Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet koud noch heet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet koud noch heet

Bijbelstudie Openbaring

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Openbaring 3: 15 en 16

En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicenzen (3: 14). Het is de laatste brief van de zeven gemeenten. Laodicea is een oude gemeente. Oude gemeenten zijn niet altijd de beste gemeenten. Er kan een gewenning ontstaan. Zo was het in Laodicea. De stad stond bekend om de warmwaterbronnen. Uit de bergen stroomde het ijskoude water in dampende meertjes en gaf een lauwe temperatuur. Wanneer de vermoeide reiziger neerknielde en hoopte op een koele dronk, bleek het lauw te zijn. Walgend spuwde hij het water uit. Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Wanneer je iemand uit de mond wilt spuwen, heb je een afkeer van zo iemand. Vormendienst was het probleem van Laodicea. Men ging wel naar de kerk, maar leefde in de wereld. Maar: Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben (Mattheüs 6: 24). Het is in Laodicea net als met de meren buiten de stad. De bron van Gods Woord had hen vurig van geest gemaakt. Het ijskoude water van de wereld maakte hen lauw.

Koopmansraad
Christus zegt niet: ‘Ik spuug u uit.’ Nee, er is bij de Heere nog lankmoedigheid: Ik zal u uit Mijn mond spuwen. ‘Ik doe het nog niet’. Christus doet een vriendelijk koopmansaanbod. Dezelfde koopwaren van de stadsmarkt liggen ook op de koopmarkt van vrije genade. Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt. De Heere spreekt veelal door gelijkenissen. Textiel en ogenzalf zijn de goederen die de mensen wel herkennen, ze kregen er goudstukken voor. Maar hoe moeten de mensen deze geestelijke waar ooit kopen? Ze zijn ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt (vers 17). Het is alsof wij Jesaja op de achtergrond horen roepen: En gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet zonder geld, wijn en melk (Jesaja 55: 1). Luther zegt dat wij moeten komen tot een zalige ruilhandel: ‘Heere, ik geef U mijn zonden, geef mij Uw wonden’. Hij geeft het kleed van Zijn gerechtigheid om de naaktheid te bedekken. Hij zalft de ogen om blinden te schenken het liefelijk licht.

Klop op de deur
De hemelse koopman blijft aandringen tot bij de deur van het hart: Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop. Meestal staat het net andersom. Wij moeten kloppen en de Heere opent. Klopt en u zal opengedaan worden (Lukas 11: 9). Nu klopt de Heere. Christus gaat na de eerste klop niet heen. Hij blijft staan met een eindeloos geduld en klopt nog eens. Soms klopt Hij hard, dan dreunt het door ons geweten. De Heere klopt ook vriendelijk, dan speelt Hij op de fluit van het Evangelie. Indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. Indien iemand Mijn stem zal horen! Deze uitdrukking heeft de Heere meer gebruikt. Doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven (Johannes 5: 25). Het horen van Zijn stem is het wonder van de waarachtige bekering. Lydia begon acht te geven op hetgeen van Paulus gesproken werd. De Heere klopt en geeft de gewilligheid om open te doen. Augustinus zegt: “Hij geeft wat Hij eist en schenkt wat Hij vraagt.” De grote Sleuteldrager weet raad voor hopeloze gevallen: En Jezus kwam, als de deuren gesloten waren (Johannes 20: 26).

Vragen
1. In iedere brief heeft de Naam in het opschrift iets te maken met de inhoud van de brief. Wat zouden de Namen in vers 14 met Laodicea te maken kunnen hebben?
2. Is er lauwheid in de kerk van onze dagen? Zo ja, waar denk je dan aan?
3. Ogenzalf is een hemels middel tegen lauwheid. Wat zou ermee bedoeld kunnen zijn?
4. Was Laodicea nu een dode of dodige gemeente? Motiveer je antwoord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 2008

Daniel | 36 Pagina's

Niet koud noch heet

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 2008

Daniel | 36 Pagina's