Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Teekenen der tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Teekenen der tijden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

December en Mei!
Geen twee andere maanden staan zoover van elkander af als deze beide. December de maand van enkel nacht en koude. Mei het getij van licht en blauwende vergezichten. De laatste maand des jaars draagt de sneeuwkroon, de vijfde de bloesemkroon op het hoofd. De eene doet denken aan mist en nevel, de andere wekt de voorstelling van zon en vreugde.

Ook historisch geldt het nu: wat een verschil, December '36 en Mei '37. Engeland beleefde toen een ongewoon feit: de koning trad terug in de schemering van het particuliere leven, hij legde de kroon neder of liever begeerde haar niet op het hoofd te dragen.
Doffe mist en neerslachtigheid hingen vooral boven Londen. De regeering stond een oogenblik verlegen. Baldwin had een zware taak. Met bewogen stem las de eerste minister in het parlement voor wat de afgetreden vorst met potlood op een velletje papier had neergeschreven: „De hertog van York en de koning stonden altijd in de beste verhouding als broeders en de koning vertrouwt, dat zijn broeder de beste medewerking van het geheele rijk zal ontvangen en verdienen."
En de opvolger liet het o.a. aan het parlement weten: „het zal mijn volhardend streven zijn, met Gods hulp, geholpen als ik zal worden door mijn geliefde vrouw, de eer van het rijk op te houden en het geluk mijner volken te bevorderen."
Huiselijk van aard is de nieuwe vorst. Hij raadt het gehuwde leven iedereen aan. Hierin gelijkt hij geheel op zijn vader, wiens naam hij draagt en ook zoo gaarne in den intiemen familiekring vertoefde.
Baldwin getuigde in de laatste woorden van zijn rede aldus: ,,een koning is heengegaan. God zij met hem. Een koning is gekomen. God zegene, beware en leide hem altijd."
Het woord ,,home' heeft voor elk Engelsch oor een zoeten klank, doch zeker niet het minst voor het koninklijke oor van George VI.

Kleine Elisabeth was met haar verkeerde been uit bed gestapt dien morgen. Daarom wenschte zij ditmaal haar gebit niet te laten reinigen. Aan haar eene zijde stond de „nurse" met den tandenborstel gereed, aan de andere eene met den beker water. Doch de kleine was onvermurwbaar.
Totdat de vorstelijke vader op een goede gedachte kwam: „Elisabeth, hoe doet vader als hij spreekoefening doet?" En onbedacht opende de jeugdige stijfhoofdige wijd den mond en riep: „ah". Genoeg tijd en ruimte voor de beide, die gereedstonden om den tandenborstel zijn werk te laten doen.

Het spreken in het openbaar was voor den huidigen koning steeds een groot bezwaar. Ook moest hij tot zijn groot leedwezen afscheid nemen van de marine om gezondheidsredenen. Toch heeft ook deze Engelsche vorst de „reis om de wereld" gemaakt en kent verre landen en volken, waarover hij regeert, uit eigen aanschouwing.
De industrie is het gebied, dat hij goed kent, sportsman is ook hij natuurlijk door geboorte en oefening en onder de jeugd beweegt hij zich gaarne en gemakkelijk.

Den 12en December '36 legde de koning den eed af, dat hij het koningschap aanvaardde. Den 12en Mei zal de eed opnieuw afgelegd worden in de Westminster Abdij. Hier is het heiligdom der koningen en vonden de meeste koningen een plaats. Staande bij de pyramiden, riep Napoleon eertijds zijn soldaten toe: ..gedenkt dat van den top dezer pyramiden veertig eeuwen op u nederzien."
Doch niet minder eerbiedwaardig zijn de stille getuigen, die ook deze kroning zullen bijwonen. Wat al grooten en beroemdheden rusten onder de hooge gewelven van dezen Dom. Zij allen zetten luister bij aan de plechtigheid der kroning. De statige rij der dooden vormen een bloem en den luister van oud-Engeland. Meer dan op welke plaats ook is hier het Engelsche volk vertegenwoordigd om den te kronen vorst te doordringen van de geweldige taak, die op zijn schouders rust.
Ook de stadhouder-koning ligt in deze kathedraal met zijne echtgenoote Marie begraven, schoone herinnering aan Hollands verleden en grootheid, Willem III, kampioen voor de gereformeerde religie.
Ave, pia anima!
Ook Willem met zijne echtgenoote werden in deze kerk gekroond.

In deze Engelsche kroning komt nog steeds sterk het gewijde karakter dezer plechtigheid uit.
De Engelsche vorstenkroon draagt het kruis. Deze kroon met kruis was, toen George V begraven werd, geplaatst op de lijkkist. Door het schokken van het kanon-affuit geraakte het kruis los van de kroon en viel ter aarde. Een in den stoet rijdend luitenant zag het, beurde het kruis eerbiedig op en droeg het verder mede.
Met duizenden edelsteenen, grootere en kleinere, schittert de koningskroon, zwaar om op het hoofd te dragen. Drie kronen brengen de groote macht van den Engelschen koning tot uitdrukking. Bij de kroning voegt zich de zalving op hoofd, borst en de beide handpalmen. De gekroond wordende koning houdt in de rechterhand den scepter met het kruis er op, in de linkerhand den scepter met het embleem der duif. Genade en vrede! De Bijbel wijst op het richtsnoer der regeering, het zwaard op het handhaven der gerechtigheid. De troonzetel bevat den alouden steen (die zoogenaamd Jakob tot steunpunt diende). Op dezen zetel zal een nieuwe koning plaats nemen om, in moeilijke tijden, het uitgebreide Engelsche imperium te besturen. Want gemakkelijk kan men de situatie niet noemen.
Engelsch-Indië roert zich. Ierland blijft halsstarrig. Italië roept de correspondenten terug. Londen en Rome staan meer dan ooit koppig tegenover elkaar. Duitschland is niet minder gramstorig. De pers heeft het gedaan. Het is zeker niet tegen te spreken, dat de pers in verschillende landen dikwijls te scherp en te partijdig tegen Duitschland vooral heeft geschreven. Elk blad bevoordeelt eigen richting. Dat is te begrijpen, doch — grenzen moeten er zijn. Onware berichtverspreiding is steeds te laken. Ook voor Holland moet dit gelden. Als de pers de „koningin der aarde" is, zal het ook hier moeten gelden: noblesse oblige.

Napoleon zou gekroond worden. Op een ezel reed de paus in den kroningsstoet mede door de straten van Parijs. Dit wekte niet weinig de hilariteit der nieuwsgierige Parijzenaars. Doch toen de paus den keizer de kroon wilde opzetten, greep de overmoedige Corsicaan hem snel de kroon uit de hand en plaatste deze zichzelf en Joséphine op het hoofd.
Dit gebeurde ook eenmaal in de Engelsche geschiedenis. Maar de aartsbisschop hield voet bij stuk en gelastte den vorst de kroon weder van het hoofd te zetten. De goddelijke autoriteit bleef gehandhaafd.

Toen Richard Leeuwenhart werd gekroond, had bij deze gelegenheid een groote slachting onder de Joden, vooral te Londen, plaats. Ook Engeland heeft zijn Jodenvervolging gekend.
Cromwell heeft de Joden getolereerd. Maar Cromwell liet de regalia (kronen, etc.) omsmelten en gebruikte het goud voor andere doeleinden.
Daarover zijn, vooral de Roomsche Engelschen nog steeds woedend. Cromwell stond op het standpunt: het moet van binnen zitten. Het echte goud moet in de ziel schuilen.
Een zware taak wacht Albion's koning.
Zijn voorganger, thans hertog van Windsor, stapte in zijn auto. Enkele „roode" jonge mannen stonden te kijken. Ze wisten niet wie de eigenaar van de auto was. Toen Edward instapte, zei de een tot den ander: „dat is zeker weer een van die rijke leegloopers." En zich tot de beide mannen omkeerende, riep Edward onder het wegrijden: „wel rijk, doch voor den duivel geen leeglooper."

Dit is zeker wel waar. „There is work for all to do." Veel werk vooral voor den eersten man in Engeland.
Koningen gaan. Koningen komen. Koningen blijven.
Al heeft Frankrijk hen verjaagd, Spanje hen niet geduld op zijn walvischrug, al heeft Rusland hen vermoord en verbrand, al heeft Polen geen gekroond hoofd meer, al zijn en zuchten nog zoovele verdreven vorsten in ballingschap.
Koningen keeren weder, vroeg of laat. Voor gesmolten kronen komen nieuwe in de plaats.
Maar ongekroonde koningen zijn vaak beter dan de gekroonde. De Prediker zag ook dit kwaad geschieden onder de zon: Koningen te voet, knechten te paard.

En Pinksteren spreekt van de gloeiende, glanzende vuurkroon des Geestes, die schittert op het hoofd der door de wereld niet-gekroonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1937

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Teekenen der tijden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1937

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's