Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veracht de dag der kleine dingen niet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veracht de dag der kleine dingen niet

7 minuten leestijd

Grote dingen zijn vaak klein begonnen. Zo klein, dat niemand zou verwachten dat er eenmaal grote zaken uit voort zouden komen. Wie weet echter niet, dat een grote eikenboom ook eenmaal een teer plantje was? Dat de Reformatie, die zo krachtig doorwerkte en zo'n grote ommekeer teweegbracht door de zegen des Heeren, op gang werd gebracht door het werk van eenvoudige mannen. Veelal gebruikt de Heere in Zijn rijk middelen en mensen die tegengesteld zijn aan Zijn heerlijkheid. Daarin komt juist Gods werk en grootheid openbaar.

De bouw van de tweede tempel in Jeruzalem verliep moeizaam. Na het leggen van het fundament was het werk weer gestaakt. Zelfs bij het begin van de bouw waren velen bedroefd en terneergeslagen geweest. Ze herinnerden zich de glorie van het vroegere heiligdom. En de bouw van het nieuwe begon zo nietig. Daaruit kon toch geen groots huis des Heeren voortkomen? En de moedeloosheid nam alleen maar toe, toen door de tegenwerking van de Samaritanen, de bouw stil lag. "Het wordt toch niets, " ging tenslotte ook Zerubbabel, die de leiding had bij de herbouw, denken. Maar zo'n sombere pessimistische houding keurt de Heere af. De profeet Zacharia krijgt opdracht hem aan te moedigen. In het vijfde nachtgezicht laat de Heere bemoedigende zaken zien. Hij kan de gouden kandelaar van olie voorzien, zonder de dienst van de priesters. Zo was de Heere bij machte de tempel, waarin deze luchter thuishoorde, te doen verrijzen ondanks de tegenstand van de vijanden. En wie is dan zo ongelovig, dat hij de beloften van de Heere, toegezegd aan het nieuwe heiligdom, niet zou tellen? Want wie veracht de dag der kleine dingen?

laat de Heere vragen. In deze vraag ligt tevens een waarschuwing opgesloten. "Hebt u", zo vraagt de Heere, "nooit opgemerkt dat de grote daden van de Heere vaak uit een schijnbaar nietige bron voortkomen? " Wees dan ook niet zo dwaas, geen verwachting te hebben van datgene dat in opdracht van de Heere begonnen is en waar Hij Zijn zegen aan heeft toegezegd. Wees ook niet zo ongehoorzaam als onbelangrijk of als onmogelijk te verwerpen, waarover Hij Zijn zegen heeft uitgesproken.

Kleine dingen

De wereld begint vaak met groots opgezette projecten, die echter op niets uitlopen en hun machteloosheid laten zien.

De Heere daarentegen begint vaak eenvoudig met geringe middelen. Maar straks brengt Hij in aanbidding en verwondering over wat Hij tot stand bracht. Zo werkt Hij in de natuur, maar ook in Zijn Kerk op aarde. Wie had bijvoorbeeld kunnen denken dat het verachte slavenkind in het biezenkistje in de Nijl de aanvoerder van een miljoenenvolk zou worden? Keizer Augustus was wereldheerser, maar het kleine Kind in de kribbe is Koning tot in eeuwigheid en de grote keizer is allang tot niet geworden. Zo zouden we door kunnen gaan.

Ook in het persoonlijk genadeleven van Gods Kerk geldt deze vermaning: veracht de dag der kleine dingen niet. Dan kan er ook zo'n vrees bestaan, dat het werk van de Heere niet in ons is. En de duivel maakt ook zo graag wijs dat er niets aan ons gebeurd kan zijn. Dat het allé-

maal inbeelding is of napraterij. Dan denken we dat de kennis der ellende niet diep en grondig genoeg is. Dat de kennis der verlossing maar verbeelding is en veel rijker en heerlijker zou moeten zijn, als het van de Heere was. Dan kan aan de andere zijde niet geloochend worden, dat het allemaal anders is dan vroeger, dat we het vroegere leven niet meer zouden willen leven. Maar het is alles met zoveel duisternis omgeven, dat betwijfeld wordt, of de Heere ooit wel in ons leven begonnen is. Dan weer is er vertroosting uit het Woord, dat de Heere het goede werk, dat Hij begon ook zal voleindigen tot op de dag van Jezus Christus.

De Heere alleen kan licht geven over Zijn werk. En Hij geeft, door de ontdekking heen, uit het Woord onderwijs, dat de Zijnen leert de zaligheid buiten zichzelf in Christus te zoeken. De rust kan nooit gevonden worden in hetgeen we bij onszelf waarnemen, maar in hetgeen de Heere in Zijn Woord spreekt. En dat zegt ons dat er maar één Zaligmaker is en maar één Weg tot de zaligheid: Christus Jezus.

Toch. al vinden we geen rust in allerlei werkzaamheden, het kan bemoedigend zijn als we mogen horen hoe de Heere Zijn volk bekeert en we ons daarbij ingesloten weten. Zo zei eens een jongen: "Als ik uit de preken hoor, hoe God Zijn volk bekeert, dan mag ik zeggen: zó is het bij mij ook'."

Liefde uitgestort

Gods werk wordt wel zichtbaar Zo komt Gods werk tot uiting in de bekering tot God. Het is een beleven dat we tegen een heilig en goeddoend God gezondigd hebben. We weten ons veroordeeld door Gods Woord en Wet. Deze overtuiging vinden we bij de wortel van de bekering. Hiermee gaat gepaard het belijden van de zonde, de behoefte aan vergeving Van Paulus lezen we: Zie, hij bidt. Toen pas bad hij echt. Al moet hij later nog zeggen: wij weten niet te bidden gelijk het behoort. Wie kan de worstelingen beschrijven die er in de levend-gemaakte ziel plaats vinden: het zuchten, het roepen tot God en dat telkens weer. ervan. En waar bekering en belijdenis van zonde is, daar is ook een verlaten van de zonde. Het kan wel met zware strijd gepaard gaan en veel nederlagen, maar waar recht besef is van zonde en Gods ongenoegen erover, is smart over de zonde, door de liefde in het hart uitgestort. Dan wordt ook de vreze des Heeren in het hart geplant. Het is een hoogachten van de Heere, een vrees die naar Hem uitdrijft. Het gaat hierbij om de Heere Zelf. Dat wordt in het gebedsleven tot uiting gebracht.

Daarbij wordt het geloof in de Heere Jezus Christus noodzakelijk. Bekering en geloof worden in samenhang verkondigd. Het geloof in Hem wordt opgewekt door de bekendmaking van Hem uit Gods Woord. Niet door dromen of gezichten. Hij wordt aanschouwd, geloofd en door het geloof aangegrepen met hartelijke en gewillige onderwerping aan Hem in liefde tot Hem. Want liefde is onafscheidelijk verbonden met het geloof. Want: die liefheeft is uit God geboren en kent God.

Waar geen liefde is, is geen genade, geen geboorte uit God. Zij richt zich op God in Christus, Zijn kinderen, Zijn Woord en dienst. Dan zal de hoop niet ontbreken, dat de Heere onze God geworden is. Hem verlangen we te gehoorzamen in alles. Calvijn zegt hiervan: "Zo wij tekenen zien van Gods genade, die door ons gevat kunnen worden, zo behoren wij terstond tot goede hoop opgewekt te worden: opdat wij Gode dankbaar zijn".

Niet verachten

Het verachten van deze dingen geeft duisterheid aan onze ziel. Daarmee wordt de Heilige Geest bedroefd en dan trekt Hij Zijn werkzaamheden in. Laat er bij strijd en aanvechting maar veel gebed zijn om licht en wijsheid. De Heere is de grote Hoorder van het gebed. Anderzijds: als wij rust vinden in zekere tekenen van het nieuwe leven, verliezen we de levende werkzaamheden en de ernst om in Christus geborgen te zijn. Dan leven we niet uit de Levensbron en krijgen een dor leven.

Veracht de dag der kleine dingen niet. Dat is ook van toepassing voor hen, die spoedig klaar staan met een hard oordeel over het beginnend leven bij anderen. Sommigen schudden alleen maar het hoofd als een eerstbeginnende schuchter openbaart, wat de Heere deed ervaren. Dan horen we: "Verbeeld je maar niets; Zolang je dit of dat niet ervaren hebt, zolang je daar geen kennis van hebt, sta je er nog buiten. Het is alleen maar gevoel, de wortel van de zaak ontbreekt."

Koude liefdeloosheid kan ontluikende lentebloesems, schepping van Gods Geest, beschadigen. Hoe oneerbiedig tonen zulke geestelijke keurmeesters zich jegens hetgeen de Heere werkt in iemand, die Hij tot geestelijk leven bracht. Die zal Hij blijven gedenken en trapsgewijze voortleiden van inzicht tot inzicht.

Laten zij, die meer kennis en wasdom in het geloof ontvingen geen meesters, maar vaders zijn. Want de Heere slaat een wakend oog op dat zogenaamd, kleine werk, dat toch ook als Gods werk een wonderlijk groot werk is. Het is gevaarlijk een eerstbeginnende direct zonder meer de handen op te leggen, maar het is ook gevaarlijk een eerstbeginnende hard te behandelen. Ook hierbij is wijsheid en liefde nodig.

Het is een kenmerk van het echte geloof, dat het oprecht is en getoetst wil worden. Laat de juiste toets gezocht worden in Gods Woord en niet in de bekering van anderen alleen. We hebben bovendien een schat van goede lectuur in onze Nederlandse en Schotse schrijvers, die hierin goede leermeesters zijn. En laten we ons houden aan de gewone middelen, die de Heere geeft op de plaats waarop Hij ons stelde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Daniel | 36 Pagina's

Veracht de dag der kleine dingen niet

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Daniel | 36 Pagina's