Gebed voor de dienst

Het is een oude gewoonte dat belijdende leden een gebed doen voordat de kerkdienst begint. Vroeger deed men dat op het moment dat men in de kerk op zijn plaats aankwam. Tegenwoordig gebeurt dit gelijk met het stil gebed van de dominee of ouderling onder aan de preekstoel. De historische wortels voor dit gebed aan de voet van de preekstoel liggen mogelijk al in trappengebed dat in de Rooms Katholieke Kerk werd gedaan door de priester op de trappen van het altaar. In de kerkenraadskamer is voor aanvang van de dienst ook al een gebed uitgesproken door de ouderling van dienst. De inhoud van het gebed in de consistorie richt zich op het vragen om lichaamsvermogens en geestelijke leiding voor degene die in de dienst voorgaat. Ook wordt gevraagd of de dienst in rust en orde mag verlopen.

Meebidden
In het stil gebed dat daarna in de kerk plaatsvindt, vraagt de bidder persoonlijk om een zegen over de verkondiging van Gods Woord. Gebeden wordt om de hulp van de Heere voor de voorganger. Ook wordt gevraagd of de Heere je eigen hart wil openen door Zijn Woord en Geest. Zodat Gods Woord vrucht zal dragen in je leven. Voor dit gebed is achter in het psalmboekje geen formuliergebed opgenomen. Een goed gebruik is ook dat de mannelijke leden gaan staan. Het staan is een teken van eerbied voor de Heere. Niet belijdende leden mogen zeker ook dit gebed meebidden. Zij dragen echter nog geen verantwoordelijkheid, zoals belijdende leden. Doopleden hebben als het goed is ook hun plaats in het stil gebed van vader en moeder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen