God alles en in allen

Johannes ziet twee beelden van het toekomstige Rijk van God. Hij ziet een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, wat duidt op de volledig vernieuwde schepping. Ook laat God hem een stad zien. Dat zijn de gelovigen, die in het Rijk van God wonen.
De stad wordt ook de bruid van het Lam genoemd. De hele schepping wordt vernieuwd en de mens krijgt opnieuw een bijzondere plaats. In beide beelden krijgen veel facetten, die al in het Oude Testament genoemd zijn, een plaats. De nieuwe hemel en aarde zullen vol vrede, heiligheid en heerlijkheid zijn.

Hemel en aarde
In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1: 1). Alles is goed. Mens en dier leven tot eer van God. Totdat… De mens wil als God zijn. Hij kiest voor zijn eigen eer. Adam en Eva nemen van de vrucht van de boom van de kennis van het goede en kwade. Daarmee wordt de weg naar de boom van het leven afgesloten. De mens moet sterven. Alles ligt verloren… En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openbaring 21: 1). God heeft de wereld niet aan zichzelf overgelaten. Er is toekomst door Zijn Zoon, voor ieder die in Hem gelooft. Christus, Die gestorven en opgestaan is, zal terugkomen. Dan vindt het laatste oordeel plaats. De ongelovigen zullen eeuwig lijden in de hel, de gelovigen zullen eeuwig leven. De apostel Johannes ziet iets van deze heerlijke toekomst tijdens zijn ballingschap op Patmos. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, een nieuw Jeruzalem… In de stad staat ook de Boom van het leven (Openbaring 22: 2). Deze boom is heel vruchtbaar: elke maand komen er vruchten aan de boom. Dit alles is de vrucht van het werk van Christus. Door Zijn werk ontvangt God straks eeuwig de eer van alle verloste zondaren.

Zee en nacht
Wanneer God hemel en aarde schept, wordt er ook gesproken over de zee en de nacht. Er wordt gesproken over wateren en duisternis (Genesis 1: 2). In de Bijbel staat water en duisternis na de zondeval vaak symbool voor dreiging, kwaad, moeite en pijn. Bij de schepping dringt God deze machten terug. Het land geeft grenzen aan de zee en de dag geeft grenzen aan de duisternis. Na de zondeval overschrijden deze machten vaak hun grenzen.
Denk aan grote overstromingen of de plaag van de duisternis in Egypte.
Johannes ziet een nieuwe hemel en aarde, maar geen zee. Met nadruk staat erbij: en de zee was niet meer (Openbaringen 21: 1). De zee maakt in de Bijbel vaak een dreigende indruk. Storm en geweld horen bij de zee. De gevaren en dreigingen zullen er niet meer zijn. Ook zal er geen nacht meer zijn op de nieuwe hemel en aarde. God Zelf is het Licht. God woont daar eeuwig bij Zijn volk, zodat Zijn volk altijd in Zijn licht zal leven. Angst en dood, rouw en pijn, moeite en verdrukking zullen niet meer gevonden worden op de nieuwe hemel en aarde.

Jeruzalem
Johannes ziet ook een stad uit de hemel neerdalen. De stad is de bruid van het Lam. Het staat symbool voor de gelovigen. Een stad wijst op de woonplaats van een grote menigte mensen. De hemel zal vol zijn met een schare die niemand tellen kan. Wanneer het aardse Jeruzalem met het hemelse Jeruzalem wordt vergeleken, vallen twee dingen op. Het nieuwe Jeruzalem heeft geen tempel en de poorten van het nieuwe Jeruzalem zijn dag en nacht open.
Waarom is er geen tempel meer?
De tempel was toch de plaats waar God woonde en waar de mensen God dienden? Dat er geen tempel is, betekent niet dat God afwezig is. Juist het tegenovergestelde!
God Zelf is de Tempel. De aardse tempel kon God verlaten (Ezechiël 10 en 11). Deze Tempel kan God nooit verlaten, omdat Hij het Zelf is.
De aardse tempel was alleen toegankelijk voor de hogepriester en de priesters. De hemelse Tempel is toegankelijk voor alle bewoners van het nieuwe Jeruzalem. Al deze mensen zijn priesters en dienen God dag en nacht.
De poorten van een stad zorgen voor vrede en veiligheid. Ze kunnen dicht om de vijand buiten te houden en ook ’s nachts gaan ze altijd dicht.
De poorten van Jeruzalem zullen open zijn, omdat er geen vijanden en zondaren meer zullen zijn. Ook ’s nachts gaan ze niet dicht. Want er zal geen nacht meer zijn, omdat het er altijd licht zal zijn. God Zelf is het Licht van de stad en het Lam is de Kaars.

God en het Lam
Het belangrijkste van de nieuwe hemel en aarde is dat God en het Lam centraal staan. In Openbaring 5 ziet Johannes het Lam, staande als geslacht. Het geslacht zijn wijst op Zijn lijden, zoals voorzegd is in Jesaja 53. Het staan duidt zijn macht en heerlijkheid aan. Alles in de nieuwe hemel en aarde gaat om Hem. Hij is de Tempel en de Kaars van de stad. God en het Lam wonen dan in het midden van de mensen.
Dat is het meest onbegrijpelijke en onbevattelijke van de nieuwe hemel en aarde, van het nieuwe Jeruzalem. Hoe groot en heerlijk is het werk van Christus, dat God bij zondige mensen kan en wil wonen. Het is met geen pen te beschrijven, met geen lied te bezingen.
Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn (Openbaring 21: 3). Op deze aarde is het, als Mozes vraagt om Gods heerlijkheid te zien: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien, want Mij zal geen mens zien en leven (Exodus 33: 20), maar op de nieuwe aarde zal het zijn: Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, en zullen Zijn aangezicht zien (Openbaring 22: 3-4). Zie jij er al vol geloof en verwachting naar uit? De nieuwe hemel en aarde, waar God alles in allen is. God zien en leven!

---
De nieuwe hemel en aarde in het Oude Testament

Al in het Oude Testament wordt er in beelden gesproken over een nieuwe hemel en aarde. Verschillende Bijbelgedeelten laten belangrijke eigenschappen zien van deze hemel en aarde.

Heerlijkheid - In Ezechiël 40-48 ontvangt de profeet een groot visioen over een nieuwe tempel. Het is een beeld van de nieuwe hemel en aarde. God zal daar altijd in het midden van Zijn volk wonen. In hoofdstuk 10 en 11 heeft Ezechiël beschreven hoe de HEERE de tempel en Jeruzalem verlaat, maar in hoofdstuk 43 mag hij de terugkeer profeteren. De HEERE zal weer in de tempel en de stad wonen en dat voor eeuwig. De naam van de stad wordt dan: DE HEERE IS ALDAAR (Ezechiël 48: 35).
Vrede – Bekend is de profetie uit Jesaja 11: 6-10 over het vrederijk.
Wolf en lam, luipaard en geit, kalf en leeuw, koe en beer zullen samen grazen. Dit alles komt omdat de aarde vol van de kennis van de HEERE zal zijn (Jesaja 11: 9).
Heiligheid – Zacharia spreekt ook over de toekomst van Israël, die verder gaat dan de aardse toekomst. Het gaat om de toekomst waarin alles heilig zal zijn voor God, tot aan de meest gewone gebruiksvoorwerpen toe. Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: DE HEILIGHEID DES HEEREN (Zacharia 14: 20).

---
Nieuw of vernieuwd

De Bijbel spreekt alleen in beelden over de nieuwe hemel en aarde. Voor ons is het onmogelijk om in te denken hoe het er echt zal zijn. De verschillende beelden maken stukken duidelijk. Dat komt ook naar voren in hoe er over de nieuwe hemel en aarde gesproken wordt. Soms is er sprake van wederoprichting of het vrijgemaakt worden van de verderfenis (bijvoorbeeld Handelingen 3: 21 en Romeinen 8: 21). Dat doet denken aan een vernieuwde hemel en aarde. Op andere plaatsen staat dat de wereld zal vergaan (bijvoorbeeld 2 Petrus 3: 12-13 en Openbaring 21: 1). Dat wijst erop dat alles nieuw zal zijn. Dit heeft te maken met de verschillende accenten die er zijn. De ene keer ligt het accent op de ernst van de zonde, waar alles door besmet is.
Zo erg is de zonde, dat alles moet vergaan. Een andere keer gaat het om het werk van God op aarde. Dat zal blijven bestaan. Dan wordt er gesproken over een veranderd worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen