Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De sprake des bloeds I.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De sprake des bloeds I.

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 4 vs. 10b. Daar is eene stem van het bloed uws broeders, dat tot Mij roept van den aardbodem. Hebreen 12 vs. 24b. en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.

Laten wij samen overdenken hetgeen in de beide, voor u afgedrukte, texten door den Heiligen Geest ons wordt geleerd. Hij leide ons in in de waarheid tot eere Zijns naams.
Gij kent de geschiedenis van den eersten broedermoord, die ik slechts met een enkel woord in herinnering roep om het verband te bepalen, waarin Genesis 4 staat tot het gezegde in Hebreën 12. Dacht Eva bij de geboorte van haar eerstgeborene, dat deze wel het beloofde zaad kon zijn, zoodat zij zeide: Ik heb een man van den Heere verkregen, zij werd weldra bitter teleurgesteld. Zoo gaat het altijd als wij eigen uitlegging volgen van hetgeen de Heere beloofde. Zeker was haar een zaad der belofte toegezegd, waaruit in de lijn van verre geslachten de Christus zou geboren worden, maar de Heere had niet beloofd, dat déze zoon de drager van de belofte des paradijses zou zijn. Bij het opgroeien blijkt een groot verschil niet slechts in karakter tusschen Kain en den volgenden zoon Abel, maar er openbaart zich een onderscheid in wezen, dat niet uit de natuur kon worden verklaard. De Heere had in het hart van Abel het zaad des levens gestrooid, zeker wel door middel van Adam en Eva, die beiden de belofte Gods hadden omhelsd. Hij bleek een zoon, die een anderen naam moest dragen dan Eva hem gaf, omdat hij een verkorene ten leven was. Zij had hem Abel genoemd, om de teleurstelling en de ijdelheid des levens aan te duiden.
Toen beiden groot waren geworden, brachten zij den Heere een offer, maar de Heere zag Abel en zijn offer aan, doch Kain en zijn offer zag Hij niet aan. Abel behaagde den Heere omdat hij geloofde in het groote offer, dat gebracht zou worden in de volheid des tijds. Zie hem staan bij het opgeworpen altaar van aarde, waarop hij het lam offerde den Heere tot een liefelijken reuk. Kain wordt gewaar, dat zijn offer den Heere niet aangenaam is en daarom wordt hij verbitterd op Abel in plaats van verootmoedigd voor God. Hij zoekt gelegenheid om zijn broeder in de eenzaamheid te ontmoeten en hij vergrijpt zich aan zijn leven. Daar stroomt het bloed van Abel en drenkt den bodem, dicht bij den hof, waar het eerste menschenpaar uit was verdreven. De dood doet zijn intrede in het leven door broedermoord, wel de meest verschrikkelijke vorm, waarin de eersteling der menschenkinderen kon vallen. Wanneer de Heere nu Kain ter verantwoording roept, zegt hij brutaal: ben ik mijns broeders hoeder?
Zal het bloed van zijn broeder niet ontstellend hebben gewerkt? Dierenbloed kenden ze, op last des Heeren zelf vergoten toen hij onze eerste voorouders rokken van vellen aantoog. Maar nu wordt menschenbloed vergoten. Wel een bewijs, hoe diep de zonde Kain had ontaard, dat hij zelfs zich niet ontziet menschenbloed en menschenleven aan te randen. De zonde maakt ons wreed. Hunne voeten zijn snel om bloed te vergieten en den weg des vredes hebben zij niet gekend, zegt de apostel Paulus in zijn aangrijpende en diep ingrijpende teekening van ons gevallen menschengeslacht. Een beelddrager Gods heeft Kain gedood en dan nog wel een van zijn naaste verwanten. Hij bleek zelfs te zijn zonder natuurlijke liefde, die de Heere in Zijn algemeene genade nog bewaart onder de menschen. Juist de laatste dagen zullen gebrek aan natuurlijke liefde op, voor ons, ongekende wijze laten zien. Het beest in den mensch zal zich openbaren zooals nooit te voren in dien omvang en vorm is geschied. Een broedermoordenaar geworden! De zonde, het bederf onzer natuur heeft ons innerlijke wezen verwoest. Gij zijt uit den vader den duivel en wilt zijne begeerten doen, die was een menschenmoorder van den beginne.
Dooden was eene nieuwe misdaad onder de menschen. De zonde wil zich voleindigen. Zullen Adam en Eva niet stijf van verschrikking hebben gestaan bij het lijk van hun beminden zoon, in wien de Heere hun een zaad des levens had geschonken? Zal de hemel Kain niet verdelgen en de aarde zich opsplijten om hem levend ter helle te doen varen? Gij weet wat de Heere deed met Kain en hem nog in het leven spaarde, omdat Hij hem eene taak had toegedacht in het menschheidsleven. Hij was dolende op de aarde en de Heere stelde een teeken aan Kain.
Abels bloed dringt in de aarde en droogt op. Is het hiermee uit? Neen, neen, ook opgedroogd bloed blijft eene sprake geven, die doordringt tot Gods troonzaal. Ook wat niet gezien wordt kan spreken. Daar is eene stem des bloeds uws broeders, dat tot Mij roept van den aardbodem. Er was geen opsporingsdienst noodig om den doodslager te vinden. God spreekt en Kains daad kan niet ongedaan worden gemaakt.
God zelf brengt Kain onder het oog, wat hij heeft misdaan; zegt hem, dat hij een doodslager is, dubbel onder het oordeel des doods. Al zou het bloed hebben gezwegen na zijn daad in zijn geweten, het spreekt tot den hemel. Het roept tot God om wraak en vergelding. Feitelijk doet dit elke zonde. Het geroep van Gods wederpartijders klimt op tot God. W i e bij ontdekkend Geesteslicht de stem zijner zonde roepende om wraak, moet hooren, ziet den hemel dreigend zwart worden van wolken des toorns en het licht beschijnt hem met weerzin. Ik heb gedaan wat kwaad was in Uwe heilige oogen, dies ben ik, Heere, Uwe gramschap dubbel waardig.
Lezer, als toch deroep uwer zonden eens wederkeert in goddelijke vergelding, wat dan? Als het oordeel haast wederkeert tot gerechtigheid, hebben wij niets anders te verwachten dan ondergang en verderf. En wij kunnen dien prijs der ziel, dat rantsoen, aan God in tijd noch eeuwigheid voldoen. Zijn oordeel kan niet dan vreeselijk wezen. Hij zal met vlammend vuur wrake doen over degenen, die God niet kennen. M a a r . . . daar is vergeving in het bloed van Christus, dat betere dingen spreekt dan Abel.
De broedermoordenaar wordt vervloekt. De bodem zal hem geen vrucht meer geven, ondanks ingespannen arbeid, indien de Heere Zijn lankmoedigheid niet openbaart. Die bodem is geheel van Kain vervreemd. Kain wordt een zwerver om nooit rust te vinden.
Doch ga nu mede naar den heuvel van Golgotha. Daar wordt de Zone Gods vermoord door zijn eigen familie, wiens vleesch en bloed Hij had aangenomen. Maar wij denken niet minder aan het bloed in den hof van Gethsemané, dat de Vader zelf Zijnen Zoon, Zijnen Eenige, ontperste door den last van Zijn toorn op zijn ziel te doen drukken. Daar drupte bloed op de aarde. Farizeën en Schriftgeleerden gingen heen en dachten: van dat bloed gaat geen sprake meer uit. Het is gedaan met den gehaten Nazarener. Maar de kreet, de helsche kreet: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen, was reeds opgeklommen ten hemel en genoteerd in de boeken Gods. Vergeet niet, dat ook het bloed van Christus niet stom is ter wrake. W e e den mensch, die het vertreedt. V a n welken gij nu verraders en moordenaars geworden zijt. Abels bloed was bloot menschenbloed, aan het kruis vloeit het bloed, het leven van den Zone Gods.
Van dit bloed nu spreekt de apostel, dat het betere dingen spreekt dan Abel.
We gaan spreken over dit bloed van Christus, den Middelaar des Nieuwen verbonds, het bloed der besprenging.
Het leven is in het bloed. De Jood mocht het nooit eten mede met het oog op de symboliek in den offerdienst. Het bloed was zinnebeeld van het overgegeven leven, bij het plaatsvervangend offer. Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. In het Woord wordt veelvuldig gesproken van het dierbaar bloed des Lams, die het stort als Middelaar des verbonds. Het is bloed des verbonds, dat door den testamentmaker werd afgevorderd van den Middelaar. Het bloed van Stieren en bokken kon de zonde nimmermeer wegnemen. Altijd opnieuw moest worden geofferd. Daarom stond er in het heilige voor den priester geen stoel. Hij mocht niet gaan zitten want het werk was nooit gereed, maar deze, met ééne offerande voor de zonde voldoening gegeven hebbende, is gezeten aan de rechterhand Gods, voorts verwachtende, totdat de Vader alle zijne vijanden onder zijne voeten zal hebben gelegd. Hij is door den Vader, op grond van dit bloed, uit de dooden wedergebracht, eene eeuwige verlossing teweeg gebracht hebbende.
Ja, wij gelooven, dat de Bloed-theologie de eenig ware godgeleerdheid is. Augustinus hield een tweegesprek met zichzelf. Zal Jezus sterven? Ja, dan kan de zondaar leven. Maar... die prijs is toch te hoog... die prijs is toch te duur... Laat Jezus leven en allen verderven... ook ik moet sterven en vergaan! Neen... het welbehagen eischt Zijn bloed, opdat ik zal leven! Dierbaar bloed des Lams.
De werking en de kracht van dit bloed wordt in de Schrift veelvuldig besproken. Laten wij een greep doen uit de volheid der stof.
Dit bloed werkt de verlossing; verlost door het bloed des Zoons van God. Vraag dan telkens of dit bloed u ter verlossing is geworden of mag worden. Dan is het vrede, vrede met God. Gij hebt geleerd, dat ook uw eigen bloed geen losprijs kan bieden voor uwe zonden, maar alléén dit hartebloed, dit leven in de greep des doods, van den Middelaar des Verbonds.
Door dit bloed worden gebonden slaven verlost en in vrijheid gesteld. Luister maar: U aangaande, o Sion, door het bloed uws verbonds heb ik uwe gebondenen uit den kuil, waarin geen water was, uitgelaten.
Dit bloed koopt vrij uit de slavernij des duivels en der zonde. Wetende, dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uwen ijdelen wandel, maar door het dierbaar bloed van Christus als van een onbestraffelijk en onbevlekt lam. Dit bloed reinigt van de zonde. Niet alleen is het noodig, opdat de schuld kan worden vergeven en de vrijspraak des levens vernomen uit den mond des Rechters. Wij hebben het ook noodig ter reiniging onzer bezoedelde ziel. Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden. W i j denken aan een metselaar. Luister. Een kerk was bijna gereed en een metselaar stond op een stelling in de kerk te arbeiden. De dienaar des Woords kwam kijken en beklom den kansel. W a t zou hij zeggen om eens te hooren hoe de klank was in het gebouw? Hij sloeg den bijbel op en las: Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden. Die metselaar liep onder het oordeel. Gij weet wat dat zegt? Loopen onder het oordeel? Dan hebben wij te doen in onze ziel met het vonnis onzer zonde, met de bondsbreuk in Adam. Dan moeten wij het recht billijken en God toevallen wanneer Hij ons verwijst ten doode. Maar nu behaagde het den Heere het oog en het hart van dien man te richten op het bloed van Christus en het was als raakte hij Christus aan, als kwam dat bloed over zijn ziel en hij gevoelde zijn zondepak wegglijden; het werd als was het dak van de Kerk afgenomen en vrede daalde in zijn ziel door het heilvattend geloof in dien Christus.
Dit bloed wascht den zondaar. W i e zijn zij en vanwaar zijn ze gekomen? Deze zijn het, die gekomen zijn uit de groote verdrukking en zij hebben hunne lange witte kleederen wit gewasschen in het bloed des Lams.
Door dit bloed wordt Gods kind gerechtvaardigd. Gerechtvaardigd door het bloed des kruises. Door dit bloed overwinnen zij de wereld en door den weg van dit bloed hebben wij een vrijen toegang tot den troon.
Ga met mij mee tot de paarlen poorten en beluister het gezang der gezaligden. En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig, want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met uw bloed uit alle geslacht en taal en volk en natie en Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesters.
Dit bloed is de drank des levens, want: voorwaar voorwaar zeg Ik u, indien gij niet eet het vleesch van den Zoon des menschen en drinkt Zijn bloed, zoo hebt gij geen leven in uzelven.
Het nieuwe leven der genade, alle weldaden des verbonds, alle genadegaven, alle ontfermingen komen Gods Kerk toe door Zijn bloed, het bloed van den Middelaar des verbonds. Hoe moet deze waarheid ons diep verootmoedigen en de zonde gehaat maken, die den Zone Gods in het vleesch, Zijn bloed, heeft gekost. Zoo zong een dichter:

Laat ons Hem een halleluja zingen,
Wonderbaar zijn wij verlost:
Dat de graven openspringen
Heeft Zijn dierbaar bloed gekost.
Laat ons alles in Zijn handen geven,
Laat ons leven uit zijn dierbaar leven;
Laat ons sterven in Zijn dood,
Daar is het eind van allen nood.

Daar is een stem des bloeds uws broeders, dat tot Mij roept van den aardbodem. Het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.
Abel nu spreekt op tweeërlei wijze. In het bloed van het offer, dat hij bracht en in zijn eigen bloed. Uit den aard der zaak zal hier het laatste bloed wel in hoofdzaak zijn bedoeld ook al behoeft de eerste gedachte niet te worden uitgesloten. Daarom willen wij er in het kort bij stilstaan. W i j vinden bij Abel melding gemaakt van het zoen- en dankoffer. Kain offert, maar geen zoenoffer, doch van de vruchten des velds. Hij kende zich geen verdoemelijk zondaar voor God en durfde daarom zeer wel verschijnen voor Zijn aangezicht zonder bloed. Hij had geen oog voor de noodzakelijkheid der plaatsvervanging, omdat hij nóch zijne zonde, nóch het recht des Heeren kende. Abel is verslagen over zijn schuld en kan geen dankbaarheid betoonen over de zegeningen, die de Heere hem schonk zonder offer des levens. Door het slachten sprak hij zijn geloof uit in het plaatsvervangend offer van het vrouwenzaad, dat komen zoude en waarvan hij de belofte kende van zijne ouders niet alleen, als dragers der godsopenbaring, doch mede onderwezen door den Geest, die van stonde aan na den val zaligmakend verlichtte en de weldaden uit Christus nam om ze toe te passen aan den zondaar.
Een offer voor schuld en dank in de moederbelofte ontsloten. Kain bekommert zich niet om een rechtvaardig God en een Zaligmaker en verzoening.
Zie Abel staan bij het altaar. Dit bloed spreekt wel van verzoening en roept om verzoening, doch kan haar niet aanbrengen. Abels offer, het bloed, dat hij stortte, gaf getuigenis van zijn levend geloof en openbaarde zoo de kracht van Christus' offer. Maar dit bloed des Middelaars spreekt betere dingen dan Abel in het bloed van zijn offer.
Christus' offer is krachtig in zichzelf. Door ééne offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. Maar de vergelijking gaat hier toch over het bloed van Abel zelf en dat van Christus. Daarom gaan we daarop in den breede in.
Kain versloeg Abel, zijn broeder, en nu ging er een getuigenis uit van dit bloed. Het sprak luide en met kracht. God zeide tot Kain: de stem van het bloed uws broeders roept tot mij van den aardbodem. De aarde roept om vloek over den doodslager.
Christus' bloed spreekt ook van uit de aarde en vraagt verzoening voor den overtreder. Het bloed van Abel sprak op drieërlei wijze. In den hemel, tot de menschen op aarde en in het bijzonder tot Kain.
Het sprak in den hemel. Abel was een heilig man, die den Heere vreesde. Als gekende des Heeren verkeerde hij onder het bijzonder opzicht des Allerhoogsten. Wie mijn volk aanraakt, spreekt de Heere, raakt mijn oogappel aan. Kains werken waren boos, maar die zijns broeders rechtvaardig. Kain doodde hem koelbloedig. O, aarde, bedek dit bloed niet, want het wil en moet roepen om wraak! Zingen wij niet met den dichter van den koningspsalm: hun bloed, hun tranen en hun lijden zijn dierbaar in zijn oog? De stem des bloeds klinkt door tot in den hemel. Hij is de eersteling van den grooten oogst, die ingezameld wordt bij het voortwentelen der eeuwen, gerijpt in de middagzon der genade. Hij is wel verslagen door zijn broeder, maar niet verworpen door God. Door het bloed van het groote offer, dat in de volheid des tijds zou worden gebracht, ging hij in in de stad, die fundamenten heeft. Hem werd een plaats gegeven in de rijen der gezaligden, die, verlost van het sterfelijke leven, eeuwig zich mogen verlustigen in den Heere. Abels bloed echter roept luide om wraak tot God. De roep des bloeds weerkaatst op den saffieren troon. Het bloed van een mensch, het bloed van een kind Gods, vergoten! Op de aarde roept het bloed eens verslagenen om vergelding bij de overheid, die Gods dienaresse is tot straf dergenen, die kwaad doen. Wie des menschen bloed vergiet, diens bloed zal vergoten worden. De schending van Gods geboden kan een volk slechts ellende en jammer baren.
Abels bloed riep om wraak in den hemel. Doch let nu op het bloed van Christus, den Middelaar des Nieuwen Verbonds. Hij is ook vermoord door eigen familie... van welke gij verraders en moordenaars geworden zijt. Het bloed van dezen rechtvaardige is vergoten door eigen volksgenooten. Wij hadden gezondigd en de gerechtigheid Gods riep om wraak. Zal de Rechter der gansche aarde dan geen recht doen? Kent gij die sprake, de roep van de wrake Gods. Ik zal he. u ordelijk voor oogen stellen, meent gij, dat Ik ten eenenmale ben gelijk gij? Gij dwaas, in dezen nacht zal men uwe ziel van u afeischen. Mijn ziel, doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? Dan blijft er geen verwachting over, maar vergaat onze laatste sprank van hoop. De gerechtigheid riep om wraak en God heeft zich gewroken.
Gewroken op... den Middelaar des verbonds. De vloek Gods vervlamde op de reine middelaarsziel van Immanuël... Hij heeft den losprijs betaald; Hij heeft den last der zonde gedragen. Nu is er in den hemel de roep van Zijn bloed, en dat bloed, dat offer, Hij zelf in Zijn bloed roept om leven, vrede en gerechtigheid en ontferming. Hij is ingegaan met Zijn eigen bloed in het binnenste heiligdom. Hoor de stem des bloeds in den hemel, o ontstelde, geschokte zondaar door smart verteerd, van verlangen naar God bezwijkend. Daar is een sprake des levens voor den schuldigen zondaar. Dat bloed spreekt tot den Vader. Zalig, wie de stemme des bloeds beluisterde van het kruis: het is volbracht! Maar deze sprake is voortgedragen tot in den hemel, want als de roep des bloeds is doorgedrongen tot het oor van Hem, die het onze heeft geplant, dan scheurt Hij het voorhangsel des tempels in tweeën van boven tot beneden. Dan gaan graven open en worden dooden levend. In de rechtszaal des Eeuwigen oefent de sprake van dit bloed eene wondere werking uit. Vader, zoo spreekt Hij, terwijl daar een zondaar door Zijne armen is omvangen, dien Hij vond wegzinkend in den dood: Vader, Ik heb verzoening gevonden. Zie, dit bloed spreekt betere dingen dan Abel in zijn bloed, want het beweegt den levenden God tot vergeving door recht; het eischt vrede door recht; het eischt vrede voor den mensch, die door onvrede was verteerd.
Abels bloed roept van de aarde, Jezus' bloed spreekt in den hemel. De wachters van Gods heiligheid bogen eerbiedig het hoofd naar het gouden verzoendeksel op de arke des verbonds. Zij aanbidden Gods daden in het zaligen door recht van zondaren. Zalig daarom te sterven in onszelven om bij het kruis leven te vinden. Hoe dierbaar is deze Jezus in Zijn bloed en wonden voor den uitgeteerden zondaar. Ja, indien zij Hem slechts hadden, zoo waren zij voor eeuwig gered. Laat los en gij zult losgelaten worden.
Lezer, van uwe jeugd hebt gij gehoord de sprake van dit bloed in het Woord en de prediking. Hebt gij acht gegeven op de stem van dit bloed? Want, weet wel dat voor den vertreder van dit bloed geen vergeving overblijft. En... geen schrikkelijker toorn dan de toorn van het Lam. Zie de vreeselijkheid der zonde, die al dat lijden en al dien vloek over den Heere Christus bracht. Het kon Hem niet worden bespaard, wilde één zondaar zalig kunnen worden. Vergeet toch niet, wat geschreven staat: Hij zal niet in eeuwigheid den toorn behouden. Er komt een eind aan Zijn dragend geduld; aan Zijn vriendelijke aanbieding des heils, aan de dringende vermaning: Wij bidden u van Christuswege, alsof God door ons bade, laat u met God verzoenen. Dit bloed spreekt tot het hart des Vaders; het roert Hem; het bindt Hem in zijn voornemens des vredes en des levens over den schuldigen zondaar. Ach, als wij toch dien Borg niet kenden, zoo ware God nooit met ons bevredigd. Neen, zóó moet ik het niet zeggen, maar aldus: dan had ik den vrede Gods niet gesmaakt. Want dat bloed spreekt óók als de zondaar niet hoort en nog staat voor de heiligheid Gods. Daarom hebben wij noodig te hooren wat God hoort en te weten wat God weet in de voornemens Zijner liefde. Gij zult nog eenmaal zingen:

De stem des bloeds doorklieft de lucht.
Schoon 't flauwelijk om vergelding zucht.
Maar 't dierbaar bloed uit Jezus zij
Roept overluid om medelij!

Maar wij gaan verder met vergelijken en... alles valt ten voordeele van het bloed van Christus uit.
Abels bloed riep om wraak tegen Kain alleen. Het vroeg luide den dood van den moordenaar. Wie des menschen bloed vergiet, diens bloed zal vergoten worden. Zeker, het is niet gering te schatten, dat Abels vergoten bloed den dood vordert van een mensch, want een menschenleven is meer waard dan de gansche wereld. Want, wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewon en zijner ziele schade leed, of wat zal een mensch geven tot lossing zijner ziel. Maar nu den eisch van Jezus' bloed ten leven! Vraagt het slechts voor één mensch de redding? O neen, hoor eens het gezang der zaligen. Het is eene schare, die niemand tellen kan. Hun gezang klinkt als het ruischen van vele wateren en als het geluid van een sterken donderslag. Door dat bloed worden gedekt allen, die de Vader gaf aan den Zoon, terwijl het naar zijn innerlijke waardij overvloedig genoegzaam is voor de zonde der gansche wereld, gelijk onze belijdenis zegt.
Hoort ge het, moegestreden zondaar, afgetobde ziel, die het leven uwer hand verliest? Al hadt gij al de zonde van Adams nakroost, geen nood... dit bloed heeft krachtiger sprake ten leven bij God dan uwe hemeltergende, uw verdoemeniswaardig makende zonden.
De genade wint het; de genade wint het. Niet mijn bloed, maar Zijn bloed. Niet mijn leven, maar Zijn sterven. Mijn ziel begon te leven in den dood; mijn hart werd ontlast door bloed. Toen die sprake des bloeds weerklonk in den hemel, viel het opgeheven zwaard terneer in de hand des vergramden Gods; toen het weerklonk in onze ziel moest de geweldhebber des doods, de duivel, vluchten. Zie, dit bloed spreekt betere dingen dan Abel.
Abels bloedschreeuw was over ééne zonde. Maar hier uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. Stondt gij reeds voor den berg uwer zonden, die Gods hoogheid schonden? Zij roepen tot God in den hemel. Zij brengen de aarde in beroering. Vrede door het bloed des kruises. Dat bloed eischt ons leven, onze bewaring voor tijd en eeuwigheid.
Hebt gij dat boekje wel eens gezien met zijn vier bladzijden? Ik heb het hier voor mij liggen. Woorden staan er niet in geschreven. De omslag is zwart, pik-zwart. De tweede bladzij is rood, bloedrood. De derde bladzij is wit, wit als sneeuw. En de laatste bladzijde geel, goudgeel. Kunt gij dit boekje zonder woorden lezen? Luister maar. Zwart, zwart door de zonde, zwart als de tenten van Kedar. Rood, rood het bloed van Christus, dat reinigt van alle zonden. Mijn Liefste is blank en rood en Hij draagt de banier boven tienduizend. De zwarte zondaar gewasschen in het roode bloed, is wit als sneeuw en reist nu naar de stad met zijn goudgele straten. Hare straten waren van goud. Zwart als de tenten van Kedar en toch lieflijk als de gordijnen van Salomo.
Spreekt dan dit bloed geen betere dingen dan Abel?
Van de menschheid uit Adam staat geschreven: God heeft uit éénen bloede het gansche menschelijke geslacht gemaakt. Maar uit de kracht van dit bloed wordt de Kerk geboren. Ja, zij dankt hieraan haar leven en vrede.
W i e zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, die rechtvaardig maakt. Indien wij dan met Hem gestorven zijn, zoo zullen wij ook met Hem leven. Het leven nu is in het bloed.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De sprake des bloeds I.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's