Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstfeest.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest.

En Hij zal over het huis Jacobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijn Koninkrijk zal geen einde zijn Lukas 1 : 23

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze woorden werden door den engel Gabriël tot Maria gesproken, vertellende hoedanig de Zoon, wiens geboorte hij kwam aankondigen, zijn zou. Eerst deelt de engel mede, dat Hij de Zoon des Allerhoogsten zal genaamd worden en dat de Heere Hem den troon van Zijn vader David zal geven. Daarin wordt derhalve duidelijk verklaard, dat dit kindeke de Messias is, van wien de profeten van ouds hebben gesproken. Hij is de Zoon des menschen, die uit den hemel is, zooals Daniël hem zag, de beloofde Davidszoon, van wien o.a. Jesaia heeft gesproken. De engel zegt het nog eens met de woorden van onzen tekst, waardoor de Messias als de eeuwige Koning wordt geteekend, wiens Koninkrijk niet zal ten onder gaan.
Het uitverkoren geslacht, hetwelk wordt geroepen tot het Koninkrijk wordt hier het huis Jacobs genoemd. Daarin ligt een heenwijzing naar den zegen van Jacob, waardoor deze door Gods genade werd gezet tot een drager van de belofte en een deelgenoot van de eeuwige barmhartigheid, die de profetie van verlossing uit den dood en der belofte des levens over de gevallen wereld deed uitgaan. Over dat welbehagen Gods hebben de profeten van ouds gesproken en een onverbrekelijk verband tusschen 't Oudé- en Nieuwe Testament gelegd, dat ten onrechte en door gebrek aan inzicht door sommigen wordt miskend, die meenen het Evangelie in het Nieuwe Testament te bezitten en het Oude te kunnen missen. Zulk een misvatting kan niet genoegzaam worden bestreden, omdat. haar doorwerking op velerlei manier schade L^engt aan het leven der kerk. Daarbij wordt over het hoofd gezien, dat de Christus zelf telkens weer op de profetiën wijst en gezegd heeft: „Onderzoekt de Schriften, want die zijn het, die van Mij getuigen." Men doet dus aan het Woord van den Christus zelf reeds te kort, als men geen acht geeft op dit getuigenis en op de leiding van den H. Geest, die zich van dat Woord bedient.
Het is ook van belang om de juiste waardeering te ontdekken, welke men aan de kerk van Israël heeft toe te kennen op grond van de waarheid, die door de H. Schrift daaromtrent is geopenbaard. In onze dagen van verwarring kan het blijken, hoe men allerlei verkeerde begrippen omtrent Israël en het Koninkrijk Gods verspreidt. Door sommigen wordt de Israëliet zeer hoog verheven, omdat men aan het aardsche Jodendom nog een toekomst toekent in nationalen zin, welke als het ware een Koninkrijk Gods op aarde zou brengen, terwijl men anderzijds den Jood vervolgt en veracht en zelfs Israëls plaats uit de prediking zou willen uitbannen en den vrijen loop des woords verstoren.
Het een zoowel als het ander is niet juist en houdt meer rekening met menschelijke inzichten en gevoelens dan met het leven van de gemeente der eeuwen. Wanneer door den engel Gabriël dan ook gesproken wordt van het huis Jacobs, is reeds onmiddellijk duidelijk, dat daarmede niet de nakomelingschap van Jacob in natuurlijken zin wordt bedoeld, omdat dit als zoodanig reeds geen eeuwig koninkrijk is.
Toch heeft het woord huis hier wat te zeggen. Daarmede wordt ongetwijfeld een organisch levensverband aangewezen, al is dat niet als bloedverwant schap bedoeld. De apostel Paulus gebruikt het woord huis en spreekt ook van huisgenooten Gods. (Efeze 2), alwaar dit beeld wordt verwisseld met tempel, gebouw, woonstede Gods. Elders wordt gesproken van een stad niet met handen gemaakt. Al deze woorden zien op het werk Gods, die Zijn gemeente vergadert en formeert als een welgefundeerd en onwankelbaar levend geheel, dat, geestelijk van aard, als een wondere schepping van Gods genade in eeuwigheid zijn zal, een heilige tempel in den Heere. Het woord huis legt den nadruk op de geestelijke verwantschap en gemeenschap, die alle ieden daartoe verordineerd en bereid als èèn volk verbindt. Zooals op aarde een huis door bloedverwantschap wordt bepaald en de leden van geslachten en familiën als èèn gemeenschap teekent, zoo geeft dit woord hier dan te kennen, dat de huisgenooten uit èèn geest zijn geboren en alzoo een geestelijk huis vormen.
Daarom ziet het huis Jacobs op die allen, die de belofte der vaderen in Christus deelachtig zijn geworden en zullen worden, waartoe derhalve ook de geroepen heidenen behooren, zooals de H. Schrift duidelijk verklaart. Reeds uit de registers der geslachten kan dat blijken. Inzonderheid uit die omtrent het geslacht Davids. Op die geestelijke verwantschap valt de aandacht als Christus wordt genoemd een eersteling onder vele broederen.
Er is dan ook geen grond om het koningschap vt.n den Messias inzonderheid aan dat aardsche huis van Jacob te verbinden. Wel is dit een Joodsche gedachte, welke reeds door den Heere zelf is bestreden, als Hij zegt: Mijn Koninkrijk is niet van deze aarde. Bovendien kan van geen koninkrijk worden verwacht, dat het in eeuwigheid zal zijn, zoo toch dat koninkrijk door aardsche betrekkingen wordt bepaald. Een koninkrijk, dat in eeuwigheid zal zijn moet van eeuwigen aard zijn, d.w.z. het wezen van zulk een koninkrijk is van geheel andere orde dan deze aardsche vergankelijkheid. Daarom is het Koninkrijk Gods dan ook niet van deze aarde. Hoe zou ook een eeuwig koninkrijk aardsche vormen kunnen aannemen en dat nog wel in een gevallen wereld. Wel kan 't Koninkrijk Gods zich openbaren op deze aarde, gelijk dit ook geschiedt. Wat anders is het wezen der kerk dan een openbaring van het Koninkrijk Gods op aarde?
Het eeuwige Koninkrijk heeft zijn eigene eeuwigheidsvormen en gestalte, zooals ook daaruit blijkt, dat Christus uitermate is verhoogd en werd verheerlijkt en dat de Zijnen aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig zullen zijn.
Wanneer de tekst dus spreekt van den Messias, die over het huis Jacobs koning zal zijn in der eeuwigheid, kan slechts aan het huis Jacobs in zijn eeuwigheidsgestalte worden gedacht, een Koninkrijk niet van deze aarde, hetwelk nochtans door de eeuwen heen onder de menschen wordt geopenbaard.
Ook Simeon spreekt van de vertroosting Israëls, doch hoe weinig de H. Geest hem bepaald heeft tot het huis van Jacob in natuurlijken zin moge daaruit blijken, dat hij profeteert, hoe de Christus wordt gezet tot een val en tot een opstanding veler in Israël. (Lukas 2 : 34), doch niet zonder daaraan te doen voorafgaan: een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.
Het is derhalve duidelijk, dat het huis Jacobs in geestelijken zin een geheel bijzondere grootheid wil aanwijzen, en niet het nationale Jodendom, maar het religieuse Israël op het oog heeft. Het is niet alles Israël, dat Israël genoemd wordt. Jood en Griek worden geroepen tot dat Koninkrijk. Naar de aardsche aikomst zal het een gemengd volk zijn, naar de orde der schepping echter zijn zij allen èèn in Adam, zooals ook Lukas in het geslachtsregister van den Heere Jezus laat uitkomen (Hfdst. 3). Naar de orde van het Koninkrijk Gods zijn zij een nieuw volk geboren uit den H. Geest, als èèn lichaam onder Christus zijn Hoofd. De H. Schrift die betuigt, dat de zaligheid uit de Joden is, omdat de Messias uit het zaad Davids is, noemt het Koninkrijk als het ware Israël, omdat het als geheel in Christus den Koning begrepen is en heet Zijn eeuwigen troon, den troon van David. Als de engel Gabriël Maria de geboorte van den Koning komt aanzeggen, is dat dan ook niet alleen van beteekenis voor de Joden, maar de verkondiging van de allergrootste gebeurtenis in de geschiedenis der gevallen wereld, die door de schaduwen des doods wordt overdekt. Op de allergewichtigste levensvragen, die het hart der volkeren van ouds hebben beroerd en verontrust, komt de hemel een antwoord geven. Nergens is ooit een weg ontdekt ter ontkoming aan de strikken des doods, die ons omvangen, geen wijsheid der wereld is toereikend geweest om in de geheimen yan leven en dood in te dringen en een licht te doen opgaan over den oorsprong en de bestemming van ons leven, waardoor wij zeker zouden wandelen.
Al de arbeid der volkeren is als ijdelheid en zonder hope. Geen mensch zou de geheimenissen van dood en leven ontsluierd en de verborgenheid Gods en der eeuwigheid ontdekt hebben. Het eene geslacht ging en het andere kwam zonder wetenschap vanwaar? en waarheen?
Doch de Heere God heeft van ouds de menschheid niet in onwetendheid gelaten, doch op velerlei wijze aan haar geopenaard, dat Hij leeft en Zijn Raad vervult en den mensch doen aanzeggen, dat Hij geen lust heeft in den dood der goddeloozen. Zijn Woord is uitgegaan in de wereld en heeft getuigenis afgelegd door de profeten, dat Hij, die machtig is uit den dood te verlossen, het ook doen zou, ja dat Hij een machtigen Verlosser zenden zou om de wereld te behouden.
Het is niet allen gegeven Zijn Woord aan te nemen, doch in alle tijden zijn er geweest, die de vertroosting Israëls hebben verwacht en zijn verheugd geweest. En toen de tijd was aangebroken, is Gabriël haastig afgekomen met de aankondiging, dat Hij stond geboren te worden. De Zoon des Allerhoogsten in het vleesch, zich stellende onder het oordeel des doods, opdat Hij de zonde der wereld zou wegnemen en zaligen het volk, dat Hem van den Vader gegeven is.
Te midden van de ellende der tijden, als het wederom zoo klaar werd, dat des menschen arbeid ijdel is en zijn wijsheid de wereld niet kan verlossen, temidden der verwarring, gesticht door de ineenstorting van onze Babels, gaat nog altoos de mare des heils uit door het Evangelie des kruises.
Nog gaat de verkondiging uit van het Licht, dat God de Heere deed opgaan, vermanend en onderrichtend met den roep der bekeering tot Hem, die Koning is in alle eeuwigheid en nog steeds het huis van Jacob vergadert door Zijn Woord en Geest.
De duisternis der aarde, die wordt gedrukt door de oordeelen Gods, wordt verlicht door den luister Zijner genade in den Christus geschonken en er is nog hope, wijl geen zonde en oordeel den Heere des hemels en der aarde in den weg staan om genadig te zijn.
Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 december 1933

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Kerstfeest.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 december 1933

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's