Het geweten als spion

Het jongerenblad Daniël probeert concreet in te gaan op dingen die jongeren raken. Die thema’s komen bewust aan de orde. Dan blijven we niet grijs. Ook zetten we niet altijd alles naast elkaar als mogelijke opties, waar jongeren uit kunnen kiezen. Daarmee stuur je ze het bos in. Nee, we proberen richting te geven. Op basis van de Bijbel en de gereformeerde traditie wordt antwoord gegeven. Daarbij proberen we gewetensvol te schrijven en niet zomaar te oordelen. Dat wil niet zeggen dat ik je vraag niet begrijp. We moeten uitkijken dat we Daniël niet volschrijven met ‘regel op regel’ en ‘gebod op gebod’. Zo van: ‘Dit mag niet, daar moet je voor uitkijken en daar moet je bij vandaan blijven…’ We moeten ook – en misschien wel meer – schrijven wat het wél is. Jongeren hebben behoefte aan heldere antwoorden, maar ook aan een positieve benadering. Bij die heldere antwoorden – en dat is iets anders dan scherp oordelen – moeten we onderscheid maken tussen zaken die er écht toe doen en dingen waar je verschillend over kunt denken. De Bijbel is eerlijk en actueel. Als de Bijbel iets zegt, is dat gezaghebbend. Vaak zijn er ook algemene lijnen te trekken, al is niet alles tot de Bijbel te herleiden. Dan is er ook ruimte om anders te oordelen. We mogen niet over elkaars geweten heersen.

Verslaafd
In het tekstgedeelte dat je aanhaalt, is zoiets aan de orde. In Korinthe aten sommige christenen geen vlees, omdat het geofferd was aan de afgoden. Ze waren zelf bekeerd en worstelden met de invloeden van de heidense cultuur. Door het eten van offervlees kwamen ze weer in aanraking met de zondige wereld. Dat konden ze niet, omdat ze bang waren terug te vallen in het heidendom. Het ging tegen hun geweten in. Anderen hadden niets met dat offervlees en aten het gewoon. Dat leverde spanning op in de gemeente. Paulus wijst de gemeente een verstandige weg. Omdat die afgoden geen echte goden zijn, zou het vlees gewoon kunnen worden gegeten. Maar mensen die last van hun geweten hebben, moeten dat niet doen. En als een broeder er last van heeft, moet het ook niet worden gegeten. Maar mogen dan verder alle dingen, zoals 1 Korinthe 6: 12 lijkt te zeggen? Nee, zegt Paulus, want niet alles is nuttig. Sterker nog, er is veel waar ik maar beter ver bij vandaan kan blijven, want ik raak er binnen de kortste keren aan verslaafd. Bijvoorbeeld aan seksualiteit, zoals de context van deze tekst weergeeft. Terwijl het lichaam een tempel is van de Heilige Geest. We zijn namelijk niet van onszelf, de Heere heeft recht op ons leven. Hij moet alle eer krijgen van ons doen en laten. Dat betekent dat we niet zomaar alles kunnen doen waarover ons geweten een goed gevoel geeft. Het geweten wordt wel eens de spion van God genoemd. De Heere heeft ons in Zijn goedheid een geweten gegeven. Een besef van goed en kwaad. De alwetende God kijkt als het ware mee in ons leven. Maar het is niet één op één de stem van God. Ons geweten, dat ‘stemmetje van binnen’, spreekt. Maar het is ook door de zonde bevlekt. En daarom niet onfeilbaar. Ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen (Psalm 51: 7). Dat raakt ook het geweten. Het geweten wordt misvormd door de zonde. Je kunt over je geweten heen gaan leven of het zelfs toeschroeien.

Gewassen
Het is daarom heel belangrijk dat ons geweten van jongs af aan goed wordt gevormd. Volgens het Woord van God. Dat is een norm die wél onfeilbaar is. Dàt is de stem van God! Wij kunnen ons geweten bewust of onbewust zo draaien dat alles ons goed uitkomt. De Bijbel prikt daar doorheen: alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben (Hebreeën 4: 13). Daarvoor moeten je ogen worden geopend. Dat gebeurt in de bekering. Dan ga je je zonden zien in het licht van Gods wet. Daarvoor gebruikt de Heere ook je geweten. Dat klaagt je aan. Maar de Heere vernieuwt het ook. Door Zijn genade word je geweten gewassen door het bloed van Christus. Dan ga je de Heere vrezen. Gods wet houdt een grote plaats in je geweten, maar dan als het juk van Christus, dat zacht en licht is (Mattheüs 11: 29 en 30). Zalig ben je, als je dat dragen mag. Zo wil Daniël ook richting geven. Inderdaad, Daniël houd jou niet tegen, maar het Woord van God doet dat hopelijk wel. Ik hoop dat je een ‘sprekend’ geweten hebt, waardoor je weet wat zonde is. Maar vaar er niet blind op. Vertrouw op het Woord.Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord (Psalm 119: 9). De Heere spreekt erdoor. Van zonde en genade. Hij roept je door Zijn Woord tot de zaligheid, maar wijst je ook de weg door dit leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen