De kracht van je tong

Struikelen
Jakobus 3:2
Wij zondigen op allerlei manieren. Maar de meeste zonden hebben met ons taalgebruik te maken. Jakobus noemt dit ‘struikelen in woorden'.
-> Hoe noemt hij iemand die nooit ‘struikelt in woorden’?
-> Ken jij zulke mensen?
-> Waar denk je aan bij ‘struikelen in woorden’? Noem eens een paar dingen
Denk eens na over deze dag. Ben jij vandaag gestruikeld in woorden? Welke gevolgen had dit?

Voorbeelden
Om uit te leggen hoeveel je met je kleine tong kan bereiken, geeft Jakobus twee voorbeelden. Ze komen uit het dagelijkse leven uit de tijd van de Bijbel. Het gaat over een paard en een schip.

Jakobus 3:3-5
Als een ruiter op zijn paard rijdt, doet hij een klein bit (toom) in de mond van het paard.
-> Waarom doet hij dat? Wat is het effect hiervan?

Een schip is veel groter dan een paard. Harde stormwinden lijken het schip soms tegen te houden.
-> Hoe zorgt de stuurman dat het schip op zijn bestemming komt?

Jakobus legt zijn voorbeelden uit in vers 5. Door iets kleins kan je iets groots besturen.
-> Wat bedoelt Jakobus met zijn voorbeelden?
-> Wat kan je met je tong doen? Geef hiervan voorbeelden.

Tegenstelling
Jakobus 3:9-12
Jakobus beschrijft wat we met onze tong kunnen doen. Hij noemt telkens twee dingen.
-> Welke twee dingen doen we met onze tong?
-> Waarom staat er achter mensen ‘die naar de gelijkenis Gods gemaakt zijn’?
-> Welke tegenstelling zie je?

Zegenen betekent: goede dingen over iemand vertellen, iemand de eer geven die hij verdiend.
-> (Hoe) heb jij dat vandaag gedaan?

Vervloeken betekent: slechte dingen over iemand vertellen, iemand vernederen.
-> (Hoe) heb jij dat vandaag gedaan?

Het lijkt alsof Jakobus zijn hoofd schudt: hoe kan dit nu allebei uit één mond voortkomen?
Het antwoord vind je in Romeinen 8:5-6. Lees deze verzen in de Bijbel met Uitleg, of de kanttekeningen.
-> Geef antwoord op de vraag van Jakobus.
-> Leef jij ‘naar het vlees’ of ‘naar de Geest’? Hoe is dat te merken aan je taalgebruik?

Waar het hart vol van is:...
… stroomt de mond van over. Een van de dichters van de psalmen heeft de Heere én Zijn Woord lief gekregen. De Heilige Geest leert hem steeds meer wie hij zelf is, maar hij leert ook Wie de Heere voor hem wil zijn. Dat is te horen aan zijn taalgebruik. In psalm 119 schrijft hij: Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. Hij kan niet stil blijven, iedereen moet het weten! Natuurlijk zingt hij niet de hele dag. Het doet pijn als de Heere je zonde je hart aanwijst. Maar het is ook zo wonderlijk als je hart vervuld wordt door Zijn goedheid. In gesprekken is het te horen: dit is iemand die de Heere lief heeft en Zijn geboden wil houden.

Als je voor jezelf leeft, dan gaan alle gesprekken over jou en jouw eer. Als je de Heere lief hebt en daardoor de mensen om je heen, dan veranderen je gespreksonderwerpen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen