Wat zegt de Bijbel over ziekte en gezondheid?
Voordat we nadenken over wat de Bijbel zegt over ziekte en gezondheid, wil ik eerst de vraag stellen hoe wij over ziekte en gezondheid denken. Laat ik het concreter formuleren: Wat was de oorzaak toen jij ziek werd of toen je in het ziekenhuis was opgenomen? De antwoorden op de vraag zullen verschillend zijn. De één had zijn been gebroken ten gevolge van een aanrijding. Een tweede werd in het ziekenhuis opgenomen in verband met een blindedarmontsteking. Een derde is misschien wel opgenomen geweest vanwege een zeer ernstige ziekte, een bepaalde vorm van kanker. Dit betekent dat trauma's, bacteriën en kwaadaardige woekeringen van cellen als oorzaken worden aangemerkt. Dit alles weerspiegelt zich in de behandelingen. Een botbreuk wordt gezet of geopereerd, de ontsteking met penicilline behandeld en de kwaadaardige cellen met chemotherapie bestreden. Op deze manier kijken wij tegen ziekten en behandelingen aan en weten ook de oorzaken aan te wijzen. Maar - en dat is de vraag waar het mij nu om gaat - is dat de echte oorzaak? Als de Heere Jezus in Kapernaüm een ernstig gebogen vrouw ziet zitten, noemt Hij een totaal andere reden van haar ziek zijn. Wij zouden de diagnose reuma of de ziekte van Bechterew stellen. En met die diagnoses weten we de ziekte, de ontstaanswijze en het verloop goed te verklaren. De Heere zegt echter dat deze vrouw achttien jaren door de satan gebonden werd (Lukas 13:16). Geen reuma, maar gebonden door boze machten. Dat is de oorzaak! Of ... kan dat tegelijk reuma zijn? Dit illustreert hoe ons denken over ziekte en gezondheid ver af staat van hetgeen in de Schrift geopenbaard wordt. En daar gaat het om in deze lezing.
Wat zegt de Bijbel over ziekte en gezondheid? Ik doe dit niet door allerlei voorbeelden uit de Bijbel te bespreken, maar door op zoek te gaan naar de globale lijnen. Ik wil ijkpunten aanreiken ter beoordeling van dit thema. Het gevaar van globale lijnen is dat de nuancering miskend wordt. Als we bijvoorbeeld de bijbelse gegevens op een rij zetten met betrekking tot de oorzaak en betekenis van ziekten, geeft de Schrift diverse antwoorden. Ziekte als straf, ziekte als beproeving, ziekte door trauma, een plaag van God, een verzoeking van de satan, een bewijs van Gods genade, enzovoorts. Daaruit bUjkt een grote verscheidenheid aan oorzaken. Maar ondanks deze verscheidenheid van antwoorden gaat het om de algemene lijnen, die niet verabsoluteerd mogen worden. Ik stel dit met nadruk om misverstanden te voorkomen!
Opdat gij gelooft
In de Bijbel komen ziekten en genezingen veel voor. Maar daarmee geeft de Bijbel nog geen afgeronde visie op ziekte, oorzaken en gevolgen. De Bijbel is geen medisch handboek. Evenmin een ethisch handboek. Zelfs is de Schrift geen geschiedenisboek, ondanks de vele geschiedenissen die erin vermeld staan. We mogen de Bijbel in dit opzicht niet overvragen, omdat hij daar niet voor geschreven is. Dat roept gelijk de vraag op: waarvoor is de Schrift dan wel geschreven? Johannes geeft op deze vraag een treffend antwoord: 'Maar deze zijn geschreven opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God' (Joh. 20:31). Dat is tegelijk het doel van de gehele Schrift. Want Christus zegt Zelf over de Schriften: 'die zijn het, die van Mij getuigen' (Joh. 5:39).
Dit betekent bij alles wat we in de Bijbel lezen, dat het uiteindelijk gaat - direct of indirect, openlijk of meer verborgen - om Christus en Zijn werk. Dat wij geloven zullen! Ik besef dat lijnen naar Christus niet altijd duidelijk zijn, maar dat ligt meer aan onze beperkte kennis van en inzicht in de Schrift, dan dat deze doelstelling voor bepaalde gedeelten niet op zou gaan. Ik denk aan de geschiedenissen waarin de menselijke listigheid en grilligheid bijna centraal lijken te staan. Denk aan Jacobs bedrog en de diverse relaties van Simson. Dan is het niet gemakkelijk om vanuit die bijbelgedeelten de lijn door te trekken naar het werk van Christus, als zijnde de Zoon van God. (Mijns inziens is dat een grote opgave voor leerkrachten: om bij de bijbelvertellingen deze lijnen te ontdekken). Toch blijft deze regel staan, bij alles wat we in de Bijbel lezen1. Dat geldt ook wanneer het gaat om ziekten en genezingen, lijden en sterven (het sterven van Elisa na een ziekbed, de dood van Ahazia die Baal-Zebub liet vragen, de genezing van Naaman, en dergelijke). Al deze vermeldingen mogen niet los gezien worden van de directe context waarin ze staan, het brede kader van Gods weg met Israël en het uiteindelijk doel van de Schrift: 'opdat gij gelooft'.
Samenvattend: de totale Schrift, inclusief de fragmenten waarin het gaat over ziekte, gezondheid en genezing, heeft als doel: opdat gij gelooft dat Jezus de Zoon van God is. Dat is de richting waarheen de Schrift ons wijst.
Welzijn
Verder kennen we allemaal de tweedeling van de Schrift, namelijk het Oude en Nieuwe Testament. Daarin zijn, wat betreft ziekte en genezingen, enige verschillen te constateren. Zo valt direct op dat in het Nieuwe Testament veel meer genezingswonderen voorkomen. Verder wordt ziekte in het Oude Testament veel meer geduid als een straf van God, terwijl dat element in het Nieuwe Testament minder aanwezig is. Hoe moeten we deze verschillen verklaren?2
In het Oude Testament wordt Gods weg met Abraham en het volk van Israël beschreven. God openbaart Zich aan Zijn volk en maakt Zijn wetten bekend. Bij dit laatste voegt Hij de opdracht en belofte: 'doe dit en gij zult leven'. Of zoals dat in het boek Deuteronomium regeknatig vermeld wordt: 'Onderhoudt Mijn geboden, opdat het u en uw kinderen zal welgaan'. Daarmee is de reden van Gods zorg en het geven van Zijn wetten verwoord: opdat het ons wel zal gaan. God heeft ons welzijn op het oog. Hij wil dat het goed zal gaan met ons. Nu is welzijn een breed begrip. Vandaar de vraag wat met dit begrip bedoeld wordt.
De Bijbel geeft verschillende antwoorden. In het vijfde gebod wordt een lang leven genoemd als voorbeeld van welzijn: 'opdat uw dagen verlengd worden in het land dat u de HEERE, uw God, geven zal' (Deut. 5:16). Luisteren we naar de afscheidsrede van Mozes, dan horen we dat hij andere aspecten van welzijn noemt: het koren zal groeien, de schuren zullen vol zijn, geen vijanden zullen over ons heersen, geen misdracht zal er zijn, noch bij mensen, noch bij dieren. Ook zal het volk gespaard worden voor ziekten, zoals waanzin, blindheid, tering, koorts of boze zweren. Dat is ook welzijn. Verwerpt het volk daarentegen Gods geboden, dan zal het tegendeel plaatsvinden: wel ziekte, wel meeldauw, wel brandkoren. Het volk zal de straf niet ontlopen. Deze invulling van 'welzijn' is in het hele Oude Testament terug te vinden. Lees Psalm 128, die ook in het huwelijksformulier staat: de kinderzegen, een goed inkomen en voorspoed. Zelfs tot in het laatste hoofdstuk van Maleachi klinkt deze vorm van welzijn door. Kortom: welzijn wordt - zeer globaal bezien - in het Oude Testament regelmatig weergegeven in zichtbare en tastbare uitingsvormen. Het lijkt wel alsof de nadruk in het Oude Testament ligt op het hier en nu.
Toch mag ik dit niet verabsoluteren. Ik schets slechts een globale lijn, maar er is meer te zeggen.
a. Ik zou het Oude Testament te kort doen, wanneer ik welzijn alleen tot het aardse zou beperken. Denk aan de Psalmen 32, 43, 63, 73 en 84. 'Want beter dan dit tijdelijke leven is Uwe goedertierenheid'. De nabijheid van God is belangrijker dan rijkdom en zelfs belangrijker dan dit leven. Dat gold toen dus ook al.
b. Verder komen we regelmatig in het Oude Testament personen tegen die enerzijds de Heere vrezen, maar anderzijds getroffen worden door ziekte en tegenslag. Denk aan Job en Asaf, de dichter van Psalm 73. Dus ondanks bovengenoemde schematisering zien we dat de regel diverse uitzonderingen kent. Of beter gezegd: we zullen Gods leiding in het leven nooit kunnen doorgronden en narekenen.
c. Verder waren er tijden in Israël dat het land voorspoed had, wat betreft de volle schuren en de uitwendige dienst voor God, maar innerlijk het volk helemaal niet leefde overeenkomstig de geboden van God. We lezen dat God walgde van hun offers en weelde. Ook in die dagen ging het dus niet om het hier en nu, om het aardse welzijn, maar om de toekomende stad, waarvan God de bouwer is.
d. Wat betreft de oudtestamentische zegen van welzijn: die zegen heeft twee aspecten, namelijk een collectief (voor heel het volk) en een persoonlijk aspect3. Dat behoeft niet samen te gaan. Israël kon als volk feestvieren vanwege het verslaan van de vijanden, terwijl tegelijkertijd in sommige gezinnen getreurd werd vanwege de slachtoffers die gevallen waren. Hetzelfde geldt voor de straf op maatschappelijk zonden. Als volk kon het zuchten onder de grote droogte, terwijl duizenden de HEERE trouw bleven (de periode van Achab).
Ik zal dit niet verder uitwerken, maar deze opmerkingen dienen ons voor strakke schematisering te behoeden. Globaal bezien is welzijn in het Oude Testament - dus ook wat betreft ziekte en gezondheid - sterk aards georiënteerd en lichamelijk gericht. De zegen is zichtbaar in het hier en nu. Gezondheid is een zegen, die rust op het onderhouden van Gods geboden, ziekte daarentegen een straf. De tijd van de Richteren en de ballingschap zijn daar aangrijpende voorbeelden van. Door ziekten en vijanden wil de HEERE het volk weer terugbrengen bij Zijn geboden. Bij Hem moeten ze terugkomen, want Hij is immers de grote Heelmeester (Ex. 15:26). Nogmaals merk ik op dat het in het Oude Testament ook om het geestelijk welzijn ging. De oudtestamentische geloven zagen uit naar de komst van Christus. Daar ligt de kern. Maar dat laat onverlet dat welzijn en welgaan regelmatig aards vertaald worden.
In het Nieuwe Testament is daarentegen een andere gerichtheid merkbaar. Dat is geen principieel verschil, maar er is sprake van een andere duiding of betekenis. Dat is een gevolg van de andere invulling van welzijn. Lag het accent in het Oude Testament op de vervulling van welzijn in het heden en in het zichtbare, in het Nieuwe Testament komt welzijn in eeuwigheidsperspectief te staan. Deze dimensie wordt in het Nieuwe Testament duidelijker. De hele wereld bezitten is prachtig, maar wanneer schade geleden wordt aan de ziel, stelt het allemaal niets voor (Matt. 16:26). Het is zelfs beter om verminkt door het leven te gaan dan gezond te zijn en voor eeuwig verloren te gaan (Matt. 5:29-30)4.
Deze verandering van het Oude naar het Nieuwe Testament heeft ook invloed op de visie op ziekte en gezondheid. Was ziekte voorheen een straf, in het Nieuwe Testament wordt ziekte een middel in Gods hand om mensen stil te zetten. Begrijp me goed, het één sluit het ander niet uit, maar in het Oude Testament lagen ziekte en zonde dichter bij elkaar. In het Nieuwe Testament heeft ziekte minder de betekenis van een directe straf, maar is het een middel om mensen klein te houdend5. Ziekten doen ons beseffen dat we broos en afhankelijk zijn. Of we dat met alle medische mogelijkheden nog steeds ervaren, is een volgend punt. Maar door het schudden aan onze levensboom worden we eraan herinnerd dat we mensen van de dag zijn. 'Zonder Mij kunt gij niets doen'. Of, zoals Paulus te horen kreeg na het gebed om verwijdering van de doorn: 'Mijn genade is u genoeg'. Daar wil de Heere ons brengen en houden. Alle dingen - ook ziekten - moeten immers meewerken ten goede (Rom. 8:28). Door onze zwakheid komt God aan Zijn eer.
Hoe is deze verandering (verduidelijking) van het Oude naar het Nieuwe Testament te verklaren? Het antwoord heeft alles te maken met het onvermogen en de ongehoorzaamheid van de mens. Want ondanks de belofte van welzijn onderhouden we Gods geboden niet. We doen het niet en willen het niet. Zie de geschiedenis van het volk van Israël. En daarom komt de Heere met een andere weg van welzijn: namelijk Jezus Christus, dé Weg! In Hem ligt ons eeuwig welzijn. Derhalve is nu alles wat we meemaken een vingerwijzing van God om Christus te volgen6.
Was gezondheid in het Oude Testament een uiting van een beloofde zegen, in het Nieuwe Testament krijgt ze meer het karakter van genade. Namurlijk was het in het Oude Testament ook genade wanneer iemand gezond was, maar in het Nieuwe Testament is dit duidelijker geworden. Wanneer wij gezond mogen zijn, is dat genade. Ziekte en tegenslag blijven in zekere zin uitingen van Gods straf, maar ze hebben nu voornamelijk tot doel dat we Christus en Zijn werk verheerlijken. Denk aan de bekende geschiedenis van de blindgeborene (Joh. 9). 'Wie heeft er gezondigd, deze of zijn ouders?' vragen de discipelen. Nee, zegt de Heere, dit gebeurt 'opdat de werken Gods in hem geopenbaard worden'. Denk ook aan de opwekking van Lazarus. Waarom is de Heere niet direct naar hem toegegaan, toen Hij hoorde van diens ziekte? Dat geeft de Heere als antwoord aan Zijn discipelen: 'opdat gij geloven moogt' (Joh. 11:15).
Samenvattend zien we dat de belofte van zegen in het Oude Testament globaal bezien aards gericht is; ziekte is een straf, gezondheid een zegen. Doordat wij de eis van het onderhouden van de geboden niet in praktijk brachten, en daardoor onheil over ons haalden, heeft God een andere weg geopend tot welzijn, namelijk door Zijn Zoon, waarbij het genadekarakter nog meer centraal komt te staan. In het Nieuwe Testament komt de eeuwigheidsdimensie van welzijn duidelijker naar voren dan in het Oude. Daardoor heeft ziekte - onwelzijn - ook een andere betekenis of duiding gekregen
Genezing en vergeving
De Bijbel spreekt niet alleen over ziekte, maar ook over genezing en genezingswonderen. Deze laatste hebben in de Schrift een bijzondere plaats. Genezing wordt namelijk in de Schrift regelmatig verbonden aan vergeving. Dit zien we zeer duidelijk in de geschiedenis van de verlamde die door zijn vier vrienden bij Christus gebracht wordt. De Farizeeërs raken geïrriteerd, als Jezus zegt dat zijn zonden vergeven zijn. Daarop geneest de Heere de verlamde, 'opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft om de zonden te vergeven' (Mark. 2:10). Dat is het doel van de genezing. De genezing ondersteunt de vergeving. Zoals Christus macht heeft om letterlijk verlamden weer op te richten, zo kan het geestelijk verslagenen redden. Zoals Hij macht heeft blinden te doen zien, zo kan Hij ook geestelijk blinden het licht geven. Zoals zelfs doden (Lazarus, de jongeling te Naïn) door Hem tot leven zijn geroepen, zo geldt dit ook voor geestelijk doden (Joh. 5:25).
De vele genezingswonderen kenmerken het optreden van Christus en Zijn directe volgelingen en zijn zichtbare illustraties van hun prediking. Ze proclameren de komst van Christus en de komst van Zijn Koninkrijk en van de nieuwe orde. Jesaja had dat al voorspeld. De komst van de Messias en Zijn rijk zal gepaard gaan met tekenen en wonderen. Doden zullen levend worden, blinden zien en doven horen (Jes. 29:18).
De genezingen hebben dus een ondersteunende taak ten opzichte van het Evangelie. Ze staan niet op zichzelf. Op de vraag van de schare of Christus een wonder wil doen, weigert Hij (Matt. 12:38-39). Hij is geen wonderdoener, omwille van het wonder alleen. Evenmin kan Paulus Trofimus doen herstellen, terwijl velen door Paulus genezen zijn
(2 Tim. 4:20). De zendingsopdracht luidt derhalve treffend: 'predikt het Evangelie en (...) tekenen zullen volgen'
(Mark. 16:15-17).
Samenvattend: genezingen en genezingswonderen vormen een zichtbare illustratie van de prediking; ze ondersteunen het Evangelie. Zoals genezing kan plaatsvinden, zo heeft God ook de macht zonden te vergeven.
Frontlinie
Nu weten we allemaal dat de genezingswonderen, zoals ze toen in grote aantallen voorkwamen, geen vergelijkbare herhaling meer gehad hebben in de geschiedenis. Dat heeft onder andere te maken met het geweldige keerpunt in de geschiedenis dat zich toen voltrokken heeft. Met de komst van Christus is een nieuwe fase van de geschiedenis ingegaan. Wat bij de mensen onmogelijk was, namelijk het bereiken van (eeuwig) welzijn, heeft God Zelf gedaan. Ik zeg hier met nadruk: keerpunt. De betekenis die de komst van Christus heeft voor de heilsgeschiedenis en de wereldgeschiedenis, kunnen we nauwelijks bevatten. God Zelf grijpt in en baant een straal van licht in de duisternis (Joh. 1). De grootste strijd aller tijden vangt daar aan. Het totale leven van Christus op aarde getuigt daarvan, en in het bijzonder Zijn levenseinde. Gelukkig mogen we weten hoe die strijd is afgelopen. De kop van de slang is vermorzeld. En daarmee heeft de satan de wereld prijs moeten geven. Was deze voorheen hem toegevallen (Matt. 4:9), vanaf dat moment zijn alle machten aan Christus onderworpen.
Het resultaat is zichtbaar. Leefde de gehele wereld voorheen in diepe duisternis en waren het de tovenaars en sterrenkijkers - geen kleine jongens! (Ex. 7:11-12) - die de farao en de oosterse machthebbers met adviezen dienden, na die tijd breekt het licht in die gebieden door. Het Koninkrijk van God wint terrein en de duivel moet al meer onderdanen loslaten. En juist op de plaatsen waar de strijd het meest hevig is - de frontlinies van het Evangelie - zien we twee verschijnselen optreden.
a. In de eerste plaats zien we een concentratie van tekenen die het Evangelie ondersteunen. Zelfs de schaduw van de apostelen en de doeken van Paulus geven genezing. De grote wonderen van die dagen hebben zich nooit meer in die veelheid vertoond7.
b. In de tweede plaats brengt ook de vorst der duisternis alles in de strijd om mensen in zijn ijzeren greep te houden. Juist tijdens de omwandelingen van Christus ontmoeten we veel mensen die bezeten zijn en is de confrontatie het hevigst.
Samenvattend kunnen we zeggen dat met de komst van Christus - het Nieuwe Testament - de strijd tegen de vorst der duisternis de beslissende fase is ingegaan. Het was een hevige strijd, waarin alles op alles stond (zie de vele tekenen die het Evangelie ondersteunden en de greep van de satan op mensen). Maar de satan heeft de strijd verloren. Vanaf dat moment is het Evangelie de wereld ingegaan om de duisternis te verdrijven.
Betekenis van ziekte vandaag
Maar nu naar de tijd van vandaag, gegeven de huidige medische wetenschap. Ik stel een paar vragen.
1. Wat is de oorzaak van een ziekte? Neem als voorbeeld iemand met reuma. De Heere Jezus zegt van de gebogen vrouw dat ze achttien jaren door de satan gebonden was. Dus geen reuma, maar een boze macht. Of zijn beide oorzaken mogelijk?
Medisch gezien kan reuma als oorzaak aangemerkt worden ter verklaring van de ziekteverschijnselen. Tegelijk is ook Gods hand in iedere ziekte aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Job. Wat was de oorzaak van zijn melaatsheid? De verzoeking door de satan en de toelating van God (Job 1). Maar ik mag ook zeggen: de bacterie die lepra of melaatsheid veroorzaakt. Beide zijn waar, maar richten zich wel op een verschillend niveau. En dat moeten we onderscheiden. Het eerste antwoord is namelijk fundamenteel, het tweede instrumenteel. En dat geldt in zekere zin vandaag nog steeds. Op de vraag naar de oorzaak van een ziekte kan een instrumenteel antwoord gegeven worden: de bacterie, het autoongeluk en dergelijke. Maar als we alleen dit antwoord geven, zeggen we te weinig. Dan miskennen we de hand van God in onze kleine levensgeschiedenis.
Maar er is wel verschil tussen vandaag en de tijd van de omwandelingen van Christus. Toen werd de strijd tussen licht en duister het hevigst gevoerd. Enerzijds werden mensen bijna letterlijk vastgegrepen door de boze, waarmee de satan zijn macht toonde, anderzijds werd het Evangelie ondersteund door vele genezingswonderen om daarmee de kracht van het Evangelie te tonen. Die omstandigheden zijn bij ons anders geworden. Ten eerste is de strijd beslecht op Golgotha. Ten tweede leven wij niet meer in de frontlinies van het Evangelie. Dit betekent - ik zeg dit heel voorzichtig - dat ziekten enerzijds ontdaan zijn van hun demonische krachten en anderzijds genezingswonderen niet meer noodzakelijk zijn om het Evangelie te ondersteunen. Dit maakt mij uiterst terughoudend, wanneer ik bijvoorbeeld lees of hoor over hedendaagse vormen van demonie. Denk aan sommige patiënten in de psychiatrie met ernstige wanen. Ik zeg niet dat demonie niet voorkomt, maar veel 'zogenaamde bezetenen' reageren goed op haldol-druppels. En dat geeft te denken. Om diezelfde reden ben ik zeer terughoudend als het gaat om de ziekenzalving en gebedsgenezing8. God is een God van wonderen, maar de ondersteunende betekenis van wonderen - zoals in de tijd van Jakobus - is bij ons minder aanwezig. We leven niet in de frontlinies van het Evangelie. Wat betekent dit voor de behandeling van ziekte? Bid en werk. In afhankelijkheid van God mogen we de middelen gebruiken en de huisarts raadplegen (Matt. 9:12). Dat is de duiding van ziekte: leven in afhankelijkheid van God.
2. Is ziekte vandaag nog een straf?
Ook hier moeten we voorzichtig zijn om een directe verbinding te leggen tussen een bepaalde zonde en een bepaalde ziekte. Ziekte is wel een gevolg van de zonde en als zodanig een straf. Maar het leven van vandaag valt veel meer onder het genade-karakter: wanneer de Heere ons bewaart voor ziekte, is daar geen enkele verdienste van ons bij. Wanneer we ziek worden, klinkt ook daardoor de genade van God, omdat de ziekte een roepstem is. We moeten echter terughoudend zijn om een ziekte toe te schrijven aan een bepaalde zonde9. ledere ziekte herinnert ons aan onze broosheid en wil ons brengen tot afhankelijkheid. Maar dat geldt voor meer aspecten van het leven. ledere dag dat we ouder worden wijst ons op de vergankelijkheid van het leven. Telkens als we eten, is daar een fluistering dat we bij brood alleen niet zullen leven. Dat geldt ook voor ziekte en gezondheid. Het zijn geen straffen op bepaalde zonden (zoals in het Oude Testament), maar middelen in Gods hand (let wel: een vaderlijke hand; Heid. Cat.
zondag 10) om ons in afhankelijkheid te doen leven, waarbij uiteindelijk God de eer krijgt.
3. Geldt dit ook voor het lijden in het algemeen? Is lijden ook een vingerwijzing om ons afhankelijk te maken?
Ik kom hier op een uiterst moeilijk onderwerp, waarbij er meer vragen dan antwoorden zijn. De vragen omtrent de zin van het lijden zijn legio en complex. Laten we dat nooit onderschatten. Een ander zal in deze serie uitgebreid op dit onderwerp ingaan.10 Ik volsta met een verwijzing naar het eerder geschrevene. We belijden dat alle dingen - ook oorlogen, rampen en zogenaamd zinloos geweld - onder de besturende hand van God vallen, terwijl we tegelijk belijden dat God niet de auteur is van het kwade11.
Hier komen we aan het mysterie van enerzijds Gods liefde en ahnacht (want dat zijn vaak de thema's die ter discussie staan bij de vragen rond de zin van het lijden) en anderzijds de vrijheid die de mens heeft om de medemens zoveel kwaad en leed te berokkenen. Zonder op het mysterie in te gaan moeten we vasthouden dat God met alle dingen, ook al beseffen we niet ten volle wat we zeggen, het goede met ons voor heeft (Kol. 1:24, 2 Kor. 1:5-6). Hij wil dat we in afhankelijkheid van Hem zullen leven, door alles heen. 'Opdat we geloven'. Hier is meer over te zeggen, maar ik volsta met deze enkele opmerking.
4. Tot slot nog één vraag: wat betekenen de teksten waar we lezen dat Christus onze krankheden geneest (Ps. 103:3, Jesaja 53:4-5, Matt. 8:17)?
Laat ik de vergelijking maken met de dood. Christus heeft de dood overwonnen en toch zullen wij eenmaal sterven. Het overwinnen van de dood betekent enerzijds geen 'afschaffing' van de dood, maar is anderzijds wel een waarborg dat in de grote toekomst de dood er niet meer zal zijn. En dat geldt ook voor het dragen van onze krankheden. In Matt. 8:17 lezen we dat het 'dragen van de krankheden' direct zichtbaar wordt in de genezingswonderen. Omdat Christus ook onze ziekte op Zich genomen heeft, konden zieken genezen worden. Dit betekent echter niet dat iedere zieke van zijn of haar kwaal zal genezen, zelfs niet wanneer daarvoor intens gebeden is. Christus' lijden en sterven zijn wel een garantie dat in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde geen verdriet en ziekte meer zullen zijn. Thomas a Kempis schrijft in De navolging van Christus dat wij onze onschuld door de zonde verloren hebben en daardoor ook de Zegen, totdat onze sterfelijkheid onsterfelijkheid aangedaan zal hebben. Paulus geeft aan dat ziekte doet uitzien om 'met onze woonstede die uit de hemel is overkleed te worden'(2 Kor. 5:2). Ook daartoe heeft Christus Zijn leven gegeven en onze krankheden gedragen. Daarom zal het gelovig gebed niet altijd gevolgd worden door genezing, maar wel door vergeving. Want uiteindelijk zijn daartoe al deze woorden geschreven: 'opdat wij geloven zullen'.
Noten:
1. In de loop van de kerkgeschiedenis zijn verschillende methoden toegepast om de lijnen door te trekken naar Christus. Denk aan de typologische interpretatie van de Schrift (Juda en Jozef zijn typen van Christus) en de methode van allegorese (vrij vertaald: vergeestelijking).
2. Een heldere opsomming van de visies op de relatie Oude-Nieuwe Testament wordt gegeven door H.W. de Knijff, Sleutel en slot. Kampen 1985.
3. Douma merkt terecht op dat enerzijds heel het volk bij de wetgeving aangesproken wordt (collectief), maar dat anderzijds de geboden persoonlijk gericht zijn. (J. Douma, De tien geboden. Kampen 1992).
4. De Heere Jezus zegt deze woorden met betrekking tot het doden en uitroeien van de zonde. Een letterlijke opdracht ligt hierin niet opgesloten. De opdracht laat zien de gebrokenheid waarin wij leven en het ernstige perspectief waarin ons leven staat.
5. Dat het om een globale lijn gaat, blijkt uit de diverse uitzonderingen: de ziekte van Herodes is een straf op zijn hoogmoed; de ziekte van Elymas (Hand. 13:8-11) een straf op zijn houding jegens het Evangelie.
6. De betekenis van Christus' komst op aarde en de vernieuwing van het verbond zijn helder beschreven door ds. G. Boer, Verbond en Prediking, Huizen 1956.
7. In zijn boek Vergeving en genezing, Zoetermeer 1997, stelt dr. M.J. Paul de vraag waarom de tekenen (genezingen), zoals bij de eerste christenen plaatsvonden, minder frequent voorkomen. Hij noemt enkele plausibele redenen, maar vergeet mijns inziens het aspect van de frontlinies. Juist omdat wij (en velen in andere delen van de wereld) niet meer in een frontlinie leven, zoals de eerste christengemeenten, is de 'noodzaak' om met tekenen het Evangelie te onderbouwen minder geworden.
8. Mooie gedachten over dit onderwerp zijn te vinden in het boekje Als iemand van jullie ziek is. Hoe christenen elkaar bij ziekte kunnen helpen, van de arts-theoloog Dilwyn Prince (2000).
9. Sommige ziekten hebben wel een relatie met bepaald gedrag: promiscuïteit en seksueel overdraagbare aandoeningen, roken en longkanker.
10. Zie ds. T. Ouwerkerk, De zin van het lijden.
11. Is er zinloos lijden? Het antwoord is afhankelijk van de omschrijving van 'zinloos'. Als we zinloos opvatten als 'dat het God uit de vingers glipt', is er geen zinloos lijden. Alles is aan Gods macht onderworpen. Maar als we zinloos opvatten in de betekenis 'dat wij de zin ervan niet inzien', is er wel zinloos lijden. Een beknopte omschrijving van deze problematiek biedt dr. G. van den Brink, Het probleem van het kwaad. Gedachten over God en het lijden, Apeldoorn 1997. Zie ook de praktische boeken van de zendelinge Elisabeth Elliot.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000
Driestar bundels | 164 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000
Driestar bundels | 164 Pagina's