Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Na den slag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na den slag

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het resultaat dezer verkiezing is, zooals in het algemeen op grond der omstandigheden, waaronder wij thans verkeeren, kon worden verwacht. Rome en de geheele linkerzijde boeken een groote stemmenwinst. Tot die linkerzijde rekenen wij ook de A.R. Zij hield op eene rechtsche partij te zijn. Op een klein gedeelte na slurpte zij de geheele liberale partij op. Er komt een tijd, waarop zich dit zal wreken. De A.R. beginselen dezer partij zijn afgestorven van de eeuwige beginselen naar den Woorde Gods. Daarom deelt de A.R. in de opschuiving naar links. Onder de luide toejuiching der liberale „captains of industry", heeft het oude liberalisme, dat Groen van Prinsterer en Kuyper hun levenlang vloekte, den cijns betaald aan deze nieuwe liberale partij, die zich nog siert met de oude vaandelspreuk der A.R. De liberalen snoven de fijne geuren hunner beginselen, die uit de A.R. braadpan opstegen en hun honger naar het liberale wildbraad, op deze oude schotels geserveerd, prikkelde. Wel bekome het hun! Roomsch en Rood kunnen de maat aangeven. Laat ons zien of er in dezen met geweldige reclame verkregen uitslag een zegen ligt.
Eén ding staat vast: een overwinning van de beginselen van Gods Woord bracht deze strijd niet. Wie, als schrijver dezes de groote electorale veldslagen van voorheen, onder Kuyper's geniale leiding heeft meegemaakt, zich herinnert, hoe er dan een stroom van gal en alsem werd uitgegoten, hoe ons volk in de binnenkameren den Heere smeekte om de daden van Zijnen Heiligen Geest, die het mocht leiden tot de paden der Waarheid en dit sobere strijden, dat vaak ook lijden was, vergelijkt met wat ons deze dagen te zien gaven, dien is het duidelijk, hoe geheel anders de tijd en de strijd geworden is. Ontgeestelijkt is het al en de gelijkschakeling met de linkerzijde bracht een materialisme tot invloed, waarop het Marxisme zou kunnen wijzen als op een symptoom zijner materialistische geschiedbeschouwing.
Ik kan het begrijpen, dat Mr. de Wilde zoo blij is, dat de C.N.A. er niet haar man kon brengen. De sprake der consciëntie klinkt niet aangenaam, maar als hij ziet naar gebieden, waar ik met wijlen zijn vader, die nog van den ouden stempel was, geworsteld heb om de volksziel, dan zal hij er ontdekken, waar de A.R., als eenige wijziging in de tijdsomstandigheden intreedt, nauwlijks meer een voet aan den grond krijgt. Ook de S t a n d a a r d is buiten zichzelven van vreugde. Dit blad, sinds Kuyper's heengaan verloopen tot een ijle schim van hetgeen het in den glorietijd was, heeft de langzame metamorphose met de A.R. meegemaakt. Welk een decadentie op elk gebied! Langzaam nadert de tijd, waarop de geheele partij zal zijn opgesoupeerd. Zij teert nu op wat liberalisme en Oxford bekeerlingen boden, zoo lang tot er iets nieuws komt. Hare leiding heeft na Kuyper nooit inzicht getoond in de werkelijkheid en onder den druk der vreugde over deze liberale triumphen, die met Gods Woord niets te maken hebben, doch slechts te danken zijn aan het liberalistisch verworden, dat met de scheiding van na 1892 saamhangt, blijken deze kringen geheel verblind. Zij roepen als de Joden in de dagen van Jeremia: „Wij zijn wijs en de Wet des Heeren is bij ons." Maar God zeide: „Ziet, zij hebben den Heere verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben?" Zij verwijten ons nu, dat wij verdeeldheid willen zaaien, hoewel wij niet anders deden dan hen terugroepen tot de beginselen der Vaderen, waarvan de A.R. algeheel is afgeweken. W i j wisten wel, dat ons daarvoor smaad en hoon wachtten. De vijandschap tegen Gods Woord en volk is ons sinds vele jaren niet onbekend. W i j hebben wel geleerd, waarom de Psalmist bad: „Doe mij recht, o God! en twist Gij mijne twistzaak. Bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts." En daarom leggen wij het rustig naast ons neer. Het glijdt over ons heen, in de zekerheid, dat de Heere de God Zijns Woords is. Let op het einde van alle deze; dingen. Doch zij mogen het reeds nu weten, dat wij niet zullen zwijgen, maar zullen blijven roepen en ons volk zullen blijven voorhouden de woorden Gods en de beginselen der Vaderen, die de hedendaagsche A.R. heeft verworpen, zooals de „gereformeerde" kerk deze verworpen heeft. Doch zie hier de woorden van D e S t a n d a a r d :

Niet minder verheugend is de totale mislukking van het pogen der Christ. Nat. Actie, om de versplintering der protestantsch-christelijke partijen in de Volksvertegenwoordiging nog te doen toenemen. Zij bracht het niet veel verder dan de helft van den kiesdeeler. Wij hopen, dat deze mislukking een ernstige les zal zijn en dat daaruit de juiste conclusie zal worden getrokken. Versplintering, nog meer: verder gaande versplintering, beteekent alleen schade voor den invloed van het positieve protestantisme op politiek terrein.
De val van den ,.Vrijheidsbond" is al niet minder een sprekend feit, waarover wij niet kunnen treuren. Ons volk heeft klaar afwijzend geantwoord op de leuze: „zet meer liberalen naast Colijn". Het antwoord daarop is, dat hun aantal zetels daalt van zeven op vier. Deze Bond kan alleen nog hopen op herstel, als hij werkelijk een eigen principieele politiek gaat voeren, en ophoudt te steunen of te speculeeren op anderen, dan wel anderen wederrechtelijk tot zich te trekken.

Wat blijkt daar nu uit? Dat het blad absoluut niets begrijpt van den toestand, waarin ons volk verkeert. Inderdaad, wij bereikten de helft van den kiesdeeler. Wij hebben geen oogenblik eene schitterende overwinning verwacht, want wij stonden zonder organisatie, hebben nauwlijks een paar maanden kunnen werken. En onze Hervormd Gereformeerde menschen werkten geheel spontaan, zonder eenig vast verband, zonder geld en zonder middelen, met een energie des geloofs, waarvoor eerbied heeft, wie weet onder welke moeilijke omstandigheden zij stonden. Eigenlijk hebben slechts een paar mannen zonder vast verband het volk opgeroepen. Zij beschikten niet over de vele duizenden, waarvoor men arbeiders huren kan, betaalden met hun persoon en zelfs vaak met hun geld. En als wij dan opmerken, dat het in zulk een korten tijd, met. zoo beperkte middelen, onder de buitengewone ongunstige omstandigheden, die het gevolg waren van een schijn van opleving, die er gekomen is niet door, maar ondanks het politiek beleid der regeering, dan verbazen wij ons, dat in allerlei deelen van het land meer dan 20.000 menschen naar ons woord hebben geluisterd. Ach ja, de waarborgsom is verloren. Mr. de Wilde en Ds. Kersten vinden dit samen mooi. Zij hopen er op hun belastingbillet eene groote verlichting van te krijgen. Ik zeide voorheen: „God is de bankier der armen." De Heeren vergissen zich. Voor ons is het eene les, die ons leeren kan te organiseeren. Gij zult ons na dezen wederom op het slagveld zien in misschien heel andere omstandigheden als de liberale taart op is en het volk weder om de beginselen van Gods Woord vragen gaat, wanneer de nood klemt. Neen. de Heeren zijn niet met ons klaar. Het begin is er pas. De kiem is gelegd. De Heere moge den wasdom geven.
D e S t a n d a a r d vergist zich. W i j zullen van heden af met kracht aan onze organisatie werken, niet om versplintering te maken, maar om tot eenheid op te roepen op de basis van het „positieve" historische Gereformeerde Protestantisme, waarvan de A.R. niet alleen, maar de gescheiden kerk, die haar draagt, allang en reeds zeer ver zijn afgegleden.
Het liberalisme van den Heer Colijn biedt de verklaring van dezen grooten vloed van liberale stemmen. Daarom is het voor de enkele Heeren, die de Vrijheidsbond overhield, wel bijzonder sneu te moeten hooren, dat nu D e S t a n d a a rd over den val van het liberalisme niet treurt. Hoe zou dat ook mogelijk zijn, wijl liberalen van Colijn's liberalisme diep doordrongen, zich lieten opslurpen door deze nieuwbakken liberale antirevolutionaire partij. En aan dien liberalen Bond wordt dan waarlijk nog verweten, dat die principieele liberale politiek moet gaan voeren! Het is te verwachten, dat dit gebeurt. Zij zullen die principieele liberale politiek voeren door in deze liberale A.R. op te gaan, want die is immers principieel zoo liberaal mogelijk. Ik kan mij voorstellen, dat de Vrijheidsbond, als zij deze hymne van D e S t a n d a a rd beluistert, wel zoo zoetzuur zal lachen, als galgenhumor lachen doet.
Wat nu de nederlaag der S.G.P. aangaat, de cijfers leeren op vele plaatsen, dat hare verliezen volstrekt niet alleen aan de C.N.A. te danken zijn. W i e nauwkeurig het beloop der stemmen-cijfers nagaat, dien wordt het duidelijk, dat als er nog van schade dezerzijds sprake is, de oorzaak daarvan ligt in den afkeer, die gewekt werd door het alle grenzen der welvoegelijkheid en de eischen van Gods Woord overschrijdende, woeden dezer Broederen. En daarmede gaan zij nu nog voort uit vrees, dat onze nauwlijks begonnen organisatie zal worden opgebouwd. Zij razen nog over „godsdienstvrijheid", als ware het een vraagstuk van actueel belang en roepen nog om de placcaten uit de 18e eeuw, als konden wij er onder deze Grondwet mede werken! Indien er één ding duidelijk gebleken is, dan zeker de volstrekte onvruchtbaarheid van de geheele politiek der S.G.P. Haar politieke gezichtskring is volkomen afgesneden van de werkelijkheid. En als deze Broederen op deze wijze doorgaan, zijn zij, dat heeft de ervaring nu reeds bij elke verkiezing geleerd, aan de grenzen van het aantal, dat zij kunnen bereiken. De S.G.P. beschikt over een dagblad, over een reeds jaren bestaande organisatie, gesteund door een steeds vermeerderend aantal kleine afgescheiden gemeenten en toch neemt haar stemmenaantal niet toe. Het blijft schommelen om een getal, dat wijst op de grootte van de groep, die, ook al zijn er nog menschen onder, die Hervormd bleven, toch wezenlijk met de Herv. Kerk heeft gebroken. Ondanks de vele voordeelen, die aan de S.G.P. door alle deze dingen toekomen, beschikt zij over een wankelend getal meeloopers. Waar die gebleven zijn bij deze stemming, is niet geheel duidelijk. Een zeer klein percentage volgde de C.N.A. De rest van hare verloren stemmen zal wel bij de A.R. of bij de andere liberalen zijn teruggekeerd.
Zoo langzamerhand zal het den menschen wel duidelijk worden, dat met de eischen, die in 1737 recht zouden hebben gehad, men in 1937 moeilijk kan werken. En het zal nu wel blijken, hoe de S.G.P. de godsdienstvrijheid onderdrukken kan en thans Roomsche kerken gesloten en de mis verboden zal worden op voorstel dezer Heeren. Het doet ons leed, maar wij kunnen niet inzien, dat de politiek der S.G.P. tot iets anders kan leiden dan tot ijdele woorden, die wezenlijk zonder vrucht blijven.
Zij schijnen te zullen voortgaan met de minderwaardige verkiezingstonen, die zij lieten hooren, met hunne verdachtmakingen en scheldwoorden, in stede van den Naam des Heeren aan te roepen en zich te verootmoedigen over de verdeeldheid van Gods volk. D e ervaring zal leeren, dat zij op deze wijze de nederlaag voortzetten.
Het lot der H.G.S. is tevens beslecht. Een oogenblik dachten hare leiders er aan met de C.N.A. zich te vereenigen. Nog voordat wij samen hadden gesproken, hadden zij de teerling reeds geworpen. Indien zij contact aanvaard hadden, zou waarschijnlijk Ds. Lingbeek's zetel behouden zijn.
De donkerheid der tijden maant met nadruk, dat de belijders van Gods Naam zich op hunne hereeniging bezinnen. Zonder deze zal het Christelijk beginsel uit de politieke ontwikkeling van ons volk verdwijnen. Er is ook met deze cijfers voor oogen geen reden tot ontmoediging. Wij hebben aan den eisch onzer Herv. Gereformeerde mannen voldaan en ons het offer eener candidaat-stelling getroost. Dat wij geen zetel verkregen hebben, bedroeft ons persoonlijk allerminst.
Dat onder uiterst ongunstige omstandigheden, zonder organisatie, alleen bij oproep van enkelen, meer dan 20.000 Herv. Gereformeerden hunne stemmen ons gaven, leert, dat er in tal van gemeenten kernen zijn, die voor den uitbouw eener organisatie vruchtbare kiemen wezen kunnen. Het zal nu zaak zijn onze Hervormde Gereformeerden tot aaneensluiting en opklaring tè brengen. Broeders, weest niet ontmoedigd! Er waren in Israël nog slechts zevenduizend, die de knie voor Baal niet bogen. Onze twintig duizend stemmers mogen Jeremia's woord beluisteren: ,,De oogst is voorbij gegaan, de zomer is ten einde; nog zijn wij niet verlost." Ja, denkt aan zijne klacht over de breuke der dochter mijns volks, laat de vraag ons op het hart gebonden worden: „Waarom is de gezondheid der dochter mijns volks niet gerezen?" Dan zal zij ons brengen voor des Heeren aangezicht!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Na den slag

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's