Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Israël in de Reformatie en de Nadere Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Israël in de Reformatie en de Nadere Reformatie

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom willen we ons ook speciaal bezighouden met de gedachten over Israël in de Reformatie en de Nadere Reformatie? Omdat wij binnen de Gereformeerde Gezindte door beide in onze identiteit bepaald worden. Als we spreken over de Reformatie, beperken wij deze beweging vaak tot Johannes Calvijn, maar het is goed de Reformatie breder op te vatten en er ook Maarten Luther en Martin Bucer bij te betrekken. Ten aanzien van de beweging van de Nadere Reformatie is de belangstelling groeiende. Er zijn de laatste decennia ook verschillende publikaties verschenen over de visies binnen de Nadere Reformatie in betrekking tot Israël en het jodendom. Zo ligt een belangrijk en boeiend onderwerp voor ons.

1. De visie van Reformatoren op Israël

M. Luther
Wij beginnen met te luisteren naar wat Luther over Israël en de joden heeft gezegd. Luther verwachtte bij de doorbraak van het licht van het herontdekte Evangelie, dat deze beweging ook de joden zou aangrijpen. In 1523 schreef hij een geschrift, dat als titel draagt: Dasz Jesus Christus ein geborener Jude sei. Daarin laat hij zich voor zijn tijd zeer positief over de joden uit. Wij moeten hen met christelijke naastenliefde tegemoet treden, hen vriendelijk ontvangen en hun toestaan een eerlijk stuk brood te verdienen. Geef hun gelegenheid het christelijk leven en de christelijke leer in de praktijk te zien. Als sommigen van hen hardnekkig blijven, wat zou dat? Niet ieder van óns is een goed christen! Toen de verhoopte bekering van de joden uitbleef, raakte Luther steeds meer teleurgesteld. Hun bekering zou het bewijs zijn, dat zijn interpretatie van het christelijk geloof waarheid was en dat de wederkomst van Christus spoedig zou aanbreken. Het tegendeel vond plaats. Verschillende christenen gingen naar het joodse geloof over. Dit vervulde Luther met bitterheid. Dat blijkt heel duidelijk in 1543 als hij uitgeeft Von den Jüden und ihre Lügen. Hij vermeldt de valse roem en hoogmoed van de joden. Zij zijn bloeddorstig en wraakzuchtig. Er is geen volk zo geldgierig als het joodse. Als men een jood in het dagelijks leven tegenkomt, mag men wel gauw een kruis slaan, want de duivel staat dan in levenden lijve voor je. Wat moeten wij dan doen met dit vervloekte en verworpen ras der joden? Luther raadt de regeerders van zijn dagen aan: wij moeten vol gebed en eerbiedige vroomheid een genadige gestrengheid uitoefenen. Steekt hun synagogen in brand en bedekt wat niet verbrandt met modder.
Breekt hun huizen af en brengt hen als zigeuners onder in stallen. Neemt hun boeken af en verbiedt de rabbijnen les te geven. Laat hen niet vrij bewegen, maar thuis blijven. Zet hen hard aan het werk. Hij besluit met: 'Geachte vorsten en edelen die joden in uw gebied hebt: Als dit advies u niet past, vindt dan iets beters opdat gij en wij allen zullen worden bevrijd van deze ondraaglijke duivelse last, de joden.' H.A. Obermann heeft aangewezen dat het niet ongebruikelijk was in die tijd tegenstanders zo te lijf te gaan; dat Luther in eschatologisch gespannen verwachting van de spoedige doorbraak van de eindtijd zo sprak en dat hij vond dat zijn kerkreformatie op het spel kwam te staan als niet ieder meeging. Later hebben nazi's zich voor hun maatregelen tegen de joden op Luther kunnen beroepen!

M. Bucer
Bij de Straatsburgse reformator Bucer vinden we naast overeenkomstige klanken ook andere tonen. Hij is evenzeer van mening, dat de joden hun lange lijdensweg aan zichzelf te wijten hebben als gevolg van hun ongeloof en verwerping van Jezus als de Messias van Israël. Hij raadt landgraaf Philip van Hessen aan de joden te verbieden te midden van christenen te verblijven of anders zulk verblijf aan zeer stringente voorwaarden te binden. Verder moet de Talmoed aan de joden ontnomen worden. De bouw van synagogen moet verhinderd worden. Christenen is niet toegestaan met joden te disputeren. Anderzijds is Bucer een felle tegenstander van georganiseerde zending onder de joden. We moeten aan de joden een goed voorbeeld geven en de joden met hulp en liefde dienen. Als christenen willen dat joden zich tot het christelijk geloof bekeren, moeten zij éérst zichzelf bekeren. Hij spreekt ook zijn ongenoegen uit over de rechteloze positie van de joden in de samenleving. Israël heeft toch een bijzondere plaats in Gods heilsbedoelingen. Zij vormen de heilige rest, die door God bewaard wordt, opdat de christenen als wilde takken daartussen geënt zullen worden. Eenmaal zal Israël tot bekering komen. Deze mening bezorgde hem het verwijt er joodse opvattingen op na te houden en sommigen beweerden zelfs dat hij van joodse afkomst zou zijn.

J. Calvijn
Bestudeert men de gegevens bij Calvijn inzake zijn visie op de plaats van Israël in het heilshandelen van God, dan ontmoet men een zekere ambivalentie. Daarbij dreigt het gevaar de verschillende aspecten van zijn spreken tegen elkaar uit te spelen en de Geneefse reformator van inconsequentie te beschuldigen. Hij laat echter deze aspecten in een spanningsvolle relatie naast elkaar staan zonder tot een sluitende conclusie te komen. Allereerst is daar het gegeven dat God de joden verworpen heeft. Zij weigerden immers in Jezus de Zoon van God en de gekomen Messias te erkennen Door dit ongeloof heeft Israël de bijzondere zegen van Gods volk te zijn zich onwaardig gemaakt. Wegens hun afwijzing van Jezus als dé Messias is nu het evangelie tot de heidenen gegaan en is Israël uit Gods verbond vervallen. Hun verharding opende voor de heidenen de toegang tot de gemeente van God. Zo eerbiedigt Calvijn Gods toorn en rechtvaardig oordeel over de ongehoorzaamheid van het joodse volk! Men zou op grond van deze uitspraken kunnen concluderen dat Israël voor Calvijn heeft afgedaan. Ten onrechte.

Want Calvijn kent een tweede spoor. Ondanks alles zijn de hemelse zegeningen niet geheel van dit volk weggedaan. Paulus immers stelt dat Gods genadegaven en roeping onberouwelijk zijn. Israël behoudt toch zijn bijzondere positie. Ze blijven beminden om der vaderen wil. Gods verbondstrouw blijkt opgewassen tegen de ontrouw van Israël. Nimmer heeft God het volk geheel verworpen en de pas afgesneden. Israël is nog altijd in de kerk Gods. De volkeren komen na Pinksteren tot Israël en worden naast en met Israël ingeënt in het verbond. Zo zijn ze samen geroepen Hem te dienen. Gods volk bestaat uit joden en heidenen en dit volk draagt bij Calvijn de naam Israël. Zelfs vinden we bij Calvijn gedachten van verwachting dat er in de toekomst' een terugkeer van Israël zal komen, een krachtige bekering en aanvaarding van Jezus als Messias. Alleen, we moeten ons wachten voor concrete invullingen en onbijbelse speculaties over deze toekomst. Calvijn is ervan overtuigd, dat in het uiteindelijke behoud Israël en de kerk als het ene volk van God zullen delen in het heil van de ware Messias, waarbij de eenheid van het verbond en van het heil voorop staat! Deze aspecten van het bijbelse spreken over Israël laat Calvijn nu in hun onderlinge spanning staan en hij brengt ze niet tot een sluitend systeem. Daarbij is bekend dat de Geneefse reformator in gesprek is geweest met een zekere jood. Is dit de bekende Josep van Mosheim, een vaardige verdediger van de Duitse joden in die dagen?
Onder Calvijns werken is een verslag van deze dialoog gevonden. De vragen en antwoorden raken niet slechts bijzaken, maar de kern van wat joden en christenen gescheiden houdt tot op vandaag toe. Het is boeiend Calvijn zo in gesprek te zien met Israël, luisterend naar zijn vragen en antwoordend vanuit de Schriften. Het leert ons dat het een goede reformatorische traditie is niet slechts óver de joden te spreken, maar ook mét hen in gesprek te gaan. Calvijn kent een sterke verbondenheid met Israël, want onder Israël verstaat hij het gehele volk van God uit joden en heidenen. De kerk van de Heere is al bij Adam en Eva begonnen, omvat Abraham en het volk uit hem gesproten én ons, heidenen, geroepen uit de volken. Zo is Israels geschiedenis evenzeer kerkgeschiedenis als de onze! Wij staan naar Gods wilsbeschikking in de joodse traditie. Vandaar Calvijns positieve benadering en verwerking van het Oude Testament. Er ligt een oudtestamentische glans over het leven van de Kerk in deze nieuwtestamentische tijd. Daarom ook hechtte Calvijn grote waarde aan het zingen van Israels psalmen naast nieuwtestamentische liederen in de kerkdiensten, waardoor de band voelbaar blijft tussen synagoge en ecclesia. Volgens deze reformator kan de kerk niet leven en het heil Gods in eigen bestaan gestalte geven zonder de luisterende en lerende verbondenheid aan Israël.
Calvijn kent dus geen afgerondelsraël-theolqgie'. Hij diept een aantal aspecten uit de Schriften op en laat die in hun onderlinge spanning en in alle openheid staan. Hij bouwt gelovig op de vastheid van Gods verkiezende trouw in al Zijn handelen, ook met Israël. Dit gaat steeds ons verstand te boven. Zo bewaart hij er ons voor God voor de voeten te lopen in zijn weg met Israël en doet hij ons vol vertrouwen volgen in de zekerheid; God heeft ook met Israël Zijn eigen doel!

2. De visie van de Nadere Reformatie op Israël
De beweging van de Nadere Reformatie komt de laatste tijd al meer in het blikveld van de theologie en van de historische belangstelling. Wat de oorzaken hiervan (kunnen) zijn, laat ik nu buiten beschouwing; het gaat mij hier om de constatering van dit feit als zodanig. Het aantal studies over deze eigenaardige Nederlandse beweging neemt met het jaar toe. Allerlei aspecten van de opstelling en intentie van de Nadere Reformatie worden beschreven. Ook de visie, ik moet zeggen, visies van vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie op Israël. In 1983 is door een werkgroep van de Stichting Studie Nadere Reformatie een poging ondernomen tot omschrijving van deze beweging. Zonder die nader te adstrueren, te analyseren en eventueel te bekritiseren, geven we deze omschrijving weer. Ze luidt: 'De Nadere Reformatie is de beweging binnen de Nederduits Gereformeerde Kerk, die, zich tegen algemeen verbreide wantoestanden en misvattingen kerend, alsmede de verdieping en de verbreding van de doorwerking van de 16e eeuwse Hervorming beogend, met profetische bezieling aandringt op en ijvert voor zowel de innerlijke doorleving van de gereformeerde leer en de persoonlijke levensheiliging, alsmede de radicale en totale heiliging van alle terreinen des levens' (zie: Documentatieblad Studie Nadere Reformatie, 7e jrg. nr. 4 blz. 109vv).
Deze beweging nu heeft zich ook intensief met Israël, de joden en het jodendom beziggehouden, en wel in sterke gevarieerdheid. Ook in dit opzicht blijkt de Nadere Reformatie een complexe beweging te zijn. In grote lijnen kunnen we een drietal visies of houdingen onderscheiden.

De chiliastische visie
Deze visie is behoorlijk vertegenwoordigd onder de mannen van de Nadere Reformatie. Hierbij gaat de één in de uitwerking van zijn chiliastische gedachten verder dan de ander. Daarom is het goed te spreken van: in mindere of meerdere mate chiliastisch. Deze visie vinden we bij o.a. G.C. Udemans, W. Teellinck, H. Witsius, J. Koelman, W. a Brakel, F.A. Lampe, J. de Labadie en Th. van der Groe. In grove lijnen komt deze chiliastische visie op het volgende neer. De ontwikkeling van de geschiedenis van Israël en de kerk wordt in verschillende fasen ingedeeld. Na een eerste periode van Israels verharding en verwerping van Jezus als dé Messias komt de heilstijd voor de heidenen, die de Heiland wel zullen aannemen en dat in groten getale en door vele tijden heen. Is echter hun volheid ingegaan in Gods genaderijk, dan komt er een wending en wordt de bekering van Israël als natie ingezet. Deze fase wordt 'het duizendjarig rijk' genoemd. Deze fase wordt soms concreet ingevuld, waarbij weer allerlei variaties zich melden, zoals: de terugkeer van de joden naar hun eigen land, de herbouw van de tempel in Jeruzalem, het herstel van heel hun godsdienst, de vestiging van Christus' heiligdom en macht in dat land en een persoonlijk, naar menselijke natuur neerdalen van de Heere Jezus uit de hemel om lichamelijk en zichtbaar te heersen vanuit Jeruzalem over de ganse aarde. Er waren theologen die dit alles heel spoedig verwachtten, soms zelfs tijdens hun eigen leven nog!
In deze visie is beïnvloeding vanuit het Engelse/Schotse puritanisme te onderkennen, van de coccejaanse verbondstheologie en van de scholastieke denkmethode van alles uiteen en op een rijtje te willen zetten, ook het handelen van God met Israël en Kerk.

De polemische visie
Hierbij valt te denken aan uiteenzettingen van o.a. J. Hoornbeeck, G. Voetius en A. Hulsius. In deze kring stelt men dat de Kerk in de plaats van Israël is gekomen en dat alle heil nu via de Kerk werkt (substitutieleer). Het bijzondere van het volk Israël is met de komst van Jezus Christus geheel vervallen. Nu staat het jodenvolk gelijk aan ieder ander volk. Ze moeten door zending en evangelieverkondiging aan de dwaasheid van hun religie der wet ontdekt worden en opgeroepen tot waarachtig geloof in de Heere Jezus. Met sterke middelen en argumenten moet men de joden aantonen het godonterende van hun verzet en hen overtuigen van het ware messiasschap van Jezus naar het getuigenis van de oudtestamentische geschriften zelf. Door verschillende kerkelijke vergaderingen worden middelen aangewezen om de joden zo tot bekering te brengen. Naast de kracht van de intellectuele overtuiging moet komen die van een godzalige levenswandel en diepe innerlijke vroomheid. Dit betekent een missionaire houding tegenover de joden.

De irenische visie
Deze visie vond ik bij A. Hellenbroek in zijn Evangelische Jesaya. Daarin stelt hij dat de joodse kerk de wortel is en blijft en dat de heidenen daarbij worden ingelijfd. De joodse kerk blijft de moederkerk. God is vandaag (in de 'laatste dagen') bezig met zijn bondsvolk der joden. We moeten daarom altijd beginnen met te erkennen, dat de joden nog onder des Heeren erfenis verkeren. Ook moeten we door onze eigen vroomheid en liefde tot Jezus de joden tot jaloersheid verwekken. Binnen deze kaders mogen we hen ontmoeten en laten zien, hoe hun eigen leraars over de Messias hebben gesproken. Dan weet Hellenbroek in een ontroerend gebed de joden voor zijn God te brengen. Zo heeft Hellenbroek zelfstandig en nauwkeurig naar de Schriften willen luisteren en recht laten wedervaren aan wat Paulus zegt in o.a. Rom. 9-11, bijz. 11:24, 28. Hij heeft voor zijn Jesajacommentaar de joodse exegeten veel geraadpleegd en kende hun uitleggingen.

Samenvatting
Zo is er binnen de Nadere Reformatie een levendige belangstelling voor Israël. Men brengt Israël ter sprake in de preken, in de geschriften en collegezalen en op de kerkelijke vergaderingen! Men gaf zich uiterst geconcentreerd rekenschap van de plaats van dit volk in het heilshandelen Gods. Daarbij dacht men niet allemaal gelijk over Israël. Dat blijkt mogelijk binnen dezelfde gebondenheid aan de Schriften en het gereformeerd belijden en in hetzelfde streven naar 'nadere reformatie'!

3. Vergelijking van Reformatie en Nadere Reformatie
Hebben we zo gezien hoe enige reformatoren en vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie over Israël dachten en schreven, dan is vergelijking mogelijk. Wij willen de vergelijking speciaal toespitsen op Calvijn en de Nadere Reformatie. We moeten zeggen, dat wat bij Calvijn bijeen is, door de mannen van de Nadere Reformatie uiteen wordt gehaald. De aspecten van het ene spanningsvolle denken over de plaats en functie van Israël in het grote heilshandelen van God bij de Geneefse reformator, worden door de Nadere Reformatoren geabstraheerd, verzelfstandigd en tot min of meer eigen theologische concepties verheven, nader uitgewerkt en ingedamd. Elders heb ik als onze opdracht binnen het reformatorisch volksdeel omschreven: Wat in de Nadere Reformatie en door de 'oude schrijvers' tot drie of meer visies is uiteengehaald en tot min of meer Israël-theologieën is uitgegroeid, weer bijeen te voegen in een reformatorisch totaliteitsdenken, dat honoreert zowel de ernst van Israels zonde alsook de trouw van Gods verbond en de exclusiviteit van het heil in Christus, zowel de volbrachte komst van de Messias in Jezus van Nazareth alsook de spanning van een verwachten van krachtige Geesteswerking in Israël als volk naar Gods onberouwelijke beloften. Voor deze opgave stelt ons het overzicht van de visie van Reformatie en Nadere Reformatie inzake Israël!


Enige literatuur
J. van den Berg, Joden en christenen in Nederland gedurende de zeventiende eeuw, in de reeks: Verkenning en Bezinning', 3e jrg. nr. 2. Kampen 1969
T. Brienen, De Nadere Reformatie en het Jodendom, in de reeks: Verkenning en Bezinning', 14e jrg. nr. 1. Kampen 1980 T. Brienen, Reformatie en Nadere Reformatie over de plaats van Israël in het heilshandelen van God, in: C. den Boer e.a., 'Zicht op Israël. Israël in het licht van de Bijbel en in de traditie van de Reformatie', 's-Gravenhage 1983,
blz. 111-120
M. van Campen, Kerk en Israël in gesprek. Kampen 1989
C. Graafland, Het vaste verbond. Israël en het Oude Testament bij Calvijn en het Gereformeerd Protestantisme. Amsterdam 1978
W.J. op 't Hof, De visie op de Joden in de Nadere Reformatie. Tijdens het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Amsterdam 1984
H.A. Oberman, Wurzeln des Antisemitismus. Christenangst und Judenplage im Zeitalter von Humanismus und Reformation. Tubingen 1981
A.J. Visser, Calvijn en de Joden. 's-Gravenhage 1963

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 oktober 1990

Driestar bundels | 110 Pagina's

Israël in de Reformatie en de Nadere Reformatie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 oktober 1990

Driestar bundels | 110 Pagina's