Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duitsch Nationaal-Socialisme en Italiaansch Fascisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duitsch Nationaal-Socialisme en Italiaansch Fascisme

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerkelijke ontwikkeling in Duitschland neemt hoogst bedenkelijke vormen aan, die voor de verwerkelijking der Nat.-Socialistische idealen zeer gevaarlijk kunnen worden. Het ligt voor de hand, dat de revolutie, die dit derde Rijk gebaard heeft, toch haar revolutionair karakter nog niet heeft verloren. Er schuilen uit den aard der zaak in het Duitsche volkslichaam nog grondkrachten en grondgevoelens, die zich met deze, door geweld opgelegde, Nationaal Socialistische heerschappij maar zeer moeilijk verzoenen kunnen. Voor een tijd kunnen deze worden onderdrukt, maar omdat zij niet kunnen worden uitgeroeid, blijven zij als vijandige krachtbronnen een gevaar. Zij dragen de mogelijkheid in zich om zich te openbaren op zeer ongelegen momenten. En juist daarom is het van belang deze met het Nationaal Socialisme nog niet in volkomen harmonie gebrachte bewegingen te assimileeren. En dit zal niet kunnen, noch ook mogen geschieden door gewelddadige middelen, maar door zulk eene aanpassing, dat er ruimte blijft voor eene absoluut onafwijsbare vrijheidsbehoefte. Men hoort af en toe reeds geruchten, dat het er in Duitschland niet geheel pluis is en er onder de oppervlakte meer gist, dan men uitwendig nog kan waarnemen. Maar er zijn toch teekenen, dat er inderdaad heel wat in het verborgene woelt, dat zich openbaart in de rechterlijke vonnissen en de strafgerichten. Wie dit overweegt, dien zal het duidelijk zijn, dat het voor de bestendigheid dezer regeering in Duitschland van belang is, dat zij de kerkelijke kringen op eene geheel andere wijze behandelen gaat dan zij nu schijnt te doen. Zij is bezig zich in de degelijkste kringen der bevolking haarden van verzet te scheppen door le vrije hand te laten aan de dwaze, quasi-geleerde kringen, die coquetteeren met een modern heidendom, dat in den waan verkeert eene cultuurontwikkeling van 20 eeuwen ongedaan te kunnen maken. Het schijnt, dat deze dwazen in de leidende *pheren van het Nationaal Socialisme eene heerschende politie innemen, zoodat zij de vervolgingen decreteeren van wie nog Christen is in historischen zin. Waarop kan dit nu uitloopen, dan op innerlijke vervreemding van het Nationaal socialistische regime bij kringen in het volksleven, die er den hechtsten steun van konden en wilden zijn. Het is te hopen, dat de machthebbers bij tijds zullen inzien, dat deze geweldpolitiek tot een catastrophe kan leiden.
Dit is van belang voor het Duitsche volk zelf in de eerste plaats, maar ook voor het overige Europa en zelfs voor de geheele wereld. Indien toch het Nationaal Socialistisch regime inéénstortte, dan zouden de gevolgen daarvan noodlottig kunnen worden voor allen, omdat er dan weinig anders over zal blijven dan dat ook in Duitschland het bolsjewisme tot de overwinning wordt gebracht. Het zou daarom te wenschen zijn, dat de stem van Mussolini in de kringen der Duitsche regeering werd gehoord.
Als wij dit zeggen, dan beteekent dit niet, dat wij Mussolini's theorie geheel aannemelijk achten, maar wel, dat wij haar voor fascistisch geregeerde landen veel beter achten dan wat er nu door het Duitsche Nationaal Socialisme te zien gegeven wordt. Het ligt voor de hand, dat het Italiaansche volk heel anders bestaat dan het Duitsche en dat het zich daarom gemakkelijker leent voor de toepassing van Mussolini's beschouwing over de verhouding van Kerk en Staat. Het Italiaansche volk, zoover het nog godsdienstig is gebleven, behoort in groote meerderheid tot de Roomsche Kerk en voor zoover het niet of minder godsdienstig gezind is, staat het onverschillig voor wat er op dit gebied gebeurt. Mussolini heeft alleen van doen met de Roomsche Kerk. En daar hij de verhouding tot het Vaticaan heeft gregeld en zich steeds zoo soepel mogelijk tegen over de kerk betoonde, ligt het voor de hand, dat hij betrekkelijk gemakkelijk dit vraagstuk kon oplossen. Die oplossing is natuurlijk niet geheel in overeenstemming met de wenschen van het Vaticaan, maar ook de Roomsche Kerk is soepel, weet zich aan te passen en kan dus gemakkelijk een zekere mate van harmonie bereiken met de fascistische regeering.
In Duitschland staat het vraagstuk echter geheel anders. Het Duitsche volk heeft ongetwijfeld een veel hooger ontwikkelingspeil bereikt dan het Italiaansche. Daarom is het ook kerkelijk geheel anders geconstrueerd dan het Italiaansche en vertoont het geestelijk een veel meer dedifferentieerd aanzien. Het vraagstuk, waarvoor het Nationaal Socialisme staat, is daarom reeds veel moeilijker. Daarbij komt, dat het zelf veel absolutistischer is dan het Italiaansche fascisme. Het verkeert in den waan, dat het in staat moet zijn om in elk opzicht, tot in de uiterste consequentie, het geestelijk leven des volks in zijn eigen Nationaal Socialistischen vorm te gieten om zich te kunnen handhaven. Daarom dreigt het in groote conflicten te geraken, waarvan het de vraag is, of het er op deze wijze zich uit loswikkelen kan.
De groote fout van het Duitsche Nationaal Socialisme, waarvoor het Italiaansche fascisme, dank zij Mussolini's geniale schepping, gevrijwaard bleef, is, dat het de grenzen van de Staatsmacht te ver heeft uitgezet. Mussolini heeft een oog open gehouden voor de onderscheiding tusschen het geestelijke en staatkundige, tusschen wat der maatschappij is en wat aan den staat toekomt. In Duitschland bleef daarvoor het oog te zeer gesloten. Gegeven de hooge ontwikkelingstrap van het Duitsche volk ligt in deze misvatting eene bron van groote gevaren. De historie, waarop Mussolini wijst, levert daarvoor het onwederlegbaar bewijs.
Zeer terecht legt hij nadruk op de tegenstelling daarvan in de bekende en beroemde uitspraak van Cavour, die aanprees de vrije kerk in den vrijen staat. En het is ook juist, dat hij deze beschouwing als onvoldoende afwijst. Het oudliberalisme bracht deze in toepassing en ook ter rechterzijde zijn er heden ten dage, die haar aanprijzen, als zij de meening voordragen, dat de Staat met het geestelijk leven niet van doen mag hebben, zoodat Christus en anti-christ gelijke rechten hebben. Ook hier ligt de waarheid in het midden. Het kan en mag den Staat niet onverschillig zijn, welke geestelijke vorming het volk deelachtig wordt, omdat daarvan zijn eigen toekomst afhangt. De ontkerstening van een volk heeft ten laatste schroomelijke gevolgen ook voor het staatsleven. Er is tusschen den Staat en de geestelijke vorming van het volk eene wisselwerking. Daarom heeft onze Confessie zeer terecht den Staat verplicht, zich als elk ander creatuur te onderwerpen aan Gods souvereiniteit en de gehoorzaamheid aan Zijn Woord en daarmede den Staat aan de zedelijke normen ondergeschikt gemaakt, die hij niet straffeloos kan verwaarloozen. Het is jammer dat Mussolini daarvoor geen oog heeft, ook niet heeft kunnen hebben, omdat hij nimmer het Gereformeerde ideaal, zooals Calvijn dit proclameerde, heeft gekend. Tot het principe van onderwerping aan God en Zijn Woord door Kerk en Staat beide is hij niet gekomen. Hij blijft dus vasthouden aan de onbeperkte suprematie van den Staat ook over de Kerk, al is hij te verstandig, te goed kenner van de geschiedenis en van de menschelijke psychologie om dit practisch verder door te voeren dan voor zijne doeleinden absoluut noodig schijnt.
Daarin staat het Duitsche Nationaal Socialisme achter bij het Italiaansch Fascisme en het zou te wenschen zijn, dat zijne leiders de geschiedenis en de menschelijke psychologie evengoed leerden kennen als Mussolini. Dat zou ook te wenschen zijn voor de vele Nederlanders, voor de N. S. B.-menschen niet alleen, maar zelfs voor tal van antirevolutionairen, die in een ander uiterste vervallen door losbandigheid uit te geven voor Christelijke vrijheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1935

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Duitsch Nationaal-Socialisme en Italiaansch Fascisme

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1935

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's