Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boetedoen is wijzen naar jezelf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boetedoen is wijzen naar jezelf

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Boetedag? Waar is dat voor nodig? We hebben toch al een biddag? Het zou kunnen dat je jezelf dat afvraagt. De generale synode van onze gemeenten heeft besloten dat er een boetedag gehouden moet worden. Daniël ging in gesprek met Matthijs, Leander, Lizadine, Rosanne, Quintijn en ds. L. Terlouw over de vraag: waarom houden we een boetedag?

Volgens de synode zijn er zorgelijke dingen aan de hand. Ontwikkelingen die reden geven om je te verootmoedigen voor de Heere. Moeilijke dingen in onze kerken en onze samenleving, waarom wij de Heere moeten smeken om Zijn ontferming. De kerk kan niet wijzen naar anderen, maar heeft zelf schuld. Wat overblijft is een terugkeer naar de Heere, zoals Daniël bad: O Heere, hoor, o Heere vergeef (Dan. 9:19).

Los van God
Een van die dingen is de toenemende secularisatie in Nederland. Secularisatie betekent dat de kerk en Gods Woord steeds minder verbonden wordt met het leven.
Het uiterste gevolg van secularisatie is een samenleving zonder kerk en geloof. Dominee Terlouw legt uit: “Vroeger was het hele leven en denken van de mensen verbonden aan de Bijbelse boodschap. Er was een algemeen besef van Gods bestaan. Daar was ons denken mee doortrokken. Nu staat het denken over God los van alle andere dingen in ons leven.”

Je merkt het
De jongeren leven in een seculiere omgeving. Maar wat merken ze hiervan en wat doet het met henzelf?
Matthijs reageert meteen: “Is het eigenlijk wel mogelijk om er niet iets van te merken? Overal om je heen zijn er mensen die niets meer met het christelijk geloof te maken hebben. Veel mensen hebben een heel ander leven dan wij.” Leander: “Klasgenoten komen ’s maandags met een kater naar school en hebben allerlei verhalen over stappen, uitgaan en feesten. Je merkt dan dat ze buiten school om een totaal ander leven hebben dan ik. Er zijn er natuurlijk ook genoeg bij wie dat niet zo is.”
Quintijn ziet er ook wel een gevaar in dat studiegenoten heel anders denken. “Het is heel makkelijk om jezelf te camoufl eren, zodat de ander denkt dat je geen christen bent. Dat is gevaarlijk, omdat het de makkelijkste weg lijkt. Het is veel beter dat ze vanaf het begin weten waar je voor staat.”

De wereld in de kerk
“Zit het seculiere niet veel dieper?” vraagt dominee Terlouw zich hardop af: “Zit het ook niet in mijzelf? Zijn wij niet ook gewoon kinderen van onze tijd?” Leander reageert: “Ik denk dat we dat ook bij onszelf heel duidelijk terugzien. Op zondag gaan we naar de kerk, en wat we doordeweeks doen en niet doen staat daar helemaal los van.” Dominee Terlouw beaamt: “Inderdaad, we zijn meer seculier dan we denken. Soms hoor je kerkmensen haast hardop zeggen: de zondag is voor de kerk, maar door de week moet ik geld verdienen. Je merkt het in veel dingen: God en godsdienst staan steeds meer los van ons dagelijks leven. God is best, maar ik houd hem voor het lest.“
Rosanne is het daar niet helemaal mee eens: “Ik vind het wel lastig om alles zo negatief te zien. Om me heen zie ik dat er heel veel jongeren zijn voor wie de Heere en de kerk op de eerste plaats staat. Niet voor alle jongeren is sport bijvoorbeeld net zo belangrijk als de kerk. De Heere werkt nog.” Leander is het daar wel mee eens, maar toch is hij van mening dat er ook reden is tot zorg.
De dominee vult aan: “Inderdaad is er heel veel goeds wat de Heere ons geeft. Daar wil ik niets van af doen.
Maar aan de andere kant moeten we ook onze ogen niet sluiten voor de zorgen die er zijn.”
Matthijs: “Het is wel echt zo dat wij kinderen zijn van onze tijd. Het seculiere zit in ons. Ik vind het wel moeilijk hoe je dat moet zien. Niet alles wat bij deze tijd hoort is toch per sé verkeerd?“

Christen zijn, maar hoe?
Als we in de spiegel kijken, dan is er reden voor een boetedag. Op de synode is besproken dat de glans die de kerk zou moeten verspreiden, dof geworden is door wereldgelijkvormigheid, materialisme, een dubbel leven in de kerk en de wereld. We moeten de Heere bidden of door Zijn genade de kerk weer meer licht gaat verspreiden. Maar wat houdt dat licht verspreiden dan precies in voor het dagelijks leven?
Quintijn: “Ik denk dat we niet alleen maar naar het ‘rijke verleden’ moeten kijken. Dan denken we alleen maar aan verlies. Moeten we niet meer letten op de vele mogelijkheden die er zijn voor de kerk in onze samenleving? Als ik om me heen kijk in Rotterdam, zie ik ontzettend veel mensen die nooit een Bijbel hebben gelezen. Daar liggen kansen.” Matthijs voegt daaraan toe dat het zorgelijk is dat christenen juist uit de stad weg trekken. “Bovendien: we moeten de realiteit zien. We hebben een probleem, we hebben te maken met uitstroom uit de kerken.”
Dominee Terlouw stelt de vraag: “Toch moeten we het niet hebben van grote evangelisatie campagnes. Van de vroegchristelijke kerk ging heel veel uit, maar wel op een andere manier. Het was hun dagelijkse wandel met de Heere die de mensen nieuwsgierig maakte.” Leander vult aan: “De levenswandel van christenen was toen heel anders dan de wereld om hen heen. Ze leefden dicht bij de Heere, ze legden hun kinderen niet te vondeling, enzovoorts. Dat viel op.” Dominee Terlouw: “In onze samenleving zouden wij op kunnen vallen door onze huwelijksmoraal.”
In gesprek raken is niet altijd makkelijk.
Lizadine: “Als je vertelt wat je gelooft, vinden ze het meestal wel best. Mooi dat jij gelooft, ik doe weer wat anders, zeggen ze dan. Sommige dingen vind ik ook lastig om uit te leggen.” ”Zoals lijden in deze wereld bijvoorbeeld”, vult Leander aan.

Naar de Bron
Wat hebben we nodig? Alle vijf zijn ze het erover eens dat persoonlijke voorbeelden belangrijk zijn. De betekenis van het dienen van de Heere moet concreet zichtbaar zijn.
Rosanne: “Het belangrijkste is dat mensen aan je kunnen merken dat je een persoonlijke omgang met God hebt. Een leven dicht bij de Heere, dat is de Bron waar alles begint. Zonder dat kunnen wij als jongeren niets uitstralen.”
Leander is het daar mee eens. Maar er is ook een probleem, denkt hij: “Misschien zijn er wel mensen die de Heere kennen, misschien liggen ze wel op de knieën voor jongeren. Dat denk ik wel, maar ik vraag me af of dat genoeg is. Er moet niet alleen gebeden en gepreekt worden, maar jongeren moeten ook in hun eigen omgeving kunnen horen en zien dat een leven met de Heere goed is.”
Lizadine: “Het is ook heel belangrijk dat er mensen zijn waarmee je over deze dingen kunt praten.”
Dominee Terlouw reageert: “Dat is ook een van de redenen voor de boetedag. Het is zorgelijk dat de tere vreze des Heeren weinig zichtbaar is. Jongeren hebben voorbeelden nodig. We moeten ons voor God verootmoedigen en Hem smeken. Zijn we vreemdelingen op aarde, zoals Abraham?
Materialisme, het waarde hechten aan dingen, geld en bezit, is een kwaad in onze tijd. Ik heb respect voor iemand die enorm carrière zou kunnen maken, maar omwille van zijn gezin een stapje terugdoet.”
Terlouw wijst ook op Daniël: “Wat maakte hem anders dan zijn omgeving?” Matthijs vindt Daniël een goed voorbeeld voor nu.
“Bij Daniël kwam het uit de grond van zijn hart, dat is het enige dat stand houdt”, vult Lizadine aan.

Boete, maar hoe?
Leander vraagt of een opwekking, een terugkeer naar de Heere, mogelijk is in Nederland. Quintijn: “Het begint met bewustwording van waar we nu mee bezig zijn.” Matthijs: “Een wonder is nodig.
Bekering.” “We moeten onze armoede zien, want het is onze schuld. Maar toch klinkt het woord ‘nochtans’. Jeremia zat op de puinhopen van Jeruzalem, maar hij bleef bidden.” Lizadine ziet twee dingen: “We moeten schuld belijden en we denken veel te klein van de Heere.”
Samen denken de jongeren na over de profeten. Ze hadden dezelfde worsteling, “Denk maar aan Hosea”, zegt Lizadine.
Rosanne vraagt zich af hoe het boetedoen er concreet uit ziet. “Waar begin je?”
Dominee Terlouw merkt op dat we dit zelf niet kunnen maken. “Het moet werkelijk schuld worden.” Lizadine: “Dat moet de Heilige Geest doen.” “Ja, maar het bedenken en spreken over onze zonde kan de Heilige Geest gebruiken”, stelt de dominee.
Een terugkeer naar de Heere is mogelijk, maar begint met het erkennen van God en het belijden van onze schuld. Boetedoen is wijzen naar jezelf.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Daniel | 32 Pagina's

Boetedoen is wijzen naar jezelf

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Daniel | 32 Pagina's