Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatorisch onderwijs: identiteit moet blijken en kwaliteit is noodzaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatorisch onderwijs: identiteit moet blijken en kwaliteit is noodzaak

22 minuten leestijd

Inleiding

Wanneer we nadenken over een aantal zaken omtrent de zin, de plaats en de identiteit van het reformatorisch onderwijs is het goed te bedenken dat we ons veel beperkingen op moeten leggen. Er is een rijke schakering aan publikaties die alle tot doel hebben bezinning op het reformatorisch onderwijs op gang te brengen. Er zijn contouren beschreven waarbinnen zich reformatorisch onderwijs beweegt en waarbinnen gewerkt wordt en er zijn ook bezinningsbundels geschreven. Vanuit een werkgroep Identiteit Reformatorisch Onderwijs is een bezinning geschreven op het mens- en kindbeeld. Er is nagedacht over de plaats van de school in de opvoeding. Kortom, er is de laatste jaren heel wat nagedacht en op papier gezet over de identiteit van het reformatorisch onderwijs. We kunnen stellen dat er wel uitdrukkelijk over geschreven en gesproken wordt, maar het komt aan op de dagelijkse vormgeving en inrichting van het reformatorisch onderwijs. Dat blij ft een voortdurende worsteling. Wanneer die niet meer biddend gekend wordt, dan is het geven van reformatorisch onderwijs onmogelijkgeworden. Binnen de school zijn mensen nodig die weten dat ze zelf niets kunnen, maar het alles moeten verwachten van Hem, Die een arm met macht heeft en Die mildelijk geeft en niet verwijt.

Ik wil eerst een 'tekening' geven van het reformatorisch onderwijs en daarna aangeven dat de keuze voor reformatorisch onderwijs een weloverwogen, besliste en gezegende keuze is.

Ontstaan

Over het ontstaan wil ik kort zijn: ik ga niet in op het bestaansrecht van bijzonder onderwijs, noch op de geschiedenis daarvan, maar wil volstaan met het geven van een korte typering van hoe men tot reformatorisch onderwijs is gekomen en komt. Er zijn in de loop van de jaren heel wat christelijke scholen 'van kleur verschoten'. Veel van die scholen hebben de binding aan Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften ten dele of volledig losgelaten. Veel scholen zijn sterk beïnvloed door de moderne theologie. Daarnaast zijn er veel leerkrachten die nauwelijks een kerkelijke binding kennen. Daardoor is er op veel christelijke scholen weinig meer te herkennen van een christelijke levensstijl en wordt het bijbelonderwijs gekenmerkt door een eigen invulling, al naar gelang het inzicht van de leerkracht. Ook nu zijn er, zij het bij ons op school niet veel, ouders die om die reden kiezen voor reformatorisch onderwijs. Dat zijn ouders die lange tijd binnen hun christelijke school op de bres hebben gestaan voor de identiteit, maar daar op directieen bestuursniveau geen horend oor voor hun welgemeende kritiek hebben ontvangen.

Geen wonder dat er nu ook op politiek niveau discussie ontstaat over de kleur van het onderwijs. Beantwoordt het christelijkonderwijs nog wel aan zijn doel? Heeft de schoolbevolking nog binding met de christelijke achterban? Wanneer een christelijke school bevolkt wordt door kinderen zonder kerkelijke binding, kunnen we dan nog wel spreken van een christelijke school? Is ook langzamerhand de grondslag van veel christelijke scholen niet veel breder geworden en is daardoor de noodzaak van christelijke identiteit nog wel aanwezig? Zijn de leerkrachten op de scholen zich nog wel bewust van de christelijke identiteit. Weten ze zelf wel waarom ze op een christelijke school werken? Al deze vragen raken m.i. het hart van de zaak. Zij vormen ook de worsteling van het christelijk onderwijs. De verschillen in de christelijke scholen zijn ook bijzonder groot. Op veel christelijk scholen heeft de gedachte post gevat dat een aanpassing aan de multiculturele samenleving onontbeerlijk is en zelfs geboden is. Bij het toelatingsbeleid en het aanstellingsbeleid wordt in feite weinig of geen rekening gehouden met de levensbeschouwing. Dat zijn de gevaren van binnenuit en een goede christelijke school worstelt hiermee. Identiteit moet blijken. Er moet een zeker beschermd opvoedingsklimaat op christelijke grondslag nagestreefd worden , zodat ook naar de overheid toe de identiteit blijkt.

Reformatorisch onderwijs

Het is moeilijk precies af te bakenen wat onder reformatorisch onderwijs verstaan moet worden. Er zijn meer reformatorische scholen dan alleen maar de scholen die de aanduiding 'reformatorisch' in hun naam voeren. Het is ook niet precies aan te geven wanneer en in welk jaar het reformatorisch onderwijs gestart is, zoals dat van het christelijk onderwijs wel te zeggen is. Van structurele bezinning op de inhoud van het reformatorisch onderwijs is nu zo'n tien jaar sprake en dan denk ik met name aan de studies die vanuit het BGS vorm hebben gekregen. Waimeer het vroeger over bezirming ging dan werd veelvuldig gebruik gemaakt van de pennevruchten van H. Bavinck en J. Waterink. De laatste jaren treedt er een verbreding op. Nu worden de bijdragen tot bezinning ook geleverd vanuit het reformatorisch onderwijs zelf. Het blijft een worsteling reformatorisch onderwijs gestalte te geven en ik zou die worsteling ook niet graag missen.

Het is met name door de oprichting van scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs geweest dat de reformatorisch denominatie meer en meer gestalte kreeg. Het was in de jaren zeventig - toen de aanvragen gedaan werden voor reformatorisch voortgezet onderwijs - dat keer op keer aangetoond moest worden dat het onderwijs op de protestant-christelijke school wezenlijk anders was en niet voldeed aan de levensbeschouwelijke eisen van ouders uit de reformatorische gezindte. Een meetbaar criterium voor de overheid was en is of de scholen aangesloten zijnbij een erkende reformatorisch besturenorganisatie. Die zijn er ook. Toch zijn er scholen die voluit reformatorisch zijn en niet aan het genoemde ministeriële criterium voldoen. Daardoor zijn de grenzen niet eenvoudig af te bakenen.

Toch dragen alle reformatorische scholen een aantal gezamenlijke kenmerken. De begrippen 'christelijk' en 'gereformeerd' zijn door de verwatering van het christelijk onderwijs zo belast en hebben daardoor veel aan waarde ingeboet: daarom koos men voor de naam 'reformatorisch'. Dit begrip laat de verbondenheid zien met de Reformatie. De school die zich reformatorisch noemt, verplicht zich om zich te laten leiden door de beginselen van de Reformatie en zij stelt zich tot plicht Gods Woord centraal te stellen als regel voor leer en leven. Het begrip 'reformatorisch' wordt door critici aangevochten, soms terecht: het woord 'christelijk' is niet te vervangen, maar duidelijk is waarom men koos voor de aanduiding 'reformatorisch'.

Kenmerken van het reformatorisch onderwijs

Uiteraard is het nu niet de bedoeling uitgebreid aan te geven wat de uitgangspunten zijn. We willen kort een aantal kenmerken noemen. In elk schoolwerkplan van een reformatorisch school staat uitgebreid een verantwoording van grondslag en uitgangspunten. Toch heeft het reformatorisch onderwijs meer nodig dan een goede, fraaie beschrijving in het SWP. Het gaat om de dagelijkse praktijk.

Ik heb al de grondslag genoemd. Elke reformatorische school heeft als grondslag de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God en de daarop gebaseerde Drie Formulieren van Enigheid.

De grondslag is de basis voor alle activiteiten die in of in verband met de school plaatsvinden. Het is van het grootste belang dat de belijdenisgeschriften gekend worden: een gebrekkige kennis vormt een ernstige bedreiging voor reformatorische scholen. Hoeveel reformatorisch mensen kermen deze geschriften nog? Ds. J.H. Velema heeft de christelijke scholen die aangesloten zijn bij de V.S.G.B, in de jubileumbijeenkomst bij het 25-jarig bestaan van deze vereniging met kracht opgeroepen veel aandacht aan de belijdenisgeschriften te geven. Hij noemde de belijdenisgeschriften een bindende band en een helpende hand, prachtig weergegeven wat de bedoeling van de geschriften is voor het onderwijs. Hij heeft in die rede een zevental punten genoemd waarin hij aangegeven heeft wat de betekenis van de belijdenisgeschriften is voor protestants christelijk onderwijs. Hij zegt: 'De belijdenisgeschriften zijn niet vaag. Ze zijn direct, concreet, trekken scherpe lijnen tussen God en mens, kerk en wereld, geloof en ongeloof, waarheid en leugen, tijd en eeuwigheid, zonde en genade, dood en leven.'

De belijdenisgeschriften zijn geboren uit innerlijke drang, geleid door de Heilige Geest. De Kerk is geroepen tot belijden. De wereld heeft er recht op te weten wat de Kerk en haar leden geloven en belijden. Daar wil men graag getuigenis van afleggen. De leer moet ook doorgegeven worden. De belijdenisgeschriften bevatten een zuivere samenvatting van Gods Woord. Vandaar dat aan de grondslag van een reformatorische school altijd toegevoegd is: en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid of belijdenisgeschriften.

Het doel van opvoeding en onderwijs vloeit voort uit de grondslag. Het doel is en blijft dat de kinderen hun hoop op God leren stellen. Zijn daden niet vergeten en Zijn geboden bewaren. Het Woord moet ingescherpt worden, opdat kinderen hun jonge jaren af weten van de Heilige Schrift, die hen wijs kan maken tot de zaligheid door het geloof in Jezus Christus. De kinderen moeten geleid, gevormd en geholpen worden, opdat ze hun taak en opdracht in kerk, gezin en maatschappij zullen verrichten naar de eis van Gods Woord.

En om dat te bereiken is een zeker isolement hard nodig. De aandacht moet gericht worden op wat Boven is en niet op wat op de aarde is. Er moet concentratie zijn op dat ene dat nodig is om zalig te kunnen leven en sterven. De kinderen zijn geschapen om tot eer van God te leven. Dan gaat het erom hoe wij die ene Naam Die onder de Hemel gegeven is tot zaligheid de kinderen onder de aandacht kunnen brengen. Dat kan niet samen gaan met een volledige aandacht voor alles wat op de wereld en van de wereld is. Er moet wat dat betreft een basis gelegd worden, zodat de kinderen die ene Naam nooit meer zullen vergeten.

Bij de leer hoort ook een levensstijl. Een levensstijl die overeenkomt met Gods Woord en de belijdenisgeschriften. Een reformatorische school moet niet alleen aan de leer te herkennen zijn, maar ook alle mensen die op een school werken, moeten zich herkenbaar gedragen. God heeft ons in Zijn Woord bekend gemaakt wat goed is en wat Hij van ons vraagt. We worden opgeroepen tot een levenswandel waardoor God verheerlijkt wordt. Petrus zegt in zijn brief: 'Houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien God verheerlijken mogen in de dag der bezoeking'. Wij moeten ons gedragen zoals Christus zich gedragen heeft. Veel kinderen zijn gedoopt; dat teken is niet te zien op het voorhoofd, maar het moet wel merkbaar zijn in hun leven. Concreet betekent dit dat op een reformatorische school o.a. gelet wordt op kleding, uiterlijk, gebruik van de media, moderne lectuur. Maar als de identiteit alleen hierdoor bepaald wordt, is het er allemaal erg zielig mee gesteld.

Identiteit zit dieper. Er is aandacht voor elkaar; je hebt iets voor elkaar over, je doet dingen voor elkaar die zelfverloochening van je eisen. Er is een liefdevol dienen van elkaar. Op de school wordt gesproken over diepere zaken dan alleen de dingen van alledag. Een ieder moet ervan overtuigd zijn dat hij of zij mede de identiteit bepaalt. Er moet door iedereen verantwoordelijkheid gedragen worden voor de identiteit. Wordt er gelet op beleefdheid en voorkomendheid. Geven leerkrachten aandacht aan klachten van kinderen over ruzies of pesterijen. Maken we de kinderen ook weerbaar in situaties waarin ze geplaagd worden. Ze moeten voor zichzelf opkomen, dat is beslist niet in strijd met de identiteit.

Gedragingen van kinderen en leerkrachten moeten bespreekbaar zijn, er moeten duidelijke regels zijn. Er moet ook gezag zijn. Eerbied, liefde en geduld zijn de eigenschappen waardoor het gezag gestalte krijgt.

Het wezenlijke van het reformatorisch onderwijs

Identiteit kan blijven steken in alles wat zich aan de buitenkant manifesteert. Dan is het niet meer dan een letten op de naleving van opgestelde regels en vormen. Maar daar kunnen we het niet mee doen. Uiteraard zijn regels, normen en waarden van bijzonder groot belang om deze wereld niet gelijkvormig te worden. Maar laten we niet vergeten dat we met een oprechte levenswandel en het zuiver houden van de grondslag nooit de zaligheid kunnen verdienen. Het gaat om de ware liefde tot God en de naaste. Wij moeten vernieuwd worden. Wij moeten leren leven tot eer van God. De vraag moet steeds zijn: hoe komt God aan Zijn eer? Alles wat niet uit het geloof geschiedt is zonde. En dan moeten we met smart het hoofd buigen en erkennen dat er zo weinig van terecht komt. Het grote doel van het reformatorisch onderwijs, wat gericht is op de mens, het kind, moet toch zijn om een middel te mogen zijn in Gods hand, opdat kinderen komen tot de rechte verhouding met God, door het geloof in Jezus Christus. Dan is er aan de ene kant de volle nadruk op de doodstaat van de mens en anderzijds op de noodzaak van de bekering, door souverein Goddelijk welbehagen. Hier is de poort eng en de weg nauw. Hier wordt reformatorisch onderwijs door begrensd. Het is een onmogelijke taak om dat in eigen kracht te vervullen, maar het is wel een hoge roeping om het onderwijs hiervan te doordringen en het de kinderen voor te leven en voor te houden, opdat de mens Gods volmaakt toegerust wordt. Een groot voorrecht is het te weten dat de Heere doorgaat Zijn gemeente te vergaderen, ook in de nood der tijden. Zolang ais er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden en zij zullen in Hem gezegend worden.

Scholen dienen planthoven van Christus te zijn. Er moet toegerust worden voor het leven. De kracht van ons onderwijs dient te liggen in de kracht van Gods Geest.

De keuze voor reformatorisch onderwijs

Wie kiest er nu voor een school waar verteld wordt dat kinderen verloren liggen wanneer ze voor eigen rekening leven? Wie kiest er nu voor een school die de belijdenisgeschriften zo centraal stelt? Waar elk maandagmorgen vanuit de Heidelbergse Catechismus geleerd wordt? Gelukkig liggen de motieven dieper. Wat beweegt ouders te kiezen voor reformatorisch onderwijs?

De schooljaren zijn voor kinderen heel belangrijke jaren. Ze leren er niet alleen, ze worden er gevormd. De school draagt normen en waarden over. Een kind wordt geboren in een gezin, een gezin dat behoort bij een kerk. Dat kind wordt naar verloop van tijd gedoopt. De doop dient begeerd te worden 'om ons en ons zaad Gods verbond te verzegelen'. De ouders krijgen drie vragen voorgelegd waarop ze antwoord dienen te geven. Eerst wordt gevraagd of men erkent wat de waarheid van Gods verbond voor dit kind inhoudt: het afgezonderd zijn van de wereld, het 'in Christus geheiligd zijn'. In de tweede plaats wordt gevraagd of men instemt met de waarheid en de leer van de christelijke kerk. En de derde vraag gaat over het onderwijzen. 'Of gij niet gelooft en voor u neemt, deze kinderen, als zij tot hun verstand zullen gekomen zijn, waarvan gij vader en moeder ( of getuige) zijt, in de voorzeide leer naar uw vermogen te onderwijzen, of te doen (en te helpen) onderwijzen?' Over deze godsdienstige opvoeding zou heel veel te zeggen zijn. Maar wie geen acht geeft op of ernst maakt met deze opvoeding doet zichzelf en zijn kinderen veel te kort voor het leven, maar bovenal voor de eeuwigheid. Het gaat om het opvoeden en al ons opvoeden moet godsdienstig bepaald zijn. We moeten onze kinderen voor God opvoeden. We beloven bij de doop dat we onze kinderen breder zullen onderwijzen in de voorzeide leer. Dus we moeten spreken met onze kinderen over onze zonde en onze verdoemelijke staat voor God. We moeten spreken over de weg der verlossing in Christus en over de noodzaak van de toepassing van Zijn werk door de Heilige Geest in de weg van wedergeboorte en bekering. Er moet gesproken worden over het ene nodige. Daar moeten ouders op letten bij het maken van hun schoolkeuze. Want de eenheid tussen gezin en school is van groot belang. Het kind moet op school dezelfde uitgangspunten horen als thuis. Reformatorische scholen krijgen hun kinderen uit reformatorische gezinnen. Nu is het wel zo dat niet elk gezin waarvan de kinderen op een reformatorische school zitten reformatorisch genoemd kan worden. Er zijn gezinnen die alleen een bijbelse leer van eminent belang achten, maar de belijdenisgeschriften niet kunnen onderschrijven. Dat is eigenlijk een hele vreemde zaak. Want de belijdenisgeschriften vormen een weerslag, een samenvatting van de hoofdzaken van de leer uit de Bijbel. De kerk spreekt uit hoe zij de Schrift verstaat. De belijdenis heeft geen goddelijk gezag, ze wijst van zichzelf af naar de Schrift. En ouders die de leer vervat in de belijdenisgeschriften niet kunnen onderschrijven, vormen een groot gevaar voor het reformatorisch onderwijs. Met het ondertekenen van de Drie formulieren van Enigheid heeft een school enigermate zekerheid dat er ouders en leerkrachten in de voorzeide leer willen opvoeden en van daaruit hun lijnen willen zetten voor de opvoeding. Dat is herkenbaar. Er zijn ook ouders die de opvoeding en de lijnen die getrokken worden van harte respecteren en de ander vrij laten, maar wel toestemming vragen of hun kind op een reformatorisch school mag komen. Heel veel mensen zouden zo een verklaring kunnen ondertekenen. Daarom moet in een toelatingsgesprek onderzocht worden hoe dicht men bij de grondslag van de school staat. Wanneer blijkt dat die afstand te ver is, dan moet toelating geweigerd worden. Er moet op school een sfeer heersen die gekenmerkt wordt door de vreze des Heeren, die geënt is op Gods Woord. Dat moet de keuze bepalen. De keuze wordt dus bepaald door de kenmerken van een reformatorisch gezin: een gezin dat zich van harte wil onderwerpen aan Gods Woord en zich in leer en leven laat leiden door dat Woord.

Er is toch een direct verband tussen school en gezin. In een schoolwerkplan staat het als volgt omschreven: 'De school deelt de verantwoordelijkheid voor de opvoeding met anderen. De primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt bij de ouders. Zij dragen de eindverantwoordelijkheid.' De school heeft dus een deeltaak in de opvoeding. Dus een reformatorische school is reformatorisch, omdat de gezinnen reformatorisch zijn. Dat is een groot ideaal. Het blijkt in de praktijk wel eens anders te liggen. Ouders laten soms erg veel over aan de school wanneer het gaat over het onderwijzen in de voorzeide leer.

Het gevolg van de keuze voor reformatorisch onderwijs

Ik herinner me een geval dat een moeder niet koos voor een reformatorisch school. 'Ik wil het mijn dochter niet aandoen dat ze voortdurend in een rokje moet lopen. Ze zal hier in de buurt daarom uitgelachen worden.' Dit was het zogenaamde motief om voor een algemeen-christelijke school te blijven kiezen. Maar er was meer. De school stond afwijzend tegenover televisie, er werd geen sinterklaasfeest gevierd, er werd in de kerk een jaaropening gehouden en de eigenlijke reden was dat ze zich in het geestelijk klimaat niet thuisvoelden. Deze moeder gaf het eerlijk aan: je bent herkenbaar wanneer je kind naar een reformatorisch school gaat en de scholen staan meestal niet in de buurt. Bovendien moeten er vaak grote offers gebracht worden: zeker wanneer het gaat over het voortgezet en speciaal onderwijs.

We komen steeds meer alleen te staan en daar moeten we onze kinderen ook op voorbereiden. Wie de Heere vreest, zal dat ook merken; wie gewoon meedoet met alles wat er in de wereld te koop is, is niet 'belachelijk', die hoort erbij. Maar juist in het alleen-staan wordt de herinnering aan God levend gehouden in een wereld die van Hem en Zijn dienst niets meer moet hebben. Wij zijn niet van deze wereld: we moeten alleen durven staan. Wij moeten nee durven zeggen tegen een heidense levenswijze. We moeten onszelf durven zijn. Onze gezinnen en onze scholen moeten iets hebben van een afgezonderd zijn van de rest, een eiland in een oceaan. Het water spoelt er omheen, maar niet er overheen. Ons leven moet zich kenmerken door matigheid in onze consumptie, in onze geldbesteding, in ons vakantie houden, in onze kleding. Christelijke levensstijl is van wezenlijk belang.

In het isolement

In het alleen durven gaan en staan ligt ook opgesloten dat je voor de wereld soms erg vreemde gedragingen vertoont. De uiterlijke identiteit die gestalte krijgt in de levensstijl is van wezenlijk belang en daar waar er niet meer gewaakt wordt voor de levensstijl is gebleken dat het isolement verloren ging en dat er geen verschil meer te zien was tussen christelijke scholen en andere. Groen van Prinsterer zei al: 'Zodra wij ophouden exclusief te zijn, worden wij geabsorbeerd.' Ds M. Golverdingen zei in een openingsrede van een vergadering van de V.G.S.: 'De kracht van het isolement van het reformatorisch onderwijs ligt in de hartelijke trouw aan het oude, gereformeerde belijden. Die trouw moet gestalte krijgen op bestuursniveau... Die trouw moet de onderwijspraktijk van alle dag dragen in het klasselokaal, de gemeenschapsruimte, aula en gymzaal. Het gaat ten diepste om een hartelijk en warm opvoedingsklimaat, waarin ouderen op alle vragen van jongeren ingaan vanuit een werkelijk gereformeerde overtuiging...' 'Het gaat om een isolement wat als doel heeft jonge mensen te winnen voor de dienst van de Heere door hen in gereformeerde zin te vormen, kennisgebieden voor hen te ontsluiten, onbijbelse vooronderstellingen van vele uitingen van wetenschap en beschaving met hen te ontmaskeren, hen zelf deel te laten hebben aan geoorloofde cultuuruitingen en hen in deze weg weerbaar te maken tegen de tijdgeest.' Dat is niet de weg van de minste weerstand, maar juist van de meeste weerstand. Het gaat erom dat er gehoord mag worden uit de monden: 'Maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen.' Dat alle christelijk scholen dit mogen zeggen.

Dan vindt er een toerusting plaats voor de tijd, maar zijn de scholen ook planthoven van Christus. Daar wordt gehoord en wordt verteld over wat de Heere in de harten van mensen heeft uitgewerkt. Daar worden de daden van de Heere geroemd; daar worden de vruchten van de Geest gezien en gekend. Het gaat bij het reformatorisch onderwijs om het hart van de jongeren. Dan dient het uiterlijke wel aanwezig te zijn, maar gaat het om het innerlijke. Er dienen in het onderwijs mensen te zijn met een nieuw hart. De Heere verbindt Zijn zegen niet aan onze talenten, maar aan een leven van godsvrucht. Onderwijsgevenden dienen eerst met de Heere te spreken over de kinderen, voordat zij met de kinderen over de Heere spreken. Gods Geest is hier beslissend, wij moeten eigen krachteloosheid inleven.

Kwaliteit en opdracht

De christelijke school heeft een bijzondere opdracht: christelijk onderwij s. Die opdracht onderscheidt ons van anderen. Vanuit die opdracht dragen we het onderwijs uit. Het stelt eisen aan de levensbeschouwelijke, opvoedkundige en onderwijskundigekwaliteitvan de school. We noemen de levensbeschouwelijke opdracht als eerste. Het moet ons om het hart van de leerling gaan. Leerlingen, die met ons geneigd zijn God en de naaste te haten, van wie het de lust is om in eigen wegen te gaan en anderen mede in het verderf te storten. Daarom is opvoeden en onderwijzen in de eerste plaats het aankweken van een gezindheid, die de Heere eist van ons allemaal naar de eis van Zijn Woord. Die gezindheid is niet door de mens, maar zij is een gave van God, gewerkt door Gods Geest.

Opvoeding en onderwijs zijn niet almachtig, maar ze zijn wel machtige instrumenten. Instrumenten, waarvan de satan en de wereld veel beter weten dan wij beseffen hoe goed ze zijn.

Opvoeding en onderwijs vragen dan ook gedegen kwaliteit, waarin de identiteit gestalte krijgt. Kwaliteit van een school zou ik willen omschrijven als de mate waarin een school haar geformuleerde doelstellingen weet te bereiken. Dat is niet een centrale, bijvoorbeeld een door de overheid ingevoerde, kwaliteitseis. Daarbij geldt dat een reformatorische school een eigen waarde heeft die bewaard dient te worden.

De grens van een reformatorische school

Opvoeding en onderwijs zijn machtige middelen, maar we dienen goed te beseffen dat de Heere vrij is in datgene wat Hij met de middelen wil bereiken. Er is Godskennis en zelfkennis nodig om de weg der verlossing in Christus te leren zien en aan te mogen grijpen door het geloof wat gewerkt wordt door de Heilige Geest. Vanuit onszelf noch door iemand anders komen we tot de Godskennis en de zelfkennis. We hebben niets op te dringen ook niets te veronderstellen van aanwezig geloof, alsof een kind door de verbondsbelofte de vernieuwing heeft ontvangen.

Het is niet onze taak om de kinderen te bekeren. Wel is een grote verantwoordelijkheid dat we het Woord van de Heere inscherpen en van Zijn daden zullen getuigen. Dan gaat het er in ons onderwijs niet om met het zwaard te gaan zwaaien, maar om te spreken. Spreken met elkaar: bezinning op onze taken. Spreken met de kinderen over de heilsweldaden. Spreken met het verlangen in het hart dat er kinderen gewonnen mogen worden voor het Koninkrijk Gods. Geheel ons bezigzijn moet doordrongen zijn van het innerlijk bewogen zijn met onze leerlingen. Deze gerichtheid van het hart mag bij geen enkele onderwijsgevende op school ontbreken. We zijn zondige mensen die in alle gebrek moeten worstelen om aan de opdracht te voldoen.

Bij de opening van onze reformatorische school in Alphen aan den Rijn kreeg ik een geborduurd schilderij met daarop het 'Gebed van een onderwijzer'. Het geeft iets van die worsteling door waarmee ik mijn taak wil verrichten.

Maar ik, wie ben ik toch o Heer,
die kind'ren wel Uw wegen leer,
maar zelf daar afdwaal keer op keer

'k Vermeer hun kennis, ach mijn hand
beeft waar mijn lamp hen bijlicht, want
ik weet hoe zwak, hoe flauw hij brandt.

En lief te hebben leer ik hen
al wie ik als Uw scheps 'len ken,
ik die zelf aller schuldenaren ben.

Maar wilt Gij toch dat ik hen leid,
Heer' toon hun dan te allen tijd
hoe zeer Gijzelf mijn Helper zijt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 november 1994

Driestar bundels | 228 Pagina's

Reformatorisch onderwijs: identiteit moet blijken en kwaliteit is noodzaak

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 november 1994

Driestar bundels | 228 Pagina's