Heb je nog verlangens?

Advent is de tijd van het verlangen. De tijd van reikhalzend uitzien naar en het wachten op de komst van de Beloofde Verlosser. Zoals eeuwen geleden. Abraham. De Heere Jezus zegt over hem (Johannes 8: 56) dat hij met verheuging heeft verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien en is verblijd geweest. Jaren, jaren heeft hij verlangend gewacht. Een zaad was hem beloofd (Genesis 12: 2 en 3), waarin alle geslachten van de aarde gezegend zouden worden. Soms was hij terneergeslagen, dan vluchtte hij met zijn nood naar God, Die het beloofd had. ‘Heere, hoe moet het nu? Nog geen kind.’ ‘Abraham, kijk eens naar de sterren, zo zal je zaad zijn.’ Het deed hem temeer uitzien. En eindelijk heeft hij ontvangen. Izak. Hij lacht. Abraham heeft zich verblijdt in God.

Motor
Heb je nog verlangens? Ja. Vast. Verlangen naar… ja waar naar? Probeer er voor jezelf eens eerlijk achter te komen, waar je naar verlangt. Want misschien ben je je van je eigen verlangens niet eens bewust. Je zult niet zo gauw zeggen: ‘Ik verlang naar eer. Ik wil dat mensen mij prijzen.’ En toch kan dit wel een verborgen verlangen zijn dat je stimuleert om te zijn wie je bent. Verlangens zijn de motoren van je gedrag. Dat kun je lezen in Jakobus 1. Je bent bijvoorbeeld een harde werker. Je schoolwerk neem je serieus. Wat jou motiveert? Je wilt graag de beste zijn van de klas. Je kunt je verlangens op het spoor komen door eens te denken aan de momenten waarop je je diep teleurgesteld voelde. Op zo’n moment kreeg je niet waar je naar verlangde. Het kan zijn dat je je begeertes een beetje verstopt, omdat je toch tevreden moet zijn. Je hebt al zoveel. Lieve ouders, een goed verstand, aardige vrienden. Wat wil je nog meer? En toch, ergens diep in je hart, wil je graag verkering. Je wilt een vriend, die jou liefheeft. Je hebt er je fantasieën over. En je droomt dat er iemand is die tegen je zegt dat je geweldig bent, dat je mooi bent en lief. Of je wilt nog iets zien van de wereld. Je maakt je plannen voor een stage in een ontwikkelingsland. Hier is alles zo voorspelbaar, zo slaapverwekkend. Het prikkelt je niet. Het vervult niet.

Drie begeertes
Verlangens. Johannes (1 Johannes 2: 16 en 17) brengt ze terug tot drie categorieën. Eén: begeerlijkheid des vleses. Verlangen naar seks. Twee: begeerlijkheid der ogen. Verlangen naar rijkdom. Drie: de grootsheid des levens. Verlangen naar eer. Naar jezelf. Toets je verlangens er eens aan? Je verlangens lijken zo onschuldig en eerlijk. Je mag toch wel verlangen naar verkering? God vond het toch niet goed dat de mens alleen was? Oké. Maar zit er misschien ook niet iets ik-gerichts in? Jij wilt gezien worden, geliefd worden. Dat maakt het verlangen zo sterk. Maar, verlang je er ook naar een ander gelukkig te maken en lief te hebben? Wat wil jij die ander geven? Ook als die ander misschien in je huwelijk uiteindelijk toch wat tegenvalt? En welke plek heeft God in jouw verlangens? Wat zeggen je verlangens veel over wie je dient. Seks, rijkdom en eer? Johannes zegt dat deze verlangens niet uit de Vader zijn, maar uit de wereld. En, zegt hij erbij, ze gaan voorbij. De wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid. Al zou je alles krijgen, wat je hartje begeert: het is maar voor een tijdje.

Vervullen
Hoe anders is dat met verlangens naar God. Verlangens naar God krijgen een eeuwige vervulling. Verlang je er naar om God te kennen? Hunker je ernaar iets van de schoonheid van Christus te zien? Ben je nog zo blind voor de lelijkheid van de zonde? Besef je nog maar zo weinig van de rechtvaardige toorn van God? En doet dat je verlangen naar ogenzalf? Verlang je van je zondelast bevrijd te worden? De Heere heeft gezegd: Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen (Psalm 81: 11). En: Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft in heerlijkheid (Filippenzen 4: 19). Twee keer lees je hier het woord ‘vervullen’. Of, op andere plaatsen, staat er dat de Heere die verlangens gaat verzadigen. Bijvoorbeeld in Mattheüs 5: Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden (vers 6). Dan blijft er niets meer te wensen over. Dan komt er plaats voor aanbidding, verootmoediging en verwondering. Kijk maar naar Simeon. Hij verwachtte de vertroosting Israëls. Zijn leven lang heeft hij verlangd naar de vervulling van de belofte dat hij de Messias met eigen ogen zou zien. Hij zal erom gesmeekt hebben. Er vast op vertrouwd hebben, omdat Hij Die u roept, getrouw is. Hij zal er naar uitgezien hebben. En toen God eindelijk schonk, staat er heel eenvoudig, ‘loofde hij God!’

---
Bijbelstudie
Schrijf: Zet jouw verlangens op papier.
Lees: 1 Johannes 2: 16 en 17; Jacobus 1: 14 en 15 en 4: 1-3; Mattheüs 5: 27-30. Wat zegt de Bijbel over verlangens naar de zonde?
Lees: Psalm 130: 5-8; Psalm 27: 4; Psalm 119: 174. Welke verlangens worden in deze psalmen vertolkt?
Vraag: Is jouw verlangen een begeerte naar de wereld of naar God?
Raadgeving: • Belijd de Heere je zondige verlangens;
• Bid of Hij je kracht wil geven om deze begeertes te doden;
• Doe de dingen die je begeerte prikkelen weg uit je leven. Denk aan foute cd’s, romans, films die het begeren naar seks, rijkdom en eer oproepen.
• Maak de Heere je verlangen naar Zijn genade bekend. Zie: Psalm 81: 11 en Filippensen 4: 6.
• Word niet ontmoedigd als je niet direct verhoring krijgt. Maar houd aan in het gebed.
• Lees veel in de Bijbel en luister met aandacht naar de preek. Dat is de plek waar de Heere Zich aan je ziel wil openbaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen