Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Groei in de genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groei in de genade

Kan dat eigenlijk wel?

7 minuten leestijd

Als je net verkering hebt, wil je graag veel van elkaar weten. Je praat heel veel met elkaar. Als je elkaar wat langer kent, leer je elkaar veel beter kennen. Na verloop van tijd weet je de sterke kanten van de ander, maar ook de zwakke. Je vertrouwt elkaar steeds meer en je liefde groeit.

Als de Heere je bekeert, schenkt hij een nieuw leven. Naast een gewoon natuurlijk leven krijg je dan een geestelijk leven. De vraag in dit artikel is of dat geestelijk leven kan toenemen. Is er groei in de genade mogelijk? Hoe ver kun je dan groeien? Kan die groei ook afnemen?
Kan een kind van God zelf iets aan die groei toedoen? Of ben je daarvoor helemaal afhankelijk van de bediening van Gods Geest?

Wat zegt de Bijbel
Zijn er wel teksten in de Bijbel over het toenemen of groeien in de genade? In het Nieuwe Testament schrijft Petrus over de opwas, de groei: Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus (2 Petrus 3: 18). Petrus roept op om te streven naar opwas. Eerst spreekt hij over vermeerdering van de genade, de onverdiende goedheid van God. Maar dat gaat samen met een toename in de kennis van onze Heere Jezus Christus. Door meer licht van God zie je dat de zaligheid alleen in Hem ligt. Dat geeft een grote afhankelijkheid van Zijn bediening, maar ook een sterke liefde naar die grote Zaligmaker. Hij gaf Zijn leven voor zondaren die de dood verdienen. Dit is nu de groei, de opwas in de genade en kennis van Jezus Christus. Deze groei in de genade is ook te zien als een groei in heiligmaking zoals we in het voorgaande lezen: Benaarstigt u dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede (2 Petrus 3: 14). De groei in genade houdt altijd ook een groei in heiligmaking in. De Bijbel kent geen aparte aandacht voor groei in de heiliging. Tegenwoordig wordt groei vaak gezien in daden, maar het is een groeien in liefde en een heilig leven voor de Heere.
Heeft de Bijbel nog iets gezegd hoever je kunt groeien? Kun je in dit leven al de volmaaktheid bereiken? Er staat daarover een bekende tekst in de Bergrede: Weest dan gijlieden volmaakt gelijk uw Vader, die in de hemelen is, volmaakt is (Mattheüs 5: 48). Er zijn inderdaad mensen die beweren dat de nieuwe mens, in dit leven zo ver kan komen dat hij zonder zonde kan zijn. De gelovige kan zelfs zover groeien dat de oude mens verdwijnt. Zo’n gelovige kan komen tot volmaaktheid.
Maar alle gereformeerde theologen hebben geleerd dat de volmaaktheid pas na dit leven komt. Maar er is een bekende theoloog die wel de leer van de volmaaktheid ín dit leven verkondigt, dat is John Wesley.

Perfection
John Wesley leefde in de achttiende eeuw (1703-1791). Later hebben anderen deze leer overgenomen en verder verspreid, zoals Andrew Murray, waar ook tegenwoordig nog vrij vaak naar verwezen wordt. Volgens John Wesley, een onvermoeibaar prediker en werker in Gods Koninkrijk, kan een gelovige zover groeien in genade dat hij niet meer zondigt. Het oude leven is afgelegd en de gelovige leeft zonder zonden.
Hij heeft veel kritiek gekregen op deze leer, maar tot het eind van zijn leven heeft hij daarin volhard. Wesley leert, net als Luther, dat God een mens uit genade zalig maakt en een nieuw leven geeft.
De mens heeft geen vrije wil om te gaan geloven. Wel leert hij dat de gelovige zelf de mogelijkheid heeft om tot volmaaktheid te komen. Een mens heeft daartoe een vrije wil en dat maakt hem tot een Arminiaan. Wesley geeft toe dat er in deze wereld niet zoveel voorbeelden zijn van volmaakte mensen. Toch is het zijn stellige overtuiging dat een gelovige volmaakt kan zijn. Hij ziet het zo, dat een gelovige gewoon mens blijft en zijn dagelijkse tekortkomingen heeft, maar dat mag niet als zonde gerekend worden.
Zonden zijn volgens hem dingen die opzettelijk tegen Gods geboden gedaan worden en dat doet een kind van God niet meer. We zien dus dat Wesley het begrip ‘zonde’ opnieuw definieert om zijn leer van de ‘perfection’ overeind te houden. Hij is ook de eerste theoloog die een scheiding heeft gemaakt tussen de rechtvaardiging en de heiliging.
Volgens hem kunnen Gods kinderen wel tot geloof zijn gekomen, maar daarna komt de groei in de heiliging pas goed op gang. Wesley leert ook dat de gelovigen door een slechte levenswandel hun nieuwe mens kunnen kwijtraken. Er is volgens hem de mogelijkheid van de afval der heiligen. Alle gereformeerde theologen zeggen dat er geen afval der heiligen is. God plant het nieuwe leven en houdt dat ook zelf in stand. We zien bij Wesley een sterke nadruk op de activiteit van de mens en een optimistische visie op de kracht van de goddelijke genade. Deze visie wijzen we af en we gaan op zoek naar een Bijbelse, gereformeerde visie op groei in de genade.

John Owen
In de gereformeerde traditie is er gelukkig meer over de groei in de genade gedacht. We kunnen hiervoor terecht bij de bekende Engelse theoloog John Owen. Owen leefde een eeuw eerder dan Wesley, van 1616 tot 1683. Hij heeft veel geschreven, maar zijn boeken zijn niet zo makkelijk om te lezen.
Owen stelt dat het nieuwe leven het kenmerk heeft dat het gaat groeien. Het is een eigenschap van het geloof dat er toename, wasdom en groei is. Maar Owen benadrukt wel dat die groei van God komt.
De Heere gaat door Zijn Woord en Geest de gelovige zo bewerken dat ze gaan groeien. Natuurlijk weet hij ook wel dat er een gevaar is als er zo sterk wordt gewezen naar de noodzakelijke toepassing van de Heilige Geest. Want dan zou een gelovige kunnen besluiten dat hij zelf geen verantwoordelijkheid heeft om de oude mens ten onder te brengen. En dat is niet het geval.
De groei komt in de eerste plaats van Gods Geest. De volmaaktheid in dit leven kent Owen niet. Hij geeft heel duidelijk aan dat pas ná dit leven de volmaaktheid komt. Omdat het nieuwe leven een planting is van God is er in zijn visie ook geen plaats voor de afval der heiligen.

Jongeren en groei
Het is goed om na te denken over groeien in de genade. Misschien vraag jij je wel af of het nodig is. Is het niet belangrijker na te denken of je bekeerd mag worden? Dat is een goede strijd en rust niet voordat je met een waar geloof Christus hebt omhelsd. Maar er is meer.
In evangelische kringen horen we soms spreken over de heiligmaking waarbij de gelovige groeit als een wonderboom. Je staat versteld hoe ze in veertig dagen alle zonden de baas worden. De krachtbron is in deze visie de nieuwe mens zelf, die in staat is te groeien. Ze vergeten dat die nieuwe mens altijd afhankelijk blijft van de werking van Gods Geest.
De beleving van Gods kinderen is toch anders. Spreken over groei in het geloof en in de genade is vaak zo ver weg en onbereikbaar. Groeien ze niet door achteruit te gaan en steeds minder te worden? De achteruitgang kan wel de beleving van Gods kinderen zijn, maar dat mag niet als groei worden aangemerkt.
Groei geeft aan dat er iets geleerd is en iets bijgekomen is. Dan kunnen we, net als Owen, spreken over de groei in de liefde en in het vertrouwen. Er is meer zicht gekomen op de noodzaak van Gods genade en een meer en meer vertrouwen op Hem alleen. Het hartelijk afhankelijk willen zijn in alle zaken van het leven is een bewijs dat er groei is in de genade. Daarom mogen allen die de Heere vrezen, nadenken over de groei in de genade. Steeds kleiner denkend van zichzelf, maar steeds groter van hun Koning. Hij is het Die trouwe houdt en eeuwig leeft en daar moeten al Gods kinderen het van hebben. Steeds meer zijn ze vastbesloten om alle zonde te haten en daar vandaan te vluchten. Dat streven naar een heilige wandel is wezenlijk eigen aan de nieuwe mens. Gods kinderen kunnen wel meerdere keren vrezen dat ze nog eens zullen afvallen, maar ze mogen ook wel eens omhoog zien, naar de Heere en naar wat Hij zelf beloofd heeft. Hij zal immers niet laten varen het werk wat Zijn hand begonnen heeft. Is dat geen groei als we daar meer zicht op mogen krijgen? Kunnen ze dat van zichzelf? Nee, deze groei is en blijft altijd het werk van de Heilige Geest.
Dat is de basis over het spreken en denken over de groei in de genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2012

Daniel | 36 Pagina's

Groei in de genade

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2012

Daniel | 36 Pagina's