"Ik speel nu de muziek die ik graag luister "
"Ja, tatatatata, 2e violen!" De leden van symfonieorkest Sjosjanim proberen de aanwijzingen van dirigent Patrick van der Linden in muziek om te zetten. Iedere twee weken oefent het orkest in een kerk in Amersfoort. Deze zaterdag staan Beethoven en Grieg op de muziekstandaard. Daniël was erbij.
Sjosjanim is geen doorsnee orkest. Het is een christelijk symfonieorkest op gereformeerde grondslag, het enige in zijn soort in Nederland, Wat wil dat zeggen? Volgens secretaris Geerten-Jan van Dijk is het belangrijkste kenmerk van het orkest dat het niet op zondag speelt. "Het orkest is uit de nood geboren. Haast alle andere amateurorkesten oefenen op zondag en geven op die dag concerten." Het in 1995 opgerichte orkest telt inmiddels ongeveer vijftig leden, die uit heel Nederland komen.
Het christelijke blijkt daarnaast uit twee dingen, zegt voorzitter Jacob Siebelink: toelatingsbeleid en repertoirkeuze. "Leden zijn lid van een christelijke kerk en moeten instemmen met de drie formulieren van enigheid." Daarnaast blijkt het christelijke karakter van het orkest uit de muziekkeuze. De muziekcommissie let vooral op de inhoud van de muziek. Siebelink: "Iemand als Mozart was qua identiteit dubieus, maar dat speelt niet mee bij de keuze van de muziek. Wél natuurlijk als die identiteit in de muziek zit."
Concreet: deze middag speelt het orkest de 1 e symfonie van Beethoven. Zou ook de 9 e - 'Alle Menschen werden Brüder' - op de lessenaar kunnen staan?
Geerten-Jan van Dijk denkt van niet. "Die tekst is zo uitgesproken. Dat geldt ook voor bepaalde requiemteksten." Siebelink: "Maar verder spelen we alles, van barok tot modern."
Piep-knor
Ook tijdens concerten - vijf a zes per jaar - komt de identiteit van het orkest naar voren. "Het concert begint met gebed en we sluiten altijd af met een geestelijk werk. Na dat stuk klinkt ook geen applaus", zegt Siebelink. Voor dirigent en solisten is wel applaus. Siebelink: "We hebben daar wel eens over gediscussieerd in het bestuur.
Er wordt verschillend over gedacht. Maar feit is dat die mensen wél een prestatie hebben geleverd."
Over de muziekkeuze zegt de dirigent in één van de nieuwsbrieven: "Bij Sjosjanim is het duidelijk dat er altijd een stuk herkenning moet zijn bij de achterban. Dat betekent dat we dus geen dingen op de lessenaars gaan zetten waarbij niemand zich wat kan voorstellen, met een hoog piep-knor-gehalte." De voorzitter beaamt dit.
Het ideaal is om de achterban kennis te laten maken met allerlei soorten klassieke muziek, maar: "De kerk moet wel vol!"
Stemmen
Eén van de leden onderbreekt de voorzitter. "We gaan beginnen." Gezelligheid is belangrijk, maar daar komen de leden van het orkest niet voor. Er moet geoefend worden. Thuis én tijdens de repetitie. Als tijdens de opening blijkt dat een tiental leden er niet is deze middag, klinken afkeurende geluiden. De hoornist, een beetje mopperend: "Zaterdagmiddag houd je vrij, dan heb je Sjosjanim. De datum is drie maanden van te voren bekend!"
Voordat de eerste tonen van Beethovens 1 e symfonie de kerkzaal vullen vindt het stemmen plaats: een belangrijk
ritueel. Muziekinstrumenten zijn pas geschikt om samen te spelen, wanneer de instrumenten op dezelfde toonhoogte gestemd zijn.
Professioneel
Dirigent Patrick van der Linden bemoeit zich er niet mee. Hij bladert wat in de partituur van de symfonie.
Pas aan het einde bemoeit hij zich er even mee. De pauken zijn net niet helemaal goed gestemd. Pas als het helemaal goed is, mag Beethoven klinken. Deze aanpak past bij Van der Linden. Sinds 2005 is hij de vaste dirigent van het orkest.
In de interviews met hem in de nieuwsbrieven van het orkest is zijn visie te vinden op het orkest en de muziek die hij wil spelen. Zijn motto voor Sjosjanim: "Als amateur-orkest moet je juist professioneel zijn in de dingen die je kunt. Dat scheelt enorm veel in kwaliteit." In de meest recente nieuwsbrief geeft hij aan dat hij wil werken aan "een goede, gebalanceerde klankkleur bij zowel houtblazers als strijkers." Maar voorop staat bij hem de basis: zuiver en gelijk spelen. "Gelijk spelen is enorm belangrijk. Dat lijkt misschien een open deur, maar gelijk spelen is niet makkelijk."
Forte
Dit blijkt ook tijdens deze repetitie. De dirigent: "Beethoven heeft hier een canon, 2 e violen! Dat wil ik graag horen." Nu gaan de vioolstokken wel gelijk op en neer. Een prachtig gezicht. Maar voor de blazers ook kunnen inzetten stopt Van der Linden. "Er staat bij mij 'forte piano', dus piano (zachtjes, LN) met een accentje. Dit blijkt lastig. De blazers maken van het accentje een accent en de 1 e violen blijven te hard spelen. Uiteindelijk zegt de dirigent: streep de f (van forte, LN) maar door. De violisten halen een potlood tevoorschijn en Van der Linden maakt van de gelegenheid gebruik om nog een paar aantekeningen te geven en opmerkingen te maken. "In de klassieke muziek hebben we een regel dat het einde van de regel zacht gespeeld wordt. Dit in tegenstelling tot het gebulder in de kerk." ledereen lacht.
Vóór het orkest aan het tweede deel van de 1 e symfonie begint, wordt het eerste deel nog een keer in zijn geheel gespeeld. Het oefenen heeft vruchten afgeworpen: de muziek klinkt veel beter dan aan het begin van de repetitie.
Altijd leuk
De muziek van Beethoven spreekt de orkestleden aan.
"Magnifiek", oordeelt Geerten Jan van Dijk die eerste viool speelt. Maar hij voegt er aan toe: "Als eerste violist is het altijd leuk. Je mag vaak spelen." Rianne Blok, al negen jaar lid, speelt 2 e viool. Wat is het verschil? Rianne: "de eerste is moeilijker, speelt ook hoger." Geerten-Jan vindt dat overdreven: "het is vooral een andere partij." In ieder geval vindt Rianne dat de tweede viool spelen ook altijd leuk is.
Remco Haaksma is vandaag eerste klarinist, want de andere twee klarinisten zijn er niet. "Dat is leuk, want als 2 e klarinist speel je mee met de eerste. Nu is het uitdagender." Hij is al tien jaar lid van het orkest. "Ik ben lid geworden omdat ik graag de muziek wilde spelen die ik luisterde. Daarnaast is het sociale aspect belangrijk."
De symfonie van Beethoven die het orkest speelt vindt hij mooi, maar waarom die mooi is, kan hij niet onder woorden brengen. "Mooi is een gevoel, het raakt iets van binnen." Hij zou het fantastisch vinden om een keer wat van Mahler te spelen, maar hij denkt niet dat dat gaat gebeuren.
Harde stoot
Van het huidige repertoire speelt trompettist Jacob Siebelink het liefst Grieg. "Bij veel muziek is de rol van de trompettist: veel tellen en af en toe een forse stoot." In het stuk Sigurd Jorsalfar van Grieg is de rol van de koperblazers juist groot.
Dit stuk van Edvard Grieg klinkt na de pauze. Van der Linden, dromerig kijkend: "Het is aansprekende muziek, ook voor het publiek. Maar probeer iets extra's te brengen: een zoete toon, zo romantisch als je maar kunt."
Het koper schalt. De vioolstokken schieten op en neer. De pauken roffelen. Prachtige muziek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 2007
Daniel | 25 Pagina's