Om Jezus’ wil

Moeilijk
“Ik vind het gebed het moeilijkste wat er is. Als predikant zie ik soms nog meer op tegen het gebed op de kansel dan tegen de preek. Op de preekstoel moet ik er woorden aan geven. Daar kan ik niet bidden zoals het in het persoonlijke kan en zoals het in psalm 5 staat: “Zie, als ‘t aan woorden mij ontbreekt wat de overdenking in mij spreekt” (vers 1, berijmd). Soms zou ik nog liever vijf minuten stil zijn tijdens het openbare gebed, dan moe te worden van mijn eigen woorden. Altijd die woorden… Maar beleef ik ook de zaken? Hoe vaak besef ik nu werkelijk tot Wie ik namens de gemeente spreek? Dat God een heilig God is en dat God alles van ons weet en peilt?”

Plicht en wat woorden
“Ook in het persoonlijke leven vind ik het gebed niet eenvoudig. Is het bidden als we vijf minuten op onze knieën een heel aantal dingen tegen God hebben gezegd? We noemen het wel bidden, maar als het gaat om het hart dan is het de vraag of het niet alleen maar ging om een plicht en wat woorden. Was er werkelijk de behoefte om te bidden? Dan moet ik zeggen dat ik mijn hart er vaak zo moeilijk in meekrijg. Ik sta soms meer innerlijk veroordeeld van mijn knieën op dan dat ik op mijn knieën ben gegaan. Om die reden zal ik ook nooit zeggen dat het om mijn gebed gaat. Het kan, zeker voor deze dominee, nooit buiten de Middelaar om.”

Om Jezus’ wil
De ogen van de dominee beginnen te glanzen: “Het gaat bij het gebed om die drie belangrijke woordjes: om Jezus’ wil. Dat heb ik ook in mijn eigen leven gezien toen God mij ontdekte aan mijzelf door het werk van de Heilige Geest. Toen kon ik niet meer voor God bestaan en heb ik gezien dat er uit mij geen vrucht meer in eeuwigheid is, ook niet uit mijn gebeden. Maar toen God in de nood van mijn leven iets van de Middelaar openbaarde, heb ik zoveel waarde gezien in het ‘Om Jezus’ wil’ voor mijn hele leven. Een gebed zonder Christus is geen waar gebed. Ik ben zelfs in het bidden niet aangenaam voor God als het niet door de handen van de Voorbidder heen gaat. Iemand zei eens: ‘Gods ware kinderen zijn te herkennen aan hun gebed. Luister namelijk maar of je hoort dat ze niet buiten de Middelaar om kunnen’. Het gaat dan niet om alleen het ‘klakkeloos’ noemen van de naam van Jezus, maar het gaat er om dat het hele gebed is doordrenkt van de behoefte aan een Voorspraak”.

Onbekeerd
Maar moet je dan per se weten dat de Heere Jezus voor jou gestorven is, om echt te kunnen bidden? “Nee, het kan zijn dat je wel de noodzaak van de verlossing door de Middelaar voelt, maar dat je nog niet de troost en de toepassing daarvan ervaart. Je ervaart dan wel dat je buiten Christus niet voor God kunt bestaan en dát is de essentie. In de Bijbel laat God juist zien dat Hij ook het gebed van onbekeerden wil horen. In psalm 81 staat: Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen (vers 11 onberijmd). Dat zegt Hij niet tegen Godvrezende mensen, maar tegen een volk dat naar Zijn stem niet heeft gehoord.”

Vader
Mag je dan wel het ‘Onze Vader’ bidden als God niet je Vader is? “Dominee Smytegelt zei dat God vanwege de scheppingsverhouding onze Vader is en dat je daarom het onze Vader mag bidden. Alleen betekent dat nog niet dat Hij onze Vader in Christus geworden is. Bid of God ook jouw genadige Vader wil worden om Christus’ wil.” Dominee Huijser maakt zich wel zorgen om het oppervlakkige gebruik van de Vadernaam. De Bijbel leert dat de Géést Gods kinderen leert roepen: ‘Abba Vader’, niet dat zij er op een zeker moment toe besluiten. Het komt niet bij mensen vandaan, maar het is iets waar de Geest toe aanzet. Het gebruik van deze Vadernaam is dan ook niet iets waar Gods kinderen in het openbaar mee gaan strooien, maar iets wat vooral in hun persoonlijke omgang met God een tere plaats krijgt.”

Houding
De dominee legt ook uit hoe onze houding bij het gebed hoort te zijn. “Als je bidt, moet je niet zomaar beginnen met praten, maar je moet eerst bewust zijn tot Wie je bidt. Ik begin mijn gebed meestal met de vraag of de Heere iets wil afdrukken in mijn hart van Zijn deugden: dat ik mag beseffen dat ik tot een grote, heilige God spreek. Dat leidt ook tot het beseffen van de noodzaak van een Voorspreker. Dat zorgt er voor dat je verootmoedigd wordt. Ik heb er moeite mee als mensen met God spreken alsof Hij een gelijke is. Abraham wordt in de Bijbel wel de vriend van God genoemd (Jak. 2:23, red.), maar juist hij zegt: Ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben! (Gen. 18: 27). Dat betekent dat Abraham het gewaagd heeft om met God te spreken. Als Gods iets van Zijn heerlijkheid openbaart, zie je dat de mensen zich heel klein en nietig voelen.”

Orde
In het gebed mag je de lichamelijke en geestelijke noden aan de Heere voorleggen. “Hoe afhankelijker we leven, hoe meer we ook de Heere nodig hebben in alle (kleine) dingen van het leven. Er is ook tegelijk een orde in het gebed en dat is die van het ‘Onze Vader’. Calvijn zegt dat we onze gebeden naar deze regel moeten inrichten. Dan valt het op dat het in het volmaakte gebed eerst drie keer over God gaat. Eerst gaat het om de verheerlijking van God, de komst van Zijn koninkrijk en de uitvoering van Zijn wil. Daarna gaat het pas om onze behoeften. Kijk je gebedsleven maar eens na. Hoe vaak beginnen we niet meteen met onze eigen noden en zorgen?”

Vaste tijden
Voor het gebed is het belangrijk om vast te houden aan een strakke gebedsdiscipline met vaste tijden. “Je moet op de vaste tijden bidden, dus ook als je niet de behoefte voelt. Ik begin elke dag op mijn studeerkamer met gebed en Bijbellezen. Daar neem ik de tijd voor. Leg ook alles weg wat kan afleiden. De binnenkamer is een bedreigd gebied, want daar richt de satan zijn pijlen op. Eerst probeert de satan je uit de binnenkamer te houden en daarna probeert hij in de binnenkamer zelf te verstoren. Daarom is bidden ook strijden. Maar het echte gebed gaat misschien wel meer ‘met de pet op, dan met de pet af’. Je kunt ook bidden op je fiets en in je auto.”

Verhoring
“De Heere hoort het gebed altijd, maar Hij verhoort niet altijd. Hij kan alles, maar Hij doet niet alles. Hij handelt naar Zijn wil. De Heere Jezus kreeg ook geen verhoring op het gebed of de drinkbeker aan Hem mocht voorbijgaan, maar Hij kon wel zeggen dat niet Zijn wil, maar de wil van Zijn Vader moest geschieden. Iedereen heeft weleens gebeden en het niet gekregen. Later kun je misschien wel zeggen dat het wijs was dat God het niet verhoord heeft. De Heere weet namelijk veel beter wat wij nodig hebben dan wij. De verhoring is niet altijd heel duidelijk en daarom moeten we opmerkzaam zijn. Elia zag maar een wolkje zo groot als een hand, maar het was toch het begin van Gods verhoring.”

Dagelijkse dingen
De dominee pleit voor opmerkzaamheid op wat God doet nadat wij Hem hebben gebeden. Ook als het gaat om verhoring in de dagelijkse dingen. Als je opziet tegen een toets en daarvoor bidt en de Heere helpt, dan is dat ook verhoring. “Natuurlijk werkt de Heere ook soms heel bijzonder, dat heb ik zelf ervaren. Toen ik aan het einde kwam met mezelf en het een verloren zaak in mijn leven was, heb ik in de nood tot God geschreeuwd. Toen heeft de Heere iets van de Middelaar laten zien. Daarom zijn deze drie woorden voor mij als van goud: Om Jezus’ wil.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen