Christus alles en in allen
In de loop van de eeuwen hebben godsdienstige leiders en filosofen grote bespiegelingen gemaakt over God en de werkelijkheid en hebben een daarbij passende levensleer gemaakt. In verleden en heden zijn christenen daarvan onder de indruk geraakt en zijn hen gevolgd in hun dwalingen. Maar de vermaning van de apostel Paulus in de brief aan de Kolossenzen is duidelijk ten aanzien van alle leer waarvan Christus het middelpunt niet is...
Vanuit de gevangenis in Rome schrijft Paulus ook een brief aan de gemeente in Kolosse. Deze plaats ligt in Klein-Azië, in de buurt van Laodicea. Dit gebied is in deze tijd een smeltkroes van godsdiensten. De gemeente, die daar door Epaphras, een medewerker van Paulus, is gesticht, leeft midden in de hellenistische wereld. Voor de prediking van het Evangelie lagen er in deze wereld grote kansen, maar er waren ook grote bedreigingen voor de zuiverheid van de christelijke leer.
De gemeente in Kolosse werd bedreigd door een dwaalleer waarin de verering van engelen en andere machten en een gewilde nederigheid in de dienstbaarheid aan bepaalde ceremoniële wetten een grote plaats innamen. Fel keert Paulus zich in deze brief tegen de hoge bespiegelingen van de dwaalleraren en tegen de vorm van wetticisme die ze predikten.
Daartegenover stelt Paulus vanaf het begin van de brief de allesovertreffende en allesomvattende rijkdom van de Persoon en het werk van de Heere Jezus Christus centraal. Hij is het Hoofd van de schepping en tegelijk ook het Hoofd van de gemeente Gods. Want het is des Vaders welbehagen geweest dat in Hem al de volheid wonen zou (Kolossenzen 1:19). In de prediking van het Evangelie gaat het ten diepste om de kennis van Hem. In het begin van de brief geeft Paulus aan dat hij voor alles bidt dat de gemeente mag groeien in de zaligmakende kennis van de Heere Jezus Christus; later in de brief schrijft hij dat hij daarvoor ook strijdt en zelfs lijdt.
Ook keert Paulus zich tegen de eigenwillige godsdienst die deze leraren prediken. Ze prediken: Raakt niet, smaakt niet, roert niet aan.' Maar het christelijke leven bestaat niet in het houden van allerlei geboden van mensen, maar in een leven uit het Evangelie van de Heere Jezus. Wie door het geloof Christus is ingeplant, is met Hem gestorven. Hij is vrij van de wet en moet zich daarom niet met allerlei wettische verplichtingen laten belasten. En wie in Hem is, is ook met Hem opgestaan. In deze kracht heeft hij te strijden tegen de zonde en te zoeken de dingen die Boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods (3:1). Paulus schrikt er niet voor terug de gemeente allerlei praktische vermaningen te # geven met betrekking tot het christelijke leven. Tegelijkertijd geeft hij aan dat het fundament en de bron voor werkelijk christelijk leven alleen in Christus ligt. Paulus geeft zijn onderwijs handen en voeten in de zogenaamde huistafels. Vrouwen, mannen, kinderen, slaven en heren geeft hij concrete aanwijzingen voor het christelijke leven. Zo geeft de apostel tegenover de schoonklinkende woorden van de dwaalleraren hoog op van Christus' heilswerk en wijst tegenover de geboden die zij aan de gelovigen opleggen op Christus als de Bron en het Fundament van de heiligmaking. De kern van zijn prediking is: hristus is alles en in allen (3:11c). Tegenover de hoge bespiegelingen van geestelijke leiders en filosofen en allerlei vormen van eigenwillige godsdienst heft hij de banier van Koning Jezus hoog op: Welzalig zij, die naar Zijn reine leer, in Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen' (Ps. 2:7, berijmd).
Informatie
Schrijver: aulus, de apostel; Timotheüs is bij hem, 1:1.
Tijd: ijdens Paulus' eerste gevangenschap in Rome (60-62), 4:3, 10, 1 8. De brief is naar de gemeente overgebracht door Tychikus, die samen met de weggelopen slaaf Onesimus naar Kolosse, waar zijn heer Filemon woonde, reisde, 4:9
Adres: e gemeente van Kolosse, een plaats in Klein-Azië, in de buurt van Laodicea en Hiërapolis, 2:1; 4:13 en 15.
Thema: Christus is alles en in allen.
Inhoud 1:1-12 Inleiding; dankzegging en voorbede 1:1 3-2:3 Ontvouwing van de allesomvattende plaats van Christus in de prediking van het Evangelie 2:4-3:4 Verdediging van de zuiverheid van het Evangelie tegenover de dwalingen 3:5-4:6 Vermaning om te leven uit het Evangelie van de Heere Jezus Christus 4:7-1 8 Slot; groeten en aanbeveling.
Kerntekst Kolossenzen 3:11
Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije, maar Christus is alles en in allen.
Leeswijzer
Geloof, hoop en liefde 1:4-5 Gebed om geestelijke groei 1:9-11 Betekenis van het heilswerk van Christus 1:12-23 Dwaalleer 2:4, 8 en 16-23 Paulus' werk in dienst van het Evangelie 1:24-2:5 Leven uit Christus 2:6-1 5; 3:1-17 De zgn. huistafels 3:18-4:6
Verwijzing naar het Oude Testament
Verwijzing naar het Oude Testament Paulus maakt zinspelingen op de oudtestamentische ceremoniën, 2:16-17. Ze behoren tot de schaduwendienst. Hij noemt de doop de besnijdenis van Christus, 2:11. De aanklacht van de wet is voor de gelovigen in Christus' lijden aan het kruis teniet gedaan, 2:14.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 december 2007
Daniel | 30 Pagina's