Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoon van God en Zoon des Mensen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoon van God en Zoon des Mensen

Belijdenis van Athanasius over Drie Personen en Christus’ naturen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is Gods bemoeienis met de Kerk geweest dat uit theologische disputen en verwarring kleine belijdenisgeschriften zijn geboren. Athanasius wordt wel de “vader van de orthodoxie” genoemd. Hij is vooral bekend geworden door zijn strijd tegen Arius, die de eeuwige Godheid van Christus ontkende. Zijn naam is ook verbonden aan de belijdenis.

Volgens de traditie was Athanasius de samensteller van dit belijdenisgeschrift. In een geschrift van de synode van Autun – in ca. 670 – werd het genoemd “het geloof van Athanasius”. En zo werd het algemeen gezien, al werden er bijvoorbeeld in de zestiende eeuw wel twijfels geuit over het auteurschap van Athanasius. Later werd echter duidelijk aangetoond dat de kerkvader niet de opsteller is. Athanasius schreef in het Grieks, maar dit geschrift is in het Latijn geschreven. Athanasius zelf heeft er ook in zijn geschriften geen melding van gemaakt. Bovendien worden in het tweede deel van deze belijdenis termen gebruikt die pas na 451, toen de synode van Chalcedon gehouden werd, begrijpelijk zijn. Daarom wordt tegenwoordig algemeen aangenomen dat het na deze synode samengesteld moet zijn. De oude kerk heeft de leer van de Drie-eenheid duidelijk beleden. Heel belangrijk was de uitspraak dat de Zoon één van Wezen met de Vader en de Heilige Geest is. In de geloofsbelijdenis van Athanasius wordt dit in het eerste deel uitgewerkt. De drie Personen hebben allen dezelfde Goddelijke Wezens - eigenschappen. Ze zijn allen ongeschapen, onmetelijk, eeuwig en almachtig. Toch , hoewel er drie Personen zijn, zijn er niet drie goden, maar is er één eeuwig, almachtig God.

De verhouding tussen de drie Personen wordt ook duidelijk aangegeven. Hoewel de drie Personen wel hetzelfde Wezen hebben, hebben ze toch verschillende Personele eigenschappen. De Vader is niet gegenereerd, maar wel de Zoon. De Heilige Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon. In die tijd was daar veel verwarring over. Met name de Oosterse kerk heeft dit nooit willen aanvaarden.

‘Rovers-synode’
In het tweede deel van de belijdenis worden de dwalingen van Nestorius en Eutychus bestreden. Die dwalingen hadden te maken met de twee naturen van Christus, de goddelijke en de menselijke natuur. Nestorius scheidde de naturen van Christus zozeer, dat de eenheid van de Persoon van Christus in het geding kwam. Het leek dan bijna of er twee personen waren. De Zoon van God, de Logos, woonde in de mens Jezus, zoals iemand een huis bewoont. Maar deze twee vormen natuurlijk geen eenheid. Nestorius deed dat om duidelijk te maken dat Christus helemaal God, maar tegelijk ook helemaal mens was. Maar Christus is Immanuël, God met ons. Hij is God en mens in één persoon. Eutychus deed het tegenovergestelde. Hij nam het verschil tussen de twee naturen van Christus helemaal weg. Hij leerde dat Christus na Zijn menswording maar één natuur had. De menselijke natuur is dan eigenlijk opgegaan in de goddelijke, zoals een druppel melk in de oceaan verdwijnt. Op een synode in Efeze in 431 werd de leer van Nestorius veroordeeld en hij moest in ballingschap gaan.

Het ging er overigens op die synodes soms maar vreemd naar toe. In 449 was er de zogenaamde ‘roverssynode’ van Efeze. Troepen gewapende monniken kwamen een beslissing afdwingen die de opvatting van Eutychus steunde. De keizer ging zich er ook mee bemoeien, zoals in het verleden wel meer gebeurd was. Hij wilde de kerkelijke eenheid herstellen. In 451 kwamen 600 bisschoppen in Chaldeon samen op het zogenaamde ‘Vierde oecumenische concilie’. Op die synode werd de belijdenis aangenomen: Twee naturen in één Persoon. Die goddelijke en menselijke natuur zijn ‘ongedeeld en ongescheiden’ (tegen Nestorius), ‘ongemengd en onveranderd’ (tegen Eutychus). Zo werden de dwalingen van beiden duidelijk veroordeeld. We vinden de inhoud van deze uitspraken terug in het tweede gedeelte van de geloofsbelijdenis van Athanasius. Deze was zelf toen al 80 jaar ervoor overleden. Het eerste gedeelte van deze belijdenis is vol van uitspraken waarvoor Athanasius zijn hele leven gestreden heeft. Deze geloofsbelijdenis wordt ook wel het ‘Symbolum Quicunque’ genoemd, naar de eerste woorden “Zo wie”.

Fundamenteel
Wat is nu het actuele van deze belijdenis voor vandaag? Is het nu zo belangrijk dat we zo’n uitgebreide dogmatische beschrijving hebben van de verhouding tussen de drie Personen van de Godheid en tussen de twee naturen van Christus? Wat moet je toch met al die dogmatische onderscheidingen? Het is toch genoeg als je maar gelooft? Zo wordt er nogal eens beweerd. Toch zijn deze zaken wel terdege van levensbelang. Dat blijkt al direct al uit de openingsregel. Het gaat in deze belijdenis over zaken die geloofd moeten worden “als iemand zalig wil zijn.” In artikel 1 en 2 , maar ook in de artikelen 28 en 29, en tenslotte ook in artikel 44, gaat het over eeuwige verlorenheid of eeuwige zaligheid. Met grote nadruk wordt er beleden dat het hier over de meest fundamentele christelijke waarheden gaat. Als die niet geloofd worden, kan er geen zaligheid zijn. Maar, zo zegt Gods Woord zelf het toch ook? In Handelingen 4: 12 lezen we: En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder den hemel geen andere Naam , die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden. De Heere Jezus Zelf zegt in Johannes 8: Want indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven (vers 24). En in Johannes 14: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij (vers 6). Er is geen andere Zaligmaker dan Immanuël, Die de Zoon van God is, maar ook de Zoon des mensen is. Buiten Hem is er geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

Laatste oordeel
“Zo wie zalig wil zijn..”. Dat is toch zeker actueel, van het hoogste belang! Ook voor ons? Maar weegt dat ook op ons hart? Zoeken we die zaligheid? Verlangen we daarnaar? De dichter zegt: ‘Die God is onze zaligheid’. Gods kinderen kunnen wel eens zo blij zijn dat een Drie-enig God zorgt voor de zaligheid van zondaren. Alle drie Goddelijke Personen hebben daarin hun aandeel. Het is de Vader Die verkoor tot de zaligheid, het is de Zoon Die deze zaligheid verwierf, en het is de Heilige Geest Die deze toepast. Dat teken is ook op jullie voorhoofd en je mag nog over het werk van deze drie Personen horen in Gods huis. En iemand die tot God bekeerd wordt, zal toch niet echt blij kunnen zijn en rust hebben voor zijn ziel, voor hij hersteld is in de gemeenschap met een Drie-enig God. Wat een ernstig slot bevat deze belijdenis, als het gaat over het laatste oordeel: “En die goed gedaan hebben, zullen in het eeuwige leven gaan; maar die kwaad gedaan hebben in het eeuwige vuur.” Zo wordt er beleden: “Indien iemand dit niet getrouw en vast gelooft, die zal niet kunnen zalig worden.” Smeek de Heere dan toch om dit ware geloof. Dat is het geloof waardoor je jezelf veroordeelt, God rechtvaardigt, maar ook tot die ene, zo noodzakelijke, maar ook gepaste en dierbare Zaligmaker de toevlucht mag nemen. En wie dat mag doen, zal niet beschaamd zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 2008

Daniel | 32 Pagina's

Zoon van God en Zoon des Mensen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 2008

Daniel | 32 Pagina's