De olielamp

Vind jij het ook zo gezellig om ‘s winters als het donker is een kaars aan te steken? Gelukkig kun je ook nog een lamp aandoen. Het zou wel een beetje lastig zijn als je alles bij kaarslicht moest doen.
In de tijd van de Bijbel moest dat wel. Er was toen geen elektriciteit.
Als het donker werd, was het echt moeilijk iets te zien. Je kon een olielampje aansteken, maar veel licht had je daar niet van. De meeste olielampjes waren niet groot. Ze pasten in je hand. Een soort kommetje dat van boven dicht is, met een tuitje en een oortje om het vast te houden. Door het tuitje liep het lont naar de olie.
Het olielampje werd meestal hoog neer gezet om er zoveel mogelijk licht van te hebben. Niet onder een bed of een korenmaat. In de muur was een steen gemetseld die een beetje uitstak, daar kon het lampje op staan. Of het lampje werd op een standaard gezet. Als je geen geld had voor een standaard, zette je het lampje op een korenmaat. De Heere Jezus gebruikte dit beeld uit het dagelijks leven in een gelijkenis (Mattheüs 5: 15). Een lamp is bedoeld om zoveel mogelijk licht te laten schijnen. Wij worden opgeroepen een licht te zijn. Door onze goede werken moeten we anderen jaloers maken op een leven met de Heere. En ervoor zorgen dat Zijn naam niet bespot, maar juist geëerd wordt!

Ook in de gelijkenis van de wijze en dwaze meisjes gaat het over olielampen.
Een klein olielampje kon ongeveer zes uur branden. Als je op reis ging, nam je een flesje reserveolie mee. De dwaze meisjes hadden dit niet gedaan. Hun olie raakte op en hun lampen gingen uit. Met deze gelijkenis wil de Heere Jezus ons leren dat we waakzaam moeten zijn. We weten niet wanneer Hij zal terugkomen op de aarde. Maar als Hij komt, ben jij dan bereid?

---
Pak je Bijbel
1. Lees Mattheüs 5: 13-16
- Welke drie vergelijkingen maakt de Heere Jezus hier?
- Waarom is het belangrijk zo te zijn, zoals de Heere Jezus in deze tekst zegt? (vers 16)
2. Lees de gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes in Mattheüs 25: 1-13.
- Wat hebben de wijze meisjes wel gedaan maar de dwaze meisjes niet?
- Wanneer ben je als de wijze meisjes? Waar moet je dan aan denken?
3. Wie kon zeggen: Ik ben het Licht der wereld? Zoek de tekst maar op in Johannes 8: 12. Kijk ook naar de kanttekeningen.
- Wat wordt bedoeld met de duisternis?
- Wat wordt bedoeld met het licht des levens?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen