Pleiten in de rechtszaal

Een eerlijk beroep?
Kun je als advocaat wel altijd eerlijk je werk doen? Komt het nooit voor dat je een onrechtvaardige zaak moet verdedigen? Christian: “Voor een advocaat gelden er geen andere Tien Geboden dan voor een bakker of een loodgieter.
Ik moet net als een ander altijd de waarheid spreken. Ik kan er onmogelijk aan meewerken als een cliënt zegt: “Ik heb het misdrijf wel gedaan, maar je moet tegen de rechter zeggen dat ik het niet heb gedaan”.
Tegelijk heeft ieder mens recht op verdediging.
Iedere verdachte. Stel je voor dat iemand wordt verdacht van moord. Het is dan belangrijk dat er goed en grondig wordt gekeken of diegene dat ook werkelijk heeft gedaan. Maar in de meeste strafzaken gaat het niet eens over de vraag of iemand schuldig is, maar over hoeveel straf iemand zou moeten krijgen. Justitie benadrukt één kant van de zaak. Een advocaat heeft de taak om de andere kant van de zaak te belichten.
Ik heb de indruk dat een offi cier van justitie wel eens een zwaardere straf eist, met de gedachte dat een rechter wel wat lager zal uitkomen. Het zou niet eerlijk zijn als er niemand was die de aangeklaagde zou verdedigen.
Ik behandel geen strafzaken, maar ben er van overtuigd dat het goed is dat een verdachte rechtsbijstand heeft. Het bijstaan van een mens moet je nooit verwarren met het verdedigen van een misdrijf.
Weet je wat een indrukwekkende gedachte is? In het Nederlands recht kan een misdadiger nooit zomaar vrijspraak krijgen. In de Bijbel lezen we ook dat God nooit genoegen kan nemen met de zonden. Dat komt overeen. Maar dan het grote verschil. Voor de Heere ben je schuldig, strafwaardig en er zijn geen verzachtende omstandigheden, maar Hij kan wel vergeving schenken. Er is uit genade vrijspraak mogelijk, om Jezus wil.”

De waarheid boven tafel
Christian van Bemmel legt uit dat er nog een reden is waarom ieder mens recht heeft op een advocaat. “Het antwoord op de vraag ‘Wat is de waarheid’? is niet makkelijk. Vaak heb je het over verschillende meningen die tegenover elkaar staan. Beide partijen beleven het op een andere manier. Het gaat in mijn werk vaak om de vraag: wat zijn de aantoonbare feiten?
Een voorbeeld: Een jongen met meerdere delicten op z’n kerfstok werd opnieuw verdacht van een gewelddadige diefstal. Hij ontkent alles. Het slachtoffer zegt: ‘Ik kan niet met zekerheid zeggen of hij het was.’ Officier van Justitie zegt: ‘Het slachtoffer is gebeten, waarschijnlijk door iemand die meerdere tanden mist.’ De betreffende jongen had een puntgaaf gebit. Een getuige van 50 meter afstand zegt dat hij de verdachte herkent, maar een getuige van 75 meter afstand juist niet. Je ziet dan dat iedereen het zich op een andere manier herinnert.
Het is niet duidelijk wat de waarheid is. Het is dan zeker goed dat er ook een advocaat bij de discussie betrokken wordt.”

De Nederlandse wetgeving
Er wordt soms gezegd dat onze wetgeving steeds meer de norm van Gods geboden verlaat. Christian heeft daar meer over te zeggen. “Dat is wel waar, maar er is in onze wetgeving nog enorm veel opgenomen waar we blij mee mogen zijn. Je komt in de wetgeving nog veel Bijbelse gedachten tegen. Denk maar aan de regel ‘een mondelinge afspraak is ook een afspraak’. Dat vind je terug in de Bijbel: Uw ja zij ja, en uw nee zij nee. De Zondagswet wordt uitgehold, maar is er nog wel. Onze wetgeving beschermt de zwakkere partij, bijvoorbeeld de werknemer. Bij ziekte hoeft een werknemer in Nederland niet in de kou te blijven staan. Ook heeft iedereen recht op vrije dagen. Bij deze dingen denk ik aan de wetten van Mozes. In het algemeen bevat onze wetgeving nog veel goede en ook mooie elementen.”

Scherven rapen
Wringt het niet om als advocaat juridische advies te geven bij een echtscheiding? Christian legt uit: “Het is inderdaad moeilijk dat de Nederlandse wet een ruimere echtscheidingswetgeving kent dan de Bijbel. In echtscheidingszaken kom je op het terrein van de scherven. De gebrokenheid van de schepping door de zonde. Als christen zeg ik: iedere echtscheiding is er één te veel. Toch kom je zulke gebroken situaties tegen, dat je de moeilijke afweging van Mozes ten aanzien van de scheidbrief wel kunt duiden. Als advocaat kom ik er aan te pas als de vaas al aan diggelen ligt. Het gebroken huwelijk is al een feit. Mijn taak is dan het opruimen van de scherven. Ik help om het juridisch zo goed mogelijk af te handelen. Het blijft wel moeilijk dat je werkt midden in de gebrokenheid door de zonde. Maar het moet wel opgelost worden.”
Christian vertelt verder. “Ik vind het erg zorgelijk om ook in de kerken het grote effect te zien van de vurige pijlen van de duivel. De duivel wil het huwelijk kapot hebben. Hij weet dat daar geborgenheid is.
Al het goede wil hij in de kiem smoren, zodat het niet in de knop gaat staan en ook niet zal bloeien. Iets anders waardoor ik soms met hoofdpijn rondloop, zijn rechtszaken tussen gemeenteleden. Het is heel schrijnend als twee leden van de gemeente elkaar voor de rechter dagen. Paulus waarschuwt daar ook tegen (1 Korinthe 6:6).”

Waardevol werk
Christian van Bemmel heeft regelmatig cliënten uit de eigen kerkelijke kring. Hij legt uit dat het van betekenis is dat je goed bekend bent met de reformatorische achtergronden. “Na een echtscheiding kan het er venijnig aan toe gaan. Vaak is het zo dat de ene ouder nog wel naar kerk gaat en de ander niet meer. Er spelen dan moeilijke vragen. Bij welke ouder is het kind op zondag? Kun je afspraken maken over de zondagsbesteding als het kind bij de niet-kerkelijke ouder is? Soms zegt een ouder tegen de rechter: ‘Ik wil het mijn kind niet aandoen om twee keer op een zondag anderhalf uur stil te zitten. Dat is niet goed voor mijn kind.’ De rechter kan daar soms zomaar in mee gaan. Als advocaat kun je dan bijvoorbeeld aan de rechter duidelijk maken dat het in belang van het kind is om aan de vertrouwde patronen van het leven vast te houden. Dat geeft structuur en rust voor het kind. Soms geeft de andere ouder toe en zegt: “Oké, ik ga wel een keer met het kind naar de kerk.” Dan heb je een stukje scherf van de scherpe kant ontdaan. Dat is het mooie van mijn werk.”

De hemelse Advocaat
“Mensen hebben soms negatieve gedachten over mijn beroep. Het is bijzonder dat in de Bijbel het beeld van advocaat ook wordt gebruikt voor de Heere Jezus. Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de rechtvaardige (1 Johannes 2: 1). Hij is Voorspreker in de hemel.” Tegelijk ziet Christian vooral heel grote verschillen met zijn eigen werk als voorspreker voor cliënten. Hij noemt er vier.
• Ik heb nog nooit over een aardse advocaat gehoord die zelf tien jaar wilde zitten voor het misdrijf van zijn cliënt. De hemelse Advocaat spreekt niet alleen voor, maar Hij is ook zelf bereid geweest om de zwaarste straf te dragen.
• Je kunt je werk met veel betrokkenheid en overtuiging doen, maar je laat altijd steken vallen. Je denkt achteraf wel eens: Ik had dit echt anders moeten zeggen. Dat is een oneindig groot verschil met Christus.
In Zijn voorspraak, Zijn gebed tot de Vader, is geen enkel tekort.
• Hier op aarde zal een advocaat die niet betaald wordt zeggen: Helaas moet ik stoppen met mijn werk voor u. De Hemelse advocaat is een Voorspraak, terwijl Zijn Kerk voortdurend schuld vermeerdert.
• Als je probleem is opgelost, heb je de advocaat niet meer nodig. Heel anders is het met de hemelse Advocaat. Als je Hem een klein beetje nodig hebt gekregen, ga je Zijn voorspraak alleen maar meer en meer nodig krijgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen