Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk en het arbeidsproces

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk en het arbeidsproces

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Industriepastoraat

Vanaf 1987-1995 ben ik als industriepredikant werkzaam geweest in het Botlek- Europoortgebied. Dat is het grote haven- en industriegebied van Rotterdam. Jaren kenden de Christelijke Gereformeerde Kerken zo'n predikant die was vrijgesteld voor pastoraal werk en bezinningswerk op het breukvlak 'kerk en arbeid'. Daarachter gaat de principiële visie schuil dat Gods Woord alle terreinen van het leven raakt. Het was de enorme verandering van de samenleving door de industrialisatie in de jaren '50 en '60 die de kerken van het dorp Rozenburg ertoe bracht te zoeken naar een passend antwoord.

Waarom begon men daarmee? Het begin heeft alles te maken met de enorme veranderingen die in die tijd over het eiland Rozenburg heen kwamen. De haven en de industrie breidden zich vanuit Rotterdam in snel tempo uit naar het westen, naar de zee. Zoals onze hele samenleving na de Tweede Wereldoorlog veranderde door de industrialisatie, zo gebeurde dat wel in het bijzonder bij de totstandkoming van het Botlek-Europoortgebied, waar Rozenburg als plaats middenin ligt.

Toen het allemaal snel ging, zijn er ook op andere plaatsen in Nederland predikanten en pastores gekomen met een speciale opdracht. Naast een protestantse industriepredikant kwamen er ook rooms-katholieke bedrij fspastores in Botlek-Europoort. Het is misschien een beetje vreemd, maar het was de Christelijke Gereformeerde Kerk van Rozenburg die aan protestantse kant het eerst een deur geopend zag om in de veranderende wereld met het Evangelie present te zijn. Ds. Sj. Wijnsma werd in 1965 de eerste predikant met een bijzondere opdracht. In samenwerking met hervormde gemeenten en gereformeerde kerken uit de regio en gesteund door landelijke Deputaten van de Christelijke Gereformeerde Kerken is sindsdien het werk voortgezet tot 1995.
Dat er dit jaar een einde aan komt, heeft met de veranderde omstandigheden te maken. De ontwikkelingen van na de Tweede Wereldoorlog zijn voor een groot deel uitgekristalliseerd. Het is niet een principiële verandering. De aandacht voor de mens-en-zijn-arbeid blijft bijvoorbeeld in de Christelijke Gereformeerde Kerken verankerd in een nieuwe sectie 'Kerk, arbeid, en bedrijfsleven' van het landelijke Deputaatschap 'Algemene Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden' (ADMA).

De opdracht tot het werk

In de roeping tot het werk werd gezegd door de kerk: wij willen graag iemand die ons helpt om goed op de ontwikkelingen in de wereld van de arbeid in te gaan. De kerk wil aandacht hebben voor wat mensen bezig houdt inde bedrijven en voor wat hen bezighoudt als zij uit het betaalde arbeidsproces verdwijnen. Wat zijn de gevolgen van het industriële klimaat voor mens en samenleving, voor het beleven van ons geloof en voor onze opstelling in de maatschappij. Dat zijn ongeveer de vragen die de deelnemende kerken in het industriepastoraat hun industriepredikant hebben toevertrouwd. Ga daarmee bezig, zoek de mensen maar op, maak contacten, denk erover na, en probeer vanuit het Woord van God (je bent immers predikant) lijnen uit te zetten waarmee mensen geholpen zijn en waarmee de kerk en Gods koninkrijk gediend zijn.

In de gedachte achter het werk van het industriepastoraat in ons gebied speelde de terugkoppeling naar de kerk(en) een grote rol. Het gaat niet om een solooptreden. Natuurlijk draag je in je contacten met mensen op een bepaalde manier iets uit. Alleen het feit dat je dominee bent en dat de kerk aanwezig wil zijn, betekent al iets in een wereld waaruit God verdwenen lijkt te zijn en onder mensen waarvan het merendeel onkerkelijk of niet meelevend is. Maar bewust is altij d uitgegaan van een ook toerustende rol voor de industriepredikant naar de kerk(en) terug. Het lijken soms twee aparte werelden: kerk en werk, of geloof en arbeid. Maar dat klopt natuurlijk niet. Want het zijn dezelfde mensen die zondags de kerk bezoeken en doordeweeks meedoen (of niet meedoen) in de economie. De economie, de wereld van produktie en consumptie, van arbeid en inkomen, van welvaart en armoede, van werk en werkloosheid heeft een enorme invloed op het leven en denken van mensen. De boodschap van het Evangelie raakt alle dingen van het leven.

Het werk in de praktijk

In de praktijk betekende één en ander, dat je steeds weer contacten zocht met mensen die werken in de bedrijven of daarbuiten. Dat ging soms met meer en dan weer met minder succes. Ongeveer eens per jaar ging ik een wat langere periode 'stage' lopen bij een bedrijf. Dat waren de mooiste tijden, vond ik, omdat je dan met veel mensen direct in contact kwam. Je volgde daarnaast wat groepen vanuit de vakbeweging. Ook nam je deel aan cursussen vanuit de vakbeweging, niet zozeer vanwege het cursusaanbod, maar omdat er mensen samenkomen uit de verschillende bedrijven. Om de zoveel tijd bezochten we eens mensen van personeelszaken of bedrijfsmaatschappelijk werkers enz. Dit deed ik ook vaak samen met een rooms-katholieke bedrijfspastor. Ook zelf kenden we gespreksgroepen van bijv. ondernemingsraadsleden. Omdat er in ons gebied zoveel bedrijven zijn, kwam er altijd wel een contact tot stand, maar het is altijd afhankelijk van de houding van de persoon op de plek die je benadert. Want in principe zit niemand op een dominee te wachten. Uit overwegingen van public relations is men (in de grotere bedrijven) meestal nogal welwillend. Maar als je de verhalen van ds. Wijnsma uit het begin nog eens naleest, merk je het enorme verschil met 30 jaar geleden. Toen had de kerk kennelijk een veel belangrijkere plek in het beleven van de mensen dan vandaag.

Tegenover de contacten in de bedrijven en met maatschappelijke organisaties enz. stonden de contacten in de kerken. In de deelnemende kerken uit ons gebied deed ik het een en ander aan toerustingswerk. Het gaat om themadiensten, gespreksavonden, kringen enz. De onderwerpen gingen natuurlijk over werk, rolverdeling, ziekte, afkeuring, geld, beroepskeuze, milieu, werkloosheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid enz. Daar praat je dan niet in het algemeen over, maar vanuit het gezichtspunt van bijvoorbeeld pastoraat in de gemeente of diaconaat. Altijd gaat het weer om de spannende vraag: hoe kijk je er als christen tegen aan en wat doen we ermee, voor onszelf en in de gemeente. Naast een zekere rol binnen de kerken die plaatselijk meededen in het industriepastoraat kwam ook iets van de terugkoppeling naar de kerk tot stand via de deelname van de industriepredikant aan landelijke overlegorganen (zoals bijv. het Christelijke Gereformeerde Deputaatschap Kerk en Bedrijfsleven).

Aandacht voor problemen rond arbeid in de kerk

Als ik nu probeer in de richting van het thema van vandaag de oogst van zoveel jaren industriepastoraat op een rijtje te zetten, kom ik tot een heel aantal punten die ik mijn werk ben tegengekomen. Het zou winst zijn voor de kerk om daarvoor aandacht te hebben. Binnen de kerk bestaat er immers zorg om mensen, als het goed is. Er bestaat een pastorale en diaconale roeping in de kerk. Zeker, centraal staat de zorg voor het geestelijk welzijn, de vragen van geloof en bekering. Maar het Woord van God bestrijkt het hele leven. Er zijn zoveel dingen die een mens dwars kunnen zitten, die dan ook zijn geloven en het zicht op God raken. 'Het gaat erom het aardse leven onder de tucht van het Woord te beleven. Het gewone dagelijkse leven moet geestelijk beleefd worden. Juist dan is er alle reden om alle dingen van het dagelijks leven in het huisbezoek een plaats te geven.' (WH Velema, in 'Uit liefde tot Christus en zijn gemeente. Een handreiking aan de ouderiing' Kdmpcn, 1982, p.

Al zijn we er inmiddels wel aan gewend in de kerk, dat allerlei levenssituaties aanleiding kunnen zijn voor pastorale of diaconale aandacht, toch concentreren die zich nog vaak rond ziekte en gezondheid, sterven en rouw, relaties en eenzaamheid, persoonlijke problemen en conflicten. Naast de persoonlijke relatie tot God, zijn het hoofdzakelijk zaken die zich afspelen in de persoonlijke levenssfeer, welke tot onderwerp van gesprek worden. Daar is natuurlijk niets verkeerds aan. Toch is het opmerkelijk dat problemen die zich voordoen op grond van het functioneren in de maatschappij minder makkelijk onderwerp van aandacht zijn. Het lijkt wel alsof daarvoor een aparte antenne moet worden ontwikkeld, terwijl toch de arbeidssituatie ingrijpende invloed kan hebben op het leven van individuele mensen en de huishoudens waarin zij verkeren.

Arbeid (betaalde) is nog steeds 'een eigenaardig medicijn' in onze maatschappij. Ze geeft een bepaalde zin in het leven, ze structureert tijd, ze brengt sociale contacten, ze verschaft een inkomen, ze verleent identiteit. Allemaal dingen die, als het anders loopt dan verwacht, een leven in de problemen kunnen brengen. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat aandacht daarvoor in de kerk niet zondermeer vanzelf spreekt. En toch speelt zich op dit vlak veel af wat aandacht verdient. In een reeks punten wil ik (in willekeurige volgorde) aanstippen wat er boven kan komen als er aandacht wordt gegeven aan de situatie zoals die door de 'arbeid', of juist door het ontbreken ervan, kan worden bepaald.

1. Vragen naar de zinvolheid van het dagelijkse (betaalde) werk. Dat kan tot een crisis leiden. Moet ik dit nog twintig jaar doen? Is het niet zinloos. Is de zin alleen het geld? Waar doe ik het voor?

2. Frustraties die samenhangen met ondergeschiktheidsgevoelens. Op j e werk zeggen anderen wat je moet doen. Soms leuker, soms minder leuk. Maar je kunt in een keurslijf zitten en je afhankelijk voelen. Waar ontlaadt zich dat? Hoe ga je ermee om?

3. Teleurstelling over niet uitgekomen verwachtingen en aspiraties. Dat kan diep gaan. Vastgelopen in de loopbaan. Niet eruit hebben kunnen laten komen wat erin zit. Het beeld van zichzelf en dat anderen hadden niet waar hebben kunnen maken.

4. Onzekerheid knaagt het meest van alles aan mensen. Wat zal de toekomst brengen. Is de baan veilig? Wat gaat het bedrijf doen? Hoe zal het met mijn zaak gaan? Komen er weer nieuwe regels van de overheid? Wordt er opnieuw gereorganiseerd? Veel mensen lijdenonder voortdurende of steeds terugkerende onzekerheid die met hun werk samenhangt.

5. Gevoelens van achterop raken. Bij wat oudere mensen bijvoorbeeld. Je kunt het niet meer bijbenen. Je voelt je voorbij gestreefd door anderen. Jongeren (die net komen kijken) zullen het wel eens vertellen.

6. Overbelasting. Te grote werkdruk kan leiden tot overspanning. Opgelegd door anderen, of door je zelf gekozen (omdat je je zo nodig waar moet maken, of omdat het niet anders kan). Wat betekent dit voor de anderen in het gezin, in je omgeving, in de kerk?

7. Spanningen en conflicten die samenhangen met de ethiek. Kan het wel wat er gebeurt op mijn werk? Vaak latent, soms loopt het hoog op, maar onderhuids kan het knagen. Zondags in de kerk hoor je de geboden. Eenmaal op het werk lijken andere 'wetten' de zaak te dicteren.

8. Onvrede met de verdeling van taken thuis. Hoe hebben man en vrouw (en kinderen) het afgesproken? Hoe is de ontwikkeling geweest? Zijn ideeën en situaties veranderd? Zijn beide, of één van tweeën er anders tegen aan gaan kijken? Wilden ze iets, wat niet mogelijk bleek? Dit kan ook urgent worden als iemand opeens 'thuis' komt waardoor een vertrouwd patroon wijzigt (door werkloosheid, afkeuring of pensioen).

9. Schuld-en wraakgevoelens. Als je failliet ging of arbeidsongeschikt raakte of werkloos werd of op een zijspoor werd gerangeerd, kurmen allerlei negatieve gevoelens boven komen, die zich richten op jezelf of op anderen. Soms terecht, soms niet. In ieder geval zal je ermee om moeten leren gaan

10. Minderwaardigheidsgevoelens, apathie, agressie. Mensen die 'mislukt'zijn in hun arbeidssituatie, zoals ze dat zelf ervaren of door anderen wordt aangepraat, kunnen daaronder gebukt gaan. Wat ben ik nog waard? Wat stel ik voor? Het kan leiden tot berusting en apathie of tot opstandigheid en agressie.

11. Inkomensproblemen. Concreet kan een faillissement, een ontslag, een ongeval of chronische ziekte leiden tot grote financiële moeilijkheden, als het inkomen is weggevallen of als het heel snel dramatisch afneemt. Nog niet zo makkelijk om daarover te praten.

12. Relatieproblemen. Het kan in een opeenstapeling van punten gaan spannen tussen man en vrouw, ouders en kinderen. Zij kijken er verschillend tegen aan, reageren frustraties op elkaar af.

13. Tijdinvulproblemen. Deze hangen samen met eerder genoemde punten. Van sommigen wordt er door hun arbeidssituatie zoveel gevraagd dat ze permanent 'overbelast' zijn en altijd haast lijken te hebben. Voor anderen is er zoveel tijd beschikbaar gekomen, dat de structuur gaat ontbreken, en men doelloos gaat leven.

Hoe er mee om te gaan in de kerk?

Het zal erom gaan in het contact met mensen punten als bovenstaande niet te negeren, alsof ze minder belangrijk zouden zijn, bijvoorbeeld in 'geestelijk' opzicht. Dat is een miskenning van het feit dat de arbeidssituatie diep kan ingrijpen in een mensenleven. Daardoor kunnen fundamentele vragen op iemand afkomen. Zeker, dat gebeurt dan op een andere manier dan als een ziekte, een direct persoonlijkconflict of de dood van een geliefde binnentreedt in ons leven. Maar het hoeft voor degene in kwestie niet minder ingrijpend te zijn, waardoor vertrouwen in het leven, zicht op God en omgaan met anderen enorm onder druk kunnen komen te staan. Daarom is het goed als mensen met een pastorale en diaconale roeping in de kerk een antenne ontwikkelen om ook naar aanleiding van dit levensterrein tot de goede gesprekken te komen. Dit wordt nog te veel gemist, naar onze indruk, in de gehele breedte van de kerken.

Eén en ander betekent dat er naar twee kanten een sfeer van openheid zou moeten groeien, zodat er zegen kan rusten op de ontmoetingen in de gemeente en de Heilige Geest kan doorwerken. Dat geldt voor de mensen die ergens mee zitten. Vaak rust er voor henzelf een taboe op hun probleem. Ziek worden kan iedereen overkomen. Omgaan met de dood van een geliefde, dat gaat ook (vroeg of laat) aan niemand voorbij. Maar overspannen worden of failliet gaan of werkloos worden of een inkomensprobleem hebben, is dat niet iets van je eigen verantwoordelijkheid? Kom je met zulke dingen zo makkelijk voor de dag, ook al zijn ze (misschien onderhuids) nog zo problematisch voor je? Om daarin openheid te betrachten, zal er ook van de andere kant (vanuit de kerk, om het zo te zeggen) openheid dienen te bestaan. Het moet duidelijk zijn dat de genoemde problemen door de dominee, de ouderling of de diaken als wezenlijke punten van aandacht gezien worden. Om dat te bereiken is het van belang dat dezen zich van tijd tot tijd laten informeren en zich ook verdiepen in de actuele problemen op het gebied van de arbeid. Er is voldoende voorhanden om er in kerke raadsverband eens een stukje bezinning aan te wijden.

Het gaat erom dat we in de kerk (pastoraal en diaconaal) een antenne hebben voor waar mensen echt mee zitten, zodat er serieus op hun problemen wordt ingegaan. Er kan aandacht zijn in directe zin, bijvoorbeeld als zich een 'catastrofe' voordoet (ontslag, faillissement). Dan kunnen mensen gewoon benaderd worden met de aandacht die ze in zo'n situatie verdienen. Maar ook kan het geboden zijn een indirecte benadering te kiezen, door te zorgen dat de drempel laag is. Bij het vermoeden van een problematische situatie kuimen in een gesprek open mogelijkheden geboden worden om op in te gaan. Men kan laten merken dat men een open oog heeft voor de arbeids- en inkomenskant van het leven. Als blijkt dat mensen zelf daar dan toch niet op ingaan, is dat hun keuze. In ieder geval moet de mogelijkheid binnen de kerk bestaan om ermee naar voren te komen en er samen met anderen over te kunnen praten.

Het is daarom ook goed van tijd tot tijd thema's die met arbeid samenhangen in een breder verband aan de orde te laten komen in de kerk: in de eredienst, in prediking en voorbede, in het toerustingswerk in de gemeente, in de catechese enz. Ook dat werkt drempelverlagend. Als bijvoorbeeld uit een preek of een gebed in de kerk blijkt dat jouw probleem onderkend wordt, durf je er ook eerder mee naar de dominee, een ouderling of diaken te stappen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 november 1995

Driestar bundels | 148 Pagina's

De kerk en het arbeidsproces

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 november 1995

Driestar bundels | 148 Pagina's