Strijd om in te gaan

Tot de Heere Jezus komt een man in wiens hart de vraag was gaan leven: Zijn er ook weinigen, die zalig worden? Het gaat dus over de zaligheid. Zalig; dat houdt in vól te zijn. In het paradijs mochten we zalig zijn; vól van de Heere. Maar we zijn uitgedreven uit het paradijs; we zijn rampzalig geworden. Dat houdt wat in, vól van rampen te zijn. Hoe velen zijn er die geen vragen meer hebben en zo maar voortleven. Maar het is een weldaad als reeds in het jonge leven lust is in het onderzoeken van Gods Woord en de geschriften der vaderen. Onderzoek de schriften.
De man die de vraag stelt, wist dat niet alle mensen zalig worden. Maar in deze vraag mis je de persoonlijke bekommering op reis naar de eeuwigheid. Zo kunnen we met een ander bezig zijn en onszelf vergeten. Want wat zou het ons baten als we het aantal gezaligden weten en we moeten er zelf buiten vallen?

Enge poort
En Hij zeide tot hen. Opmerkelijk tot hen, in het meervoud. Deze boodschap komt tot ons allen. De Heere is vrij en maakt Zich vrij van ieder mens. Daarom, hoe ligt in de woorden strijdt om in te gaan door de enge poort begrepen hetgeen persoonlijk nodig is tot zaligheid. Welk een kostelijke genadetijd is het, waarin we nog mogen leven, maar hoe spoedig kan ook in je jonge leven de dood er zijn en dan wordt het eeuwigheid. Hier wordt van de poort gesproken; de enge poort. Buiten die poort zal niemand zalig worden. In de staat der rechtheid mochten we in een rechte verhouding tot de Heere staan. Maar we zijn van het heilspoor afgegaan. We hebben ons de dood gegeten en zijn als ellendigen, als uitlandigen, uitgedreven uit het paradijs.
O, jongens en meisjes, veel verleidingen houden ons bezig, opdat we maar niet denken aan onze kostelijke ziel. Wat is het noodzakelijk en een eeuwig wonder, wanneer door wederbarende genade de poort van ons hart wordt geopend.

Christus
Doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. Wat worden er dan een poorten gezocht om in te gaan. Want de ware recht bekommerde ziel is het om de Heere te doen en om Zijn gemeenschap. Het is zo noodzakelijk dat we ínleven met al onze poorten er buiten te staan, om ín te gaan door de enge poort. Toen alle hoop mij gans ontviel, beleeft de dichter. Wat een wonder als dan in het dal van Achor die enge poort zich gaat ontsluiten. Bij Jacob was het in Bethel, toen dé Poort Zich openbaarde, om kennis te ontvangen van de Persoon des Middellaars. Om Hem te aanschouwen door het geloof vanuit Gods Woord; Hem, Die buiten de poort geleden heeft om buitenstaanders door recht te doen ingaan.
Strijdt om in te gaan door de enge poort. Deze poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt. Die poort is zó eng, dat de kleinste farizeeër er niet door kan, maar wel de door genade ontdekte en ontledigde arme zondaar, die alleen schuld heeft overgehouden. Een wonder als de Heere een mens er tussenuit zet en door genade inzet. Om door Christus ín te gaan door de enge Poort. Alles verliezen wat buiten Hem is; een welgevallen verkrijgen aan de straffen van al onze ongerechtigheden en de sterkte alleen in Hem te vinden. Hem als de enige verdienende oorzaak der zaligheid te mogen omhelzen, door het geloof.
Lieve jeugd, welk een wonder om toch van die geestelijke strijd geen vreemdeling te blijven. Want die wettig gestreden heeft, zal ook wettig gekroond worden, om door een weg van verlies de winst, en door een weg van sterven het leven te ontvangen, door Hem, de enige Poort der zaligheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen