Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Timótheüs bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Timótheüs bekering

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe verloopt nu een bekering van een kind, dat al op heel jonge leeftijd de Heere lief heeft, zoals bijvoorbeeld Timótheüs? Petra

De Heere bekeert mensen. De normale weg is dat Gods Geest dit doet door het gebruik van Gods Woord. De Heilige Geest hanteert Gods Woord als een tweesnijdend scherp zwaard. Als dat zwaard mensen op de Pinksterdag treft gaan ze vragen: Wat zullen we doen om zalig te worden?
Gods Geest kan ook buiten de middelen om werken in de moederschoot. Johannes de Doper was in de moederschoot van Elizabeth al bekeerd. Daarom mogen en moeten ouders als een kind wordt verwacht van het prilste begin bidden om bekering van het kind dat verwacht wordt. Als een kind geboren wordt zoals Johannes de Doper, is het dus al een kind van God.
Zo’n kind zal door genade van jongs af aan zoeken wat van Boven is. Tegelijk is het een zondig Adams-kind. Hij komt niet zonder zonde op de wereld, hij komt niet met een natuur op de aarde waarvoor niet geldt: Ik ellendig mens wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods.
Zo’n kind krijgt dus ook te maken met zijn zondige natuur.
Leeft de zonde ook nog dikwijls uit, in het allerheiligste zondigt dit kind steeds opnieuw. Dus zo’n kind verdient eveneens dagelijks vanwege de zonde verworpen te worden en heeft daarin het bloed van Christus nodig.
Dagelijks inkeer: zien wie ik was.
Dagelijks afkeer van al het mijne en dagelijks weerkeer tot God om verzoening te ontvangen. Ook in Johannes’ leven zijn er daardoor donkere periodes geweest. Als hij in de gevangenis zit, stuurt hij zijn discipelen naar de Heere Jezus met de vraag: Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander?
Hij weet niet hoe het verder moet in zijn leven. Ongeloof, twijfel krijgt de overhand.
En toch, met al zijn vragen vol van hemzelf komt hij bij Christus terecht. En het antwoord? Armen wordt het Evangelie verkondigd.
Van Johannes blijft niets meer over dan een arme zondaar en zo wordt Christus opnieuw Alles. Johannes moet minder worden, dat geeft pijn. Christus wordt zo alleen meer en dan is het hier en nu al eeuwig goed.
Hoe zat het nu met Timótheüs’ bekering? Hij kreeg een godsdienstige opvoeding van zijn moeder Eunice en zijn grootmoeder Loïs (2 Tim. 1: 5). Beide waren Joodse vrouwen en leefden bij en uit Gods Woord. Ook al was er ten aanzien van Christus voor de ontmoeting met Paulus op de eerste zendingsreis veel onbekend. Zij hebben hun kind in de vreze des Heeren opgevoed. Een opvoeding die gezegend is tot bekering van Timótheüs. Hoe jong we ook zijn, God kan laten zien: ik heb geen nieuw hart en de Heere kan en wil mij een nieuw hart geven.
Daar baden deze ouders met hun kind om evenals Mozes’ ouders en Samuëls ouders, die jong de Heere mochten vrezen. Op de eerste zendingsreis is de prediking van Paulus gezegend in Timótheüs’ leven. Toen Paulus op de tweede zendingsreis opnieuw in die plaats kwam, hoorde hij van het goede getuigenis dat de broeders gaven van deze jonge christen (Hand. 16: 1 v.v.). Een bekering die minder heftig is dan die van Saulus van Tarsen, maar die een even groot wonder van Gods genade is.
Timótheüs heeft zo op de leerschool van Gods genade les gehad in het niets vanuit zijn zondige bestaan. Hij heeft zich ook van zichzelf en de wereld steeds meer moeten afkeren. Hij heeft in die weg moeten leren leven bij: Houd in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt (2 Tim. 2: 8).
Een voorrecht als je jong die lessen krijgt op de leerschool van Gods genade uit Zijn Woord. Geen beter leven dan een leven met de Heere.
Geen kind te jong, geen jongere te slecht om op die school een plaats te krijgen. Zoek die plaats te krijgen aan Christus’ voeten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2013

Daniel | 32 Pagina's

Een Timótheüs bekering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2013

Daniel | 32 Pagina's