlijke gebed. Daaruit heeft hij kracht geput in zijn moeilijke levensomstandigheden. Het is indrukwekkend te vernemen hoe hij geleefd heeft om een navolger van Christus te zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 2006
Daniel | 36 Pagina's