“In de natuur leer je je Schepper waarderen”
Jachtopzichter Huttinga geniet van de vrijheid van zijn beroep
Moeiteloos stuurt jachtopzichter Jan Huttinga (50) zijn Nissan Terrano door de modderige bospaadjes van de Kroondomein Het Loo, een landgoed van 10.000 hectare bij Apeldoorn. Plotseling houdt hij stil. Tussen de bomen doemt een roedel edelherten op. “Soms moet ik mensen bekeuren, dat is het minst leuke aan mijn baan.”
Bezoekers die het erf van Huttinga oprijden, kijken even vreemd op. In een aanhangwagen achter zijn huis ligt een opengesneden hinde, een vrouwtjeshert. Op de plek waar de ingewanden zaten, is een bloederig gat te zien. “Ik heb het dier vanmorgen geschoten,” vertelt Huttinga. “Een jachtopzichter moet ervoor zorgen dat de wildstand in zijn gebied op peil blijft. Elk jaar schieten we een aantal dieren af. Dit seizoen ben ik daar bijna klaar mee. Er resten mij nog drie hindes.” De ingewanden van het dier hangen in een plastic zakje aan de aanhangwagen. “Als die goedgekeurd zijn door een keurmeester, dan gaat het vlees naar de poelier. Verschillende restaurants hebben belangstelling voor hertenvlees.” Naast wildbeheer is toezicht houden een belangrijke taak van een jachtopzichter, vertelt Huttinga, terwijl hij in zijn terreinwagen stapt. “Het Kroondomein is een beschermd natuurgebied. Bezoekers mogen niet buiten de paden en in stiltegebieden komen. Na zonsondergang is het bos voor het wild. Ook is het niet toegestaan rommel achter te laten in het bos. Daar houd ik toezicht op. Soms moet ik mensen bekeuren, dat is het minst leuke aan mijn baan.” Na een paar minuten door het bos gereden te hebben, stopt de in het groen geklede jachtopzichter midden op het pad. Huttinga stapt uit de auto en pakt een emmer brokken uit de achterklep en loopt het bos in. Bij een voerbak op een open plek stort hij de emmer leeg. “Aan de linkerkant van pad rust een roedel edelherten,” legt hij uit. “Door bij te voeren, hoop ik dat de dieren via deze route naar de Gortelse graslanden trekken. Een vaste route maakt het gemakkelijker voor mij een stang – een gewei – te vinden. Zo’n stang is belangrijk, want mede aan de hand daarvan kan ik de gezondheidstoestand van een dier bepalen. Een dik of zwaar gewei geeft bijvoorbeeld aan dat het goed gaat met het hert.”
Speelgoed
Een vast onderdeel van het ochtendprogramma, is het voeren van een wild varken. “Ik vind het leuk een wild zwijn een beetje tam te maken. Daarom kom ik sinds een paar weken elke ochtend om negen uur wat voer brengen. Als het zwijn de auto hoort, komt hij al tevoorschijn. Hij is zo mak als wat. Het is eigenlijk een soort speelgoedje van me.” Vandaag lijkt het varken Huttinga’s woorden te willen logenstraffen. De eerste paar minuten blijft het stil in het bos. “Misschien is hij naar de buurman,” vraagt de jachtopzichter zich hardop af. “De buren van het huis hierachter gooien af en toe wat afval over het gaas. Daar gaat ‘ie graag op af.” Na een paar minuten geduld is er eindelijk beweging in de struiken. Een groot zwart harig varken komt op Huttinga, die met een bak voer rammelt, aangerend. Snel valt het aan op de brokken die de jachtopzichter voor hem op de grond strooit. “Ik doe veel aan natuurfotografie. Gisteren vielen de zonnestralen precies op een prachtige open plek in het bos. Toen heb ik het varken daar naar toe gelokt en er prachtige foto’s van gemaakt.” Van een overschot aan wilde zwijnen in de Kroondomeinen is volgens Huttinga, die al 23 jaar werkt in dit gebied, geen sprake. “Een paar jaar geleden hebben wij er meer afgeschoten dan normaal. Het was een jaar waarin de varkens beter op het lokvoer afkwamen, omdat er weinig eikels en beukennootjes waren. Dan is het gemakkelijker om de varkens af te schieten. We plukken daar nog steeds de vruchten van.”
Afschieten
Na een korte stop bij het zwijn ploegt de Terrana zich weer vastberaden door de modder en de hobbelige bospaadjes. Soms moet Huttinga even de fourwheeldrive gebruiken om niet vast te komen zitten. Plotseling houdt hij stil. Tussen de bomen doemt een roedel edelherten op. De jachtopzichter pakt zijn verrekijker erbij. “Ik kijk of ze in goede conditie zijn. Als ze ziek zijn of kreupel, dan schieten wij ze af. We laten de dieren niet creperen.” Huttinga houdt al van jongsaf aan van de natuur. “Regelmatig ging ik het schietterrein bij Harskamp op om vogels te tellen en te inventariseren.” Na zijn middelbare schooltijd werkte hij als metaalconstructie bewerker. Na zes jaar besloot hij een opleiding tot jachtopzichter te volgen. “In de fabriek zat ik altijd naar buiten te kijken. Als het sneeuwde, nam ik een snippermiddag om de natuur in te gaan en foto’s te maken.”
In 1985 kwam de natuurliefhebber bij Kroondomein Het Loo terecht. “De mooiste baan die er is. Ik kan mijn dag zelf inplannen, want ik ben eigen baas. ’s Ochtends ga ik meestal op jacht, ’s middags inventariseer ik planten of vogels. De hele dag door houd ik toezicht. Daarnaast houd ik me bezig met onderhoudsklusjes. Het is prachtig alle dagen buiten bezig te zijn. In de natuur zie ik de hand van een Schepper Die alles regeert en in Zijn hand houdt.” De Veluwenaar komt weinig mensen tegen die zijn enthousiasme delen. „Vooral jongeren lezen het boek der natuur te weinig. Ze zijn druk met de computer en zoveel bezigheden die hen trekken. Dat is jammer, want als je veel in de natuur bent, leer je je Schepper meer waarderen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 2008
Daniel | 36 Pagina's