Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Macht en onmacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Macht en onmacht

Het aangrijpende visioen van de dodenvallei

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onmacht of machteloosheid. Hoe herkenbaar is dat gevoel voor ons allemaal? Wij kunnen onmacht voelen in grote, maar ook in kleine dingen. Het verlamt je. Je solliciteert, maar je vindt geen baan. Onmacht! Het kan nog erger. Wat voelden en voelen de nabestaanden van de vliegramp van vorig jaar boven Oekraïne? Woede, verdriet, machteloos! Hoe onmachtig kunnen wij ons voelen, bij het zien van de toestand in de wereld, maar vooral ook in de kerk of in ons eigen leven. Waar is de hand van de Heere? Waar is God? Waar is Zijn macht?

Wie dagelijks het nieuws volgt, weet dat de chaos in de wereld erger is dan ooit. Er zijn veel confl icten en ze lijken stuk voor stuk onoplosbaar. Regeringsleiders breken hun hoofd over het vluchtelingenprobleem. Zestig miljoen vluchtelingen in 2014. Een record. De dreiging van aanslagen van groepen en gestoorde enkelingen. Leef niet aan deze toestand voorbij. Denk aan het woord van Paulus: Het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil die het der ijdelheid onderworpen heeft (Rom. 8:20). Onmachtig en zuchtend onder het juk van de zinloosheid, lijdt de schepping en ieder schepsel. Waarom? Om diens wil die het aan de ijdelheid onderworpen heeft. Dat zijn wij! Jij, u en ik. De zonde is een macht die veel verder gaat, dan wij vaak denken. De schepping lijdt en wij lijden mee, maar dat is wel onze schuld. De zonde maakt alles kapot. En wat heeft de wereld nodig?

Ideeën om de wereld te verbeteren kunnen bewondering oproepen, maar hoe vaak zit daar een positief mensbeeld achter? De aarde is als een slagveld, vol botten. Soms letterlijk. Soms als een beeld. Wie heeft de macht om iets te doen? Machteloos kijken we toe hoe dingen zich ontwikkelen. Het kwaad woekert en vergroot onze zorgen. En hoe is het in de kerk? In de Gereformeerde Gemeenten? In jouw gemeente? Met jouw hart?

Schokkende beelden
Wat zegt de Heere tegen de profeet Ezechiël? De profeet krijgt een verschrikkelijk visioen te zien. Schokkende beelden. Wij groeien op met de Bijbel en luisteren daarom soms niet goed genoeg naar de Bijbel, omdat we al denken te weten wat er staat. Maar lees dit gedeelte goed en laat woord voor woord tot je doordringen. Wat is het beeld? Ezechiël staat in het midden van een dal, of vlakte. En wat hij daar ziet is enorm afschrikwekkend. Een slagveld, waar doodse stilte heerst. Overal liggen botten; een chaos. Het zijn ‘dorre beenderen’. Ze liggen er dus al een hele tijd; ze zijn kurkdroog. Ezechiël mag dit niet van afstand bekijken, maar moet het van dichtbij bekijken (37:2). Dit beeld mag de profeet nooit meer vergeten; hij zal het ook nooit vergeten. Want, als hij dit beeld niet op zich laat inwerken, zou hij nog verwachting van iets buiten God kunnen hebben. Maar dat is uitgesloten. Beenderen liggen overal, er is geen lijn in te ontdekken. Het is weerzinwekkend, vreselijk. Het waren levende mensen, ze zijn gedood (37:9).

Opdracht om te preken
Dan de verbazingwekkende vraag van God: Mensenkind, zullen deze beenderen levend worden? Ezechiël voelt hoe onmogelijk dat is, maar hij zegt niet: “Nooit, Heere”. Hij zegt: Heere HEERE, Gij weet het. Ezechiël houdt de adem in, maar niet zonder verwachting van de machtige kracht van God. Dan krijgt Ezechiël een wonderlijke opdracht. Hij moet preken tegen deze dode beenderen: “Hoor het woord van de HEERE!” God zal de geest in hen brengen en zij zullen levend worden. En met een enorm geluid hoort en ziet Ezechiël hoe machtig het woord van God is. Het gebeurt! De verstrooide botten komen bij elkaar en worden skeletten. Vervolgens komen er spieren, vlees en huid op. Het worden mensen. Maar ze leven niet. Dan moet Ezechiël opnieuw profeteren. Nu tegen levenloze lichamen: Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. En ook dat gebeurt.

Spiegel
Deze profetie gaat over Israël. De Heere spreekt tot twee keer: O Mijn volk. De God van het verbond denkt aan Zijn volk en zal Zijn Geest in hen geven en zij zullen leven. Deze profetie is ook een spiegel voor de kerk van nu. De kerk deelt in dezelfde beloften van Gods verbond (2 Kor. 7:1). Wij kunnen uren praten over de toestand in de kerk. En wie goed om zich heen kijkt, kan ook niet blij zijn. De kerk is erg naar binnen gekeerd. Tegelijk zijn wij zo gericht op ons aardse leven en genieten we van alle dingen die we hebben. Er wordt veel naar elkaar gekeken. Er is zelfvoldaanheid. Er is soms weinig refl ectievermogen. Een grote kerk vol mensen verlaat ieder jaar ons kerkverband. De werfkracht naar buiten toe stelt weinig voor, als er nog geen tien mensen van buiten de kerk lid worden van ons kerkverband. Er is angst voor allerlei dingen, en dat is nooit een teken van goed gezond geestelijk leven. Vanuit die angst wordt er soms scherp geoordeeld over anderen.

Twee vragen
Sommige mensen noemen de kerk ‘ziek’. Het beeld van de kerk uit Ezechiël gaat veel verder. De kerk is dood. En hoe! Twee vragen, die in de profetie alles met elkaar te maken hebben, moeten wij onszelf stellen. In de eerste plaats: zien we in het beeld van de uitgedroogde botten echt onszelf? Of denken wij dat het met ons toch wel meevalt, zeker in vergelijking met anderen? Wanneer dit net zo’n diepe indruk op ons maakt als op Ezechiël, snijdt dit al onze verwachting van onszelf af. Net als de profeet zeggen we dan: “Ú weet het, Heere.” Daarin hoor je de onmacht, maar tegelijk ook het reikhalzend uitzien naar het moment dat God Zijn macht toont. Want dat is de tweede vraag: verwachten wij het van de Heere en Zijn Geest? Zijn macht is groot, Zijn trouw zal nooit vergaan. Kijk naar boven, als het om de kerk gaat en bidt om de komst van de Heilige Geest. Kom, Heilige Geest, kom tot Uw kerk en doorwaai de hof!

De Koning van de kerk
Ik kan allerlei redenen bedenken om de kerk te verlaten. Maar laten we nu de kerk niet zien als ‘onze kerk’. Onze gemeenten bestaan sinds de oprichting in 1907, maar de Kerk van Christus bestaat vanaf het moment dat de Heere Zelf het goede werk begon. Over de Koning van de Kerk moeten wij spreken en als de Heilige Geest in ons het leven wekt, zullen wij spreken! Ook al is de kerk een kerk vol met zondaren, de Heere werkt en spreekt. Merk jij het ook, dat de Heilige Geest werkt in de gemeente?

Onvoorstelbaar rijk
Wat kun jij je ook geestelijk machteloos voelen. Zal jouw hart ooit buigen voor de Heere? Zul je ooit genade vinden bij God? Loop niet weg van de spiegel. Neem hoogte van de ernstige toestand van je hart. Belijd het voor de Heere: Zal mijn dode hart ooit leven? Bid tot de Heere: Ú weet het Heere! Kun je je een grotere tegenstelling indenken dan tussen de sfeer van de dood op het slagveld en de levendige massa mensen van de levend gemaakte mensen in de profetie? Het is alsof je in Efeze 2:4 en 5 de echo van deze profetie hoort. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus. Jezus brengt tot het leven. Zijn macht is onbegrensd. En Hij nodigt je om tot de toevlucht tot Hem te nemen; Hem aan te roepen. Nooit heeft Christus arme zondaren weggestuurd, en Hij zal het ook nooit doen. We zijn gewend aan deze woorden, maar ze zijn onvoorstelbaar rijk. In Christus’ bloed licht de kracht om ons hart te laten leven!


Ezechiël 37:1-14 1

De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen.
2 En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor.
3 En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het!
4 Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord.
5 Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden.
6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
7 Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been.
8 En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen.
9 En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot den geest: Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden.
10 En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir.
11 Toen zeide Hij tot mij: Mensen kind! deze beenderen zijn het ganse huis Israëls; ziet, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord, en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden.
12 Daarom, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal uw graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het land Israëls.
13 En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk!
14 En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2015

Daniel | 32 Pagina's

Macht en onmacht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2015

Daniel | 32 Pagina's