Zeker verhoord?

Je zult een dominee in de kerk wel eens hebben horen bidden: “Leer ons bidden.” Dit is dezelfde vraag als de discipelen aan de Heere Jezus stelden. Hij gaf hun toen tot voorbeeld het ‘Onze Vader.’ Mensen, ook na ontvangen genade, moeten altijd maar weer leren, dat ze biddeloos zijn en dat de Heere ze het ware bidden moet leren. Het gebed ook van een dominee kan niet zonder de Heilige Geest der gebeden in hen en de grote Voorbidder Christus voor hen in de hemel.
Luther merkte ooit op dat hij geen gebed kon bidden zonder te zondigen. Hij zei,dat als hij het ‘Onze Vader’ bad hij bij de eerste regel al zondigde, omdat zijn gedachten steeds maar weer afdwaalden.
Dus we moeten maar geen verwachting hebben van de mens-uit in ons bidden.
Toch heeft God ons het gebed gegeven en mogen we en moeten we bidden. Ondanks alle onvolmaaktheid in het bidden is voor Gods kinderen het gebed de ademtocht van de ziel.
Ze kunnen er niet buiten.
Het kan tijdens het gebed gebeuren dat een dominee, de kerkelijke gemeente maar ook een jonge of oude bidder in de binnenkamer mag ervaren dat de Heere heel dichtbij is. Ook mag wel ervaren worden, dat God in het bidden ons bijzonder voort helpt. Soms mag ervaren worden dat God het gebed niet alleen hoort, maar ook verhoort. De Heere kan daarvan rechtstreeks een indruk geven in ons hart. God kan dat ook doen door een stukje uit de Bijbel dat na het gebed gelezen wordt.
Zo zijn er meerdere voorbeelden dat een dominee of een ander tijdens het gebed voor een zieke krijgt te geloven dat de zieke zal genezen. De bidder zal zich nooit beroemen op dit gebed. Hij zal altijd beseffen, dat de verhoring een wonder van Gods genade is, ondanks al het tekort in zijn gebed.
Een gebed is alleen tot eer van God als Christus het gebed reinigt en heiligt in Zijn voorbede. Een dominee, een kind van God kan nooit in eigen kracht een gebed tot eer van God bidden. Het bidden tot Gods eer is echter wel de eis die God aan ons aller gebed stelt. We zondigen daarom altijd in ons bidden. We zeggen wel dat de zonden ons tot in het allerheiligste aankleven. Het bloed van Christus is daarin onmisbaar.
Je denkt misschien dan bid ik maar niet meer. Het bidden nalaten mag ook niet. God eist dat we voor Hem ons hele hart uitstorten.
De Heere Jezus zegt dat als we iets begeren in Zijn Naam, Hij dat geven zal. Als het gaat om bidden in Zijn naam, bidden we ‘om Christus’ wil’.
We buigen dan onder Gods naam en wil. De Heere weet wat goed voor mij is. Hij kan me geven wat ik vraag. Hij kan het me ook onthouden, omdat dat tot eer van Zijn Naam is en tot de komst van Zijn koninkrijk. Zo mag en moet een dominee bidden om de bekering van heel de gemeente. De Bijbel laat daarin echter weten, dat niet de wil van de dominee geschiedt, maar dat Gods wil geschiedt. God zal ook daarin zorgen, dat op Christus’ kruisverdiensten mensen tot bekering komen van geslacht tot geslacht.
Daarom is er verwachting bij God vandaan, dat Hij het gebed om bekering hoort en verhoort. Wordt jouw stem ook steeds opnieuw gehoord?
Hij hoort het afschuwelijke gekrijs van jonge raven en geeft ze voedsel.
Daarom kan en wil de Heere ook vandaag het gebed van ouderen en jongeren nog verhoren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen