Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redacteur!
Beleefd verzoek ik U voor onderstaande regels een bescheiden plaatsje in het Geref. Weekblad.
Naar aanleiding van een ingezonden stukje in het dagblad „De Banier" van Dinsdag 11 Mei j.1. uit de pen van C. S. te L., gevoel ik mij verplicht een enkele opmerking te maken. Genoemde inzender schijnt blijkbaar erg gebelgd te zijn op Prof. H. Visscher, naar aanleiding van de samenspraak tusschen Vader a Brakel en Ds. Kersten. In de eerste plaats is het zeker, dat die meneer C. S. de bedoeling van die samenspraak geheel niet begrijpt, of niet wil begrijpen. 2e. Hoe die inzender durft te schrijven over smalend schrijven omtrent den persoon van Ds. Kersten door Prof. Visscher, is mij heelemaal een raadsel. Ik wil opmerken, dat die meneer C. S. niet Hervormd is of hij verstaat zijn roeping als Hervormde heelemaal niet; want al wie meewerken om de S.G.P. op de been te helpen of te houden, zijn afbrekers van de Herv. Geref. gezindheid. Weet U, meneer C. S., wel, dat de B a ni e r (en dat weet U zeker) kortgeleden zeer smalend heeft afgegeven op het G e r e f . W e e k b l a d met deze woorden: het zoogenaamde Geref. Weekblad!!! Daarmede wordt niet alleen Prof. Visscher getroffen, maar bovendien ook Ds. I. Kievit en anderen, ja, in den grond der zaak alle Geref. Hervormden. Kan het erger? Meent U, meneer C. S., misschien, dat alleen de S.G.P.-ers Gereformeerd zijn? Wat een enge gedachte, wat zult U op die manier een eng leven hebben! Het getuigt, dat ge geen breede blik hebt, noch in de Heilige Schrift, noch in de werken van Calvijn en andere voorvaders.
Ik vind U ook erg kinderachtig als U schrijft: als aan zulk een smalend schrijven geen einde komt, dat U dan geen medelezer van het G e r e f. W e e k b l a d meer wilt zijn. Nu meneer, dan had ik, die zelf de B a n i e r dagelijks lees, allang moeten passen, want wat in de B a n i e r wordt uitgekraaid, vooral in verkiezingstijden, dat loopt de spuigaten uit. Dag aan dag worden er oude koeien uit de sloot gehaald en moet het dan deze, dan die partij gelden. Ik denk altijd maar zoo: de pot verwijt den ketel, dat hij zwart ziet. Ik zou zeggen, meneer C. S., bedank als lezer van het G e r e f . W e e k b l a d , dan behoeft U zich niet meer te ergeren aan het ,,onophoudelijk smalend" schrijven van Prof. Visscher.
Tevens wil ik alle Herv. Gereformeerden waarschuwen geen gehoor te geven aan het zoet gefluit van de S.G.P., maar op 26 Mei e.k. als één man hun stem uit te brengen op No. 1 V A N DE LIJST DER CHR. NAT. ACTIE, Prof. H. VISSCHER.
Met dank voor de plaatsing, Uw abonné,
Kampen, 14 Mei 1937. C. VAN DIEREN.

Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij eenige plaatsruimte in Uw blad. Bij voorbaat dank.
Verkiezingsbrochures van Ds. Kersten en Duymaer van Twist.
Wij leven in verkiezingstijd en worden overladen door propagandalectuur. Veel van die lectuur blijft ongelezen. Een dezer dagen echter ontving ik twee brochures, die ik met belangstelling heb gelezen. Een brochure van tamelijken omvang (32 blz.) van Ds. Kersten, Ds. Zandt en v. Dis over Godsdienstvrijheid, trok mijn bijzondere aandacht. Hoewel ik er niet aan denk deze brochure stuk voor stuk te behandelen, wil ik toch e«kele indrukken weergeven.
In de eerste plaats de algemeene indruk. Deze geheele brochure staat niet in het teeken van de ware godsvrucht, die altijd zichzelve betrekt in de oorzaken van de oordeelen Gods. Wanneer b.v. Jeremia klaagt over de zonden en afval van het volk van Israël, dan zegt hij niet alleen deze koning of die overste of die leidsman zijn de oorzaken van den afval van mijn volk, maar dan spreekt deze Godsgezant over wij, zooals b.v. in Klaagliederen 3 : 39~42. Wat klaagt dan een levend mensch. Een ieder klage vanwege zijne zonden. Laat ons onze wegen onderzoeken en laat ons wederkeeren tot den Heere. Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders onze handen tot God in den hemel, zeggende: Wij hebben overtreden en wij zijn wederspannig geweest, daarom hebt Gij niet verschoond.
Ziet ge, deze toon vind ik in de geheele brochure van Ds. Kersten niet. Wel zijn anderen de oorzaak van het verval (Dr. Colijn, Dr. Kuyper en ook Prof. Visscher) en — Ds. Kersten constateert enkel maar. Het is alsof men tusschen de regels door kan lezen: Ik dank U, Heere, dat ik niet ben gelijk die andere menschen. Het geheel riekt althans zeer sterk naar eigengerechtigheid.
2. Ds. Kersten noemt het grootspraak van Dr. Visscher, wanneer hij de veronderstelling uitspreekt, dat de S.G.P. aan de C.N.A. mogelijk 40.000 stemmen zal leveren. Prof. Visscher geeft dan blijk van een hoogen dunk van zichzelf, maar wat denkt U, geachte lezer, van de grootspraak van Ds. Kersten, die de mogelijkheid bespreekt, dat Dr. Leemans zal worden gekozen. Dr. Leemans is No. 6 op de lijst en voor zijne verkiezing zullen 120.000 stemmen meer noodig zijn, dan de vorige keer op de lijst van Ds. Kersten zijn uitgebracht. Dat is echter geen grootspraak en geen hooge dunk van zichzelf, wat dat betreft, Ds. Kersten?
Ds. Kersten schrijft, dat de S.G.P. de belangen van de Herv. Kerk behartigt meer dan Prof. Visscher dat ooit zou willen doen. Men moet toch wel blind zijn, wanneer men dat nog zou gelooven. Wanneer dat waar was, dan zou Ds. Kersten niet buiten, maar in de Herv. Kerk voor de belangen van deze Kerk strijden en niet ernaast zijn eigen kerkje stichten en daarmede de Herv. Kerk afbreken. Dan zou Ds. Kersten zeker niet in plaatsen, waar nog een Geref. waarheid verkondigd wordt in de Herv. Kerk, bij voorkeur zijn gemeente stichten. Dan zou hij zijn arbeidsveld veel meer zoeken in moderne plaatsen in Noord-Holland en Groningen b.v. Neen, geachte lezer, Ds. Kersten bouwt alleen aan zijn eigen kerk en dan liefst via de politiek.
3. Dat het uitroeien van alle afgoderij en valschen godsdienst niet zou leiden tot vervolging, is dwaasheid. Daarin staat Ds. Kersten dicht bij de opvattingen van de Roomsche overheid in de middeleeuwen. Het eene is nu eenmaal een gevolg van het andere. Wanneer het uitroeien niet mogelijk zou blijken met zachten drang, dan volgt het zwaard, want de overheid draagt het zwaard niet te vergeefs, en anders zou toch het prestige te loor gaan.
Hoe denkt Ds. Kersten zijn opvattingen omtrent Art. 36 uit te voeren met zijn drie zetels? Door dictatuur? Ik acht het onvruchtbaar gedoe om in dezen tijd, waarin de onmogelijkheid zoo klaar is als de dag, de samenwerking tusschen geestverwanten te laten stranden op een ideaal, dat toch niet voor verwezenlijking vatbaar is, afgezien nog of Ds. Kerstens opvattingen de toets van Gods Woord kunnen doorstaan. Daarvoor zou nog tijd genoeg zijn voor nadere bespreking en onderzoek, wanneer zich daarvoor de mogelijkheid onder Gods leiding zou voordoen in een niet in naam, maar in wezen Christelijken staat.
Hoe komt het toch, dat Ds. Kersten zijn ideeën betreffende het uitroeien van allen valschen Godsdienst en zijn strijd tegen afgoderij niet voert in de Brabantsche en Limburgsche gewesten door middel van Evangelisatie? Of acht Ds. Kersten het zwaard der Overheid sterker dan het zwaard des Geestes? Daartoe heeft hij nu de gave en de macht.
Woorden en daden zijn echter niet altijd hetzelfde. Wie herinnert zich niet de geweldige redevoeringen van Ds. Kersten tegen vrouwenkiesrecht en verzekeringswetten. En diezelfde Ds. Kersten heeft nu een betrekking, waaraan pensioenfonds is verbonden en over vrouwenkiesrecht hoort men niets meer. Ik denk, dat Ds. Kersten niet graag zou willen dat alle Kerstenvrouwen thuis bleven. Dat zou wel eens een zetel kunnen schelen of nog meer. Wanneer eigen belang of de dubbeltjes in het gedrang komen, dan wijken soms de beginselen.
Verder ga ik op deze brochure niet in. Ik laat de zakelijke beantwoording over aan Prof. Visscher, tegen wien deze brochure is gericht. Mijn doel was slechts om enkele gedachten weer te geven.
De tweede brochure is van Duymaer van Twist. Deze betoogt, dat Prof. Visscher voor enkele jaren nog A.R. was en zich als zoodanig gedroeg Ook in zijn redevoeringen tegenover andersdenkenden. Ik zou zou zeggen, men kan Prof. Visscher geen grooter lof toebrengen, dan te beweren, dat, wanneer hij zich geeft, hij zich ook geheel geeft. Wanneer hij nu eens als A.R. Kamerlid tegenover buitenstaanders zich had gedragen als niet A.R., wat zou onze generaal dan geschreven hebben?
Dr. Visscher was echter ook in die dagen niet blind voor de beginselverzaking, maar zoolang hij A.R. is gebleven, heeft hij dat uitgestreden in de boezem van de A.R. partij. Dat hij al jaren heeft gestreden vóór terugkeer tot de beginselen van Groen moge blijken uit zijn brochure: Grijpt als 't rijpt (1905) en Na eer en Staat (1912) en andere. Deze geschriften zijn voor enkele stuivers te koop. De laatste 4 jaren hebben Prof. Visscher echter overtuigd, dat terugkeer tot de beginselen van Groen van de A.R. niet met eenigen grond meer kon worden verwacht, daar zij geheel in liberale wateren is verzeild geraakt, wat ook blijkt uit de groote advertenties in de liberale pers met als gevleugeld woord: Geef ons naast Colijn meer liberalen.
Tot welk een laag peil verkiezingsijver kan voeren, blijkt wel uit deze brochure, die door scheeve voorstelling van zaken gaat verwijten, dat Prof. Visscher, zoolang hij nog meende eenigen invloed ten goede te kunnen uitoefenen, zijn plicht heeft gedaan, zij het dan onder moeilijke omstandigheden. Toen hij overtuigd was, dat de beginselloosheid zeer snel toenam en de A.R. alleen met de schijn van christelijkheid tevreden was, stond het voor hem vast, dat geen christen daar meer thuisbehoort. Ook thans nog verklaart hij, dat Ds. Kersten zich wel eens op Gods Woord beroept zonder grond.
Is Prof. Visscher dan volmaakt? Weineen. Hij is een man vol zondige gebreken, gelijk wij allen en ik weet zeker, dat hij onderschrijft, wat ge hierboven kunt lezen. Wij hebben overtreden en wij zijn wederspannig geweest, daarom hebt Gij niet gespaard, maar dan volgt ook: Laat ons wederkeeren tot den Heere. Dat heeft de eigengerechtige mensch niet noodig. Wij moeten echter niet zien naar dezen of genen zondigen mensch, maar wij moeten leeren vragen: wat eischt God in Zijn Woord van ons ook in het openbare leven? Het gaat niet om Prof. Visscher of om eenig ander mensch, maar om de eeuwige beginselen.
U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsruimte,
B. Z.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 mei 1937

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 mei 1937

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's