-> ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn’

Spreuken 30: 24-28
Voordat we gaan kijken naar welke les we van welk dier kunnen leren, moeten we eerst weten wie deze spreuken opgeschreven heeft. Wie heeft het Bijbelboek Spreuken geschreven? Van wie zijn de spreuken uit hoofdstuk 30? Lees voor het antwoord vers 1 en zoek op in de kanttekeningen wie dit is. Wie is het uiteindelijk Die hier tot ons spreekt?

Vers 24
In dit vers wordt aangekondigd dat er vier dieren aan bod zullen komen.
-> Wat wordt er verder nog gezegd?
Van deze vier dieren kun je iets leren voor je leven van elke dag! Deze dieren zijn klein en kwetsbaar, maar ook heel slim.

Vers 25: Mieren
De eerst les kunnen we leren van de mier. Vroeger heb je dit kleine diertje vast weleens bekeken, ermee gespeeld, of het misschien wel geplaagd.
-> Welke twee dingen worden er hier gezegd over de mier?
-> Wat betekent het dat de mieren ‘een onsterk volk’ zijn? Maar wat doen ze wel?

Dat we iets van de mier kunnen leren, is al eerder naar voren gekomen in Spreuken.
-> Vergelijk Spreuken 30:25 met Spreuken 6:6-8. Lees je hier nog nieuwe dingen?

De mier werkt dus aan zijn toekomst. Hij zorgt dat hij genoeg eten verzamelt om de winter te overleven.

Vers 26: Konijnen
In dit vers gaat het niet over konijnen zoals wij die nu nog kennen, maar over klipdassen of marmotten. Zoek hier maar eens een plaatje van op via Google.
-> Welke twee dingen worden over dit dier gezegd?
De klipdas kan zichzelf niet beschermen tegen andere roofdieren. Maar hij heeft wel een veilige plek waar hij naar toe kan.

Vers 27: Sprinkhanen
Als het over sprinkhanen gaat, moet ik altijd denken aan de achtste plaag voor de uittocht uit Egypte. Toen kwam de grootste zwerm sprinkhanen ooit (Exodus 10: 14-15). Sprinkhanen leven in grote groepen.
-> Welke twee dingen worden er gezegd over de sprinkhanen?
-> Wat wordt er bedoeld met ‘zich verdelende in hopen’?

Sprinkhanen doen wat ze moeten doen en hebben geen aansturing nodig.

Vers 28: Spinnenkoppen
Waarschijnlijk gaat het hier om een soort hagedis. Dit is niet een dier dat je in huis wilt hebben. Ongedierte, spinnen bijvoorbeeld, ruimen we zo gauw mogelijk op. Dit beestje was in veel oosterse huizen te vinden, zelfs in het paleis van de koning, terwijl veel mensen daar nooit komen.
-> Wat zegt kanttekening 78 over het paleis van de koningen?

We hebben vier kleine dieren bekeken. Welke overeenkomsten zie je bij deze dieren? Kijk nog eens terug naar de kenmerken die je ervan hebt opgeschreven.
-> Wat heb jij geleerd van deze vier dieren?
-> Waarom zijn deze dieren wijs en wat betekent dat voor jou concreet?
-> Loop deze vier dieren nog een keer één voor één langs. Wat leren ze jou als het gaat om het zoeken en dienen van de Heere?
-> Jij bent ook kwetsbaar. Waar zoek jij je houvast, je toevlucht?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen