Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Farizeeër en de tollenaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Farizeeër en de tollenaar

Serie over het openbare optreden van de Heere Jezus

5 minuten leestijd

Twee mensen gingen op in den tempel om te bidden; de een was een farizeeër en de ander een tollenaar (Lukas 18: 10)

De overbekende gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar (Lukas 18: 9-14) plaatst ons in de tempel van Jeruzalem. In tegenstelling tot de tweelinggelijkenis van de schat, in de akker verborgen en de parel van grote waarde, wordt bij deze gelijkenis de reden genoemd waarom Christus deze gelijkenis uitsprak (vers 9). Ook maakt Christus Zelf de toepassing (vers 14). Dat zijn natuurlijk belangrijke hulpmiddelen om de gelijkenis uit te leggen. Christus richt zich op mensen die bij zichzelf vertrouwen rechtvaardig te zijn en anderen niets achten.
De gelijkenis spreekt van twee mensen: een farizeeër en een tollenaar. De farizeeër ziet er keurig uit. Hij houdt zich stipt aan de wet. Christus zegt van hem in Mattheüs 5 vers 20: Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij dan der schriftgeleerden en der farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. De farizeeër houdt het Woord van God voor wáár, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een sadduceeër.
We hoeven het netjes gekleed gaan en het zich houden aan Gods Woord echt niet als ‘farizeïsch’ af te doen, integendeel!
De tollenaar was echter zo anders. Hij werkte voor de vijand, de Romeinen. Hij inde de belasting. Dat vonden de mensen sowieso natuurlijk niet plezierig. Daar kwam bovenop dat, zo blijkt uit de geschiedenis van Zachéüs, de tollenaar wel eens meer vroeg dan nodig was en het meerdere in zijn eigen zak stak. Als er een farizeeër langs kwam, boog je je hoofd. Kwam een tollenaar voorbij, dan spuugde je op de grond.

Dichtbij het heilige
In gedachten zie je deze twee mensen de trappen opklimmen, de tempelberg op. Ze gaan door de poort en komen in het voorhof van de vrouwen. De farizeeër gaat door de Nicanorpoort naar de voorhof van de mannen en gaat staan, vlakbij de plaats waar de priesters bezig zijn. Hij mag daar natuurlijk staan, zo vlakbij het heiligdom waar God Zijn troon heeft. Vanzelfsprekend! De tollenaar blijft echter ergens achter in de tempel staan. Hij kan en durft niet verder te komen. Zo dicht bij het heilige naderen? Nee, dat is voor hem onmogelijk!
Niet alleen hun plaats is verschillend, ook hun houding. Van de tollenaar staat geschreven dat hij zelfs zijn ogen niet durfde opslaan naar de hemel, waar God woont! Waar Hij Zijn deugden, Zijn volmaakte eigenschappen in alle heerlijkheid vertoont. Hieruit is op te maken dat de farizeeër dit wél deed. Mogelijk behoorde dat ook bij de gebedshouding in die tijd.
De tempel was het huis van God op aarde. Zo noemt Christus Zelf het huis van Zijn Vader. Het is een beeld van het wonen van de Heere in de hemel. Met name het heilige der heiligen is een afschaduwing van deze allerheiligste plaats. De farizeeër gaat er dichtbij staan en bidt. Natuurlijk, daar heeft hij immers recht op? De tollenaar komt de trappen op, ziet die heilige plaats … en durft niet verder, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel.

Hun gebed
Er is ook een verschil in spréken. De farizeeër bad dit bij zichzelven, staat er. Er staat dus niet dat hij hardop duidelijk verstaanbaar voor iedereen stond te bidden. Hij deed het bij zichzelven. Hier heeft de gelijkenis een fijnzinnig detail.
We kunnen deze farizeeër hier er niet van betichten dat hij stond te bidden om van de mensen gehoord te worden. De gelijkenis laat zien hoe het in zijn hart was. Hoor wat hij bidt: O God, ik dank U dat ik niet ben gelijk de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers, of ook gelijk deze tollenaar; Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles wat ik bezit. Hij erkent de Heere dat hij niet is als de zondige tollenaar. Het is toch ook een groot voorrecht als je niet in die grote zonde leeft? En wat mag hij niet voor de Heere doen! Veel meer dan de Heere in Zijn Woord van hem vraagt! Ach … hij heeft niets te bidden. En ziende op de tollenaar, mag hij de Heere wel zeer erkentelijk zijn dat hij zó niet is. Hebben jullie zó je boze hart al leren kennen?
En de tollenaar? Hij heeft een kort gebed terwijl hij zich op de borst slaat (dat boze hart zit dáár!): O God, zijt mij zondaar genadig. Hij laat in zijn houding zien dat hij kennis heeft van Gods heiligheid en rechtvaardigheid. Hij kan immers bij die heilige plaats niet komen? Hij kan de plaats waar de Heere woont echter ook niet missen. Daar wil hij het gaan vertellen hoe groot zondaar hij is. Het komt uit zijn hart: O God! En hoor: hij smeekt om genade… voor zo’n dood schuldige.

Uit genade
Christus maakt de toepassing. Deze tollenaar gaat weer naar huis, gerechtvaardigd, meer dan die. Is de farizeeër dan ook rechtvaardig voor God? Nee, die méént rechtvaardig te zijn voor God. En de tollenaar? De laagste plaats is nog niet laag genoeg. En deze zal verhoogd worden uit genade die in Christus is!
Dat tere gebed van die tollenaar bij wie het om genade te doen was geworden, dat geve de Heere door wederbarende genade in jullie hart. En dit onderwijst Christus! Deze ging af gerechtvaardigd, nee, niet om wat hij had gedaan, maar uit genade die in Christus is. Want dat toonde nu juist die tempel en de priesterdienst als een voorafschaduwing. Arme, goddeloze zondaren worden om niet gerechtvaardigd, uit louter genade, om des bloeds van Christus wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 2017

Daniel | 32 Pagina's

De Farizeeër en de tollenaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 2017

Daniel | 32 Pagina's