Wat is eeuwigheid?
Ik heb geen tijd. Ik heb alle tijd. Het is mijn eigen tijd. Het leek wel een eeuwigheid te duren... Zo praten wij over de tijd. Is er verschil tussen ons spreken over de tijd en wat de Bijbel er ons over zegt? Wat is eeuwigheid eigenlijk? Een vraag die je meer dan eens hoort van jongeren.
Wij zijn in de tijd geboren. Wij noemen heel vaak ons geboortejaar. Wij tellen onze jaren. Sinds de schepping van de aarde door God is er sprake van de opeenvolging van nacht en dag. Je kunt je de aarde niet voorstellen zonder dat ritme.
De tijd is een scheppingsgave van God. Onze levenstijd is een gave van God. Over onze levensdagen zullen we eens verantwoording moeten afl eggen aan God. Staande voor Zijn rechterstoel zal Hij vragen wat we met onze levenstijd gedaan hebben. De Heere eist als Schepper dat we de tijd van ons leven tot in ons eten en drinken tot Zijn eer besteden. Wat komt daar van terecht?
Van de Heere Jezus alleen geldt dat Hij op aarde elke seconde leefde in volmaakte liefde tot Zijn Vader. Zelfs in volmaakte liefde tot Zijn vijanden.
Verslonden tijd
In de tijd van het Nieuwe Testament hadden de Grieken een afgod met de naam Chronos (tijd). Het was een vreselijk wrede afgod. Deze afgod at zijn eigen kinderen op. Alles wat de god van de tijd tegenkwam at hij op. Zo ervaren wij de tijd vandaag ook nog. We spreken van de ‘tand des tijds’ die alles aantast. Hij knaagt aan ons leven, ons bezit, alles veroudert en slijt. Niets blijft. Niet wij hebben de tijd, maar de tijd beheerst ons. We komen steeds tijd te kort. Alles is zo voorbij. Al het heden wordt verleden. Wat blijft is de herinnering. Wat kun je in wat opa of oma vertelt een verlangen horen naar vroeger. Salomo zegt in Prediker: Een mens van een vrouw geboren is kort van dagen en zat van onrust (Pred. 14:1). Hij laat ons daarin horen hoe wij als mensen buiten het paradijs met onze levenstijd omgaan. We brengen de tijd als gave van God door, zoals de verloren zoon de erfenis van zijn vader opmaakte.
Vervulde tijd
Het Nieuwe Testament kent naast het woord ‘chronos’ nog een ander woord voor tijd: ‘kairos’. Dit woord tekent de tijd als door God gegeven tijd. Tijd die God tot vervulling brengt, waarmee God zijn doel bereikt. De tijd wordt zo vervuld, dat de Heere Jezus geboren wordt. De Heere Jezus begint zijn prediking met de oproep: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods nabijgekomen; bekeert u en gelooft het Evangelie (Mark. 1:15).
Ook bij de uitstorting van de Heilige Geest lees je dat de tijd vervuld is. Het is steeds de tijd die volgens Gods raad en plan verloopt, van het moment van de schepping, totdat Christus wederkomt om te oordelen. Wij leven in het laatste der tijden. De laatste periode die vervuld is, als de laatste oudere of jongere is bekeerd en Christus wederkomt.
Bij de tijd als ‘chronos’ glijdt alles weg in het verleden. Bij de tijd als ‘kairos’ kijk je vooral naar de toekomst in wat God werkt. Hij kan door bekering mijn leven, mijn levenstijd tot bestemming brengen. Zo tot bestemming brengen, dat ik door Christus’ genade eeuwig bij Hem mag zijn. De tijd ligt zo in Gods hand.
Van sommige mensen in de Bijbel lees je dat ze ‘zat van dagen’ sterven. Dat betekent niet dat ze levensmoe waren. Het zegt dat ze hun levensdagen vol maakten, tot hun bestemming brachten. Dat konden ze alleen, omdat ze een nieuw hart hadden.
Eeuwigheid
In de Bijbel lezen we op heel veel plaatsen van eeuwigheid. Het woord kan gebruikt worden voor een lange tijd. Je leest dat Bathséba tegen David zegt: Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid (1 Kon.1:31). De kanttekeningen zeggen: “Dat is een zeer lange tijd.”
Als God, de Eeuwige, de Levende genoemd wordt, geeft dat aan dat Hij door alle tijden heen blijft. Hij is de ‘Ik zal zijn Die Ik zijn zal’. Hij is altijd Dezelfde. Zijn Woord houdt eeuwig stand (Jes. 40:8). Paulus schrijft over Gods beslissing van eeuwigheid. Besluiten die niet afhankelijk zijn van de wisseling van de tijd. De eeuwigheid overstijgt de tijd.
Christus heeft het eeuwige leven door Zijn wetsvolbrenging en Zijn lijden en sterven verdient. In dat eeuwige leven laat God, door genade in de weg van bekering, mensen delen. In de Bijbel lezen van het laatste oordeel met eeuwig wel en eeuwig wee.
De eeuwigheid kent geen tijd. Van de drie-enige God geldt dat Hij van eeuwigheid tot eeuwigheid is. God is zonder begin en zonder einde.
Wij, mensen, hebben als schepsel een begin. Maar wij zijn ook voor de eeuwigheid geschapen. Onze ziel is onsterfelijk en zal na het sterven of eeuwig bij God, of eeuwig in de rampzaligheid zijn. Als Christus wederkomt op de wolken zal ons lichaam met onze ziel verenigd worden. Dan zal ziel en lichaam eeuwig blijven. Vreselijk zal het zijn met ziel en lichaam te komen in de tweede dood. De dood waar nooit een einde aan komt. De plaats waar de worm niet sterft. Altijd pijn, smart, erger dan het ergste op aarde. Nooit meer verandering. Onvoorstelbaar erg! Eeuwige nacht
Een wonder als je eeuwig met ziel en lichaam mag delen in hetzelfde lichaam dat de Heere Jezus kreeg bij Zijn opstanding. Dan zul je daarmee God eeuwig groot maken. Gelukzaligheid groter dan het gelukkigste moment op aarde. Wat is dan het belangrijkste? De nieuwe hemel en aarde? Het hemelse Jeruzalem? Je familie weerzien? Nee, het belangrijkste is, je zult altijd bij de Heere zijn. Onvoorstelbaar wonder van genade om daar te zijn. Eeuwige morgen. Zie jij daar door genade naar uit?
Heden der genade
Het laatste wat we over de tijd willen zeggen is dat de tijd van ons leven genadetijd is. Tijd die God geeft buiten het paradijs om tot bekering te komen. In de genade tijd laat de Heere Zijn Woord horen. In Zijn Woord vertelt Hij hoe wij de tijd doorbrengen vol van zonden. De Heere laat ook weten dat zo lang we leven we tot Hem bekeerd kunnen worden. Hij roept op tot een haasten en spoeden om ons levenswil. Genade ontvangen betekent: In de aangename tijd heb ik U verhoord, en in de dag der zaligheid heb ik U geholpen. Zie nu is het de wel aangename tijd, zie nu is het de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2).
Op zondag in de kerk kan de Heere onder de preek geven, dat een zondige jongere of oudere vanuit Gods Woord iets hoort dat hem de zaligheid laat zien ook voor hemzelf. Alles valt dan weg mensen, het kerkgebouw, de dominee, je houdt de Heere alleen over. Hij kan en wil je zalig maken, verlossen. Er komt rust, vrede in je hart. Je wordt even boven de tijd uitgetild en je ontvangt iets van de eeuwige sabbat die hier aanvangt. Je hart zingt: ‘Het blij vooruitzicht dat mij streelt ik zal ontwaakt Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen’. Je zou in de kerk willen blijven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 2014
Daniel | 32 Pagina's