Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Banier en Kuyper

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Banier en Kuyper

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De politiek, dat leert de ervaring, brengt sommigen tot een hartstochtelijke verblindheid, die hen verleidt tot daden, waarover zij, indien er althans vreeze Gods in hen woont, zich eenmaal schamen. Vooral als de menschen betaald worden voor hunne diensten, gaan zij soms ver over de schreef van Gods Wet. 1) En wat nog meer nijpt, dat is wanneer persoonlijke belangen, die zij zeiven hoog taxeeren, in het gedrang komen. Als iemand graag Kamerlid wil zijn en daarom een politieken strijd moet winnen op straffe van anders het baantje te verliezen, dan zijn er bij, die doen denken aan de kat, die in benauwdheid rare sprongen doet. Gods Woord, waarvan zij overigens den mond vol hebben, zijn zij dan blijkbaar heelemaal vergeten. Ik heb er dan ook al eens op gewezen, dat Gereformeerde gemeenten oorzaak hebben eens te onderzoeken, of er niet onder hen zelfs leeraars zijn, die niet zuiver zijn in leer en leven met betrekking tot het 9e gebod, zooals dit in onzen Heidelberger Catechismus in de 112e vraag wordt verklaard. Het geeft toch immers een eigenaardigen, zeker ongunstigen indruk, wanneer men op verzekeringsvragen zulk een geweldigen nadruk legt, er zelfs de censuur en synodale vingerwijzingen bij haalt, om dan zulk een gewichtige waarheid als in die Zondagsafdeeling geleerd wordt, zoo maar voor de oogen van ons geheele volk straffeloos te laten met voeten treden.
Inderdaad, de politiek verleidt de menschen tot hartstochtelijke handelingen, die met het beven voor Gods Woord niet overeenkomen.
Behalve dit verschijnsel, dat bij elke verkiezingscampagne voorkomt, is er nu ook nog op te merken, dat niet altijd de woorden en gedachten van anderen, die men meent, dat voor de bereiking van het politieke doel in den weg staan, naar waarheid worden weergegeven. Het komt zelfs voor, dat men die geheel verdraait, hen laat zeggen, wat zij niet gezegd hebben, om dan tegen deze onware voorstelling met groote woorden te velde te trekken. Het bleek mij nu al eenige malen, dat met name D e B a n i e r o.a. aan Kuyper leeringen ten laste legt, die hij zóó niet heeft geleerd. Als ik daartegen opkom, dan is dat niet, omdat ik het in deze beschouwing met hem geheel eens kan zijn, maar wel, omdat ook Dr. Kuyper er recht op heeft, ook al is hij niet meer onder ons, naar waarheid te worden behandeld. Zie hier wat D e B a n i e r van Kuyper vertelt:

De gereformeerden van den nieuwen tijd echter hebben met dat beginsel gebroken. Volgens hen is de overheid niet rechtstreeks en onvoorwaardelijk gebonden aan Gods Wcord, doch slechts in de consciëntie van overheid en onderdaan aan dat Woord gebonden. Dr. K u ij p e r, die de vader van het hedendaagsche neo-Calvinisme kan genoemd worden, onderscheidde een natuurlijke en een bijzondere godskennis. Dit is op zichzelf juist. Ook onze vaderen hebben die onderscheiding gemaakt. V o e t i u s b.v. spreekt van een natuurlijke en een bovennatuurlijke theologie. Aan de natuurlijke theologie kent hij voorts een inwendige en een uitwendige zijde toe. Onder de inwendige zijde verstaat V o e t i u s zoodanige indruk, bekwaamheid en gaven om God te kennen, dewelke allen menschen van God, als een licht en wet der natuur, met de natuur ingeschapen is. De uitwendige zijde is volgens V o e t i u s bepaald door die kennis en wetenschap, die de natuurlijke mensch van God bekomt, door het aanschouwen en bemerken van de geschapene dingen Gods. Dr. K u ij p e r heeft met zijn natuurlijke godskennis deze ,,natuurlijke theologie" op het oog. Hij zegt daarvan, dat de natuurlijke godskennis is op te maken uit wat van God gezien wordt in de schepping; vooral in den mensch; niet het minst ook in het volksorganisme zelf. Volgens K u ij p e r is nu de overheid alleen aan deze natuurlijke godskennis gebonden en niet aan de geopenbaarde, omdat deze laatste een bovennatuurlijke verlichting vereischt, de eerste niet. Wij kunnen Wr. K u ij p e r hierin echter niet volgen.

Tot zoover D e B a n i er. Het ligt voor de hand, dat D e B a n i e r het heelemaal niet met Dr. Kuyper eens kan zijn. Hoe zou Dr. Kuyper ook iets hebben kunnen leeren, waarmede de leiders der S.G.P. genoegen zouden kunnen nemen!
Wat heeft echter Dr. Kuyper geleerd? Ik zal zijn eigen woorden geven: „dat de godsdienst niet enkel subjectief, maar wel ter dege allereerst objectief is; dat de wetenschap, dat er een God is en dat we met dien levenden God te doen hebben, wel ter dege vaststaat en erkend moet worden, onafhankelijk van ons gevoel; en dat derhalve ook de Staat als ,,de zedelijke organisatie van het volksgeheel" met dezen grond- en springader van alle zedelijk leven wel ter dege te rekenen heeft." Alzoo Dr. Kuyper. En van deze stelling zegt hij nu, dat zij ,,niet gegrond is op de geopenbaarde, maar op de natuurlijke Godskennis (theologia naturalis), die is op te maken uit wat van God gezien wordt in de schepping; vooral in den mensch; niet het minst ook in het volksorganisme zelf." En hij voegt er aan toe, dat hij daarmede ,,het spoor onzer Gereformeerde godgeleerden met bewustheid" betreedt. Welnu, dit is juist, de Vaderen. Calvijn voorop, hebben zulk eene natuurlijke Godskennis geleerd. En ook dat deze natuurlijke Godskennis „voor een iegelijk mensch een dwingend karakter heeft". De mensch kent deze dingen van nature, zonder dat daarbij van bovennatuurlijke verlichting sprake is. En nu maakt Dr. Kuyper een onderscheid, dat de S.G.P. nooit maakt en geheel ten onrechte voorbijziet, namelijk hij onderscheidt tusschen eene belijdende en eene niet-belijdende Overheid.
Zeer terecht. W i j leven heden onder eene niet-belijdende Overheid. Dat blijkt uit de Grondwet, die ook door de leiders der S.G.P. wordt bezworen. Dr. Kuyper, die met den eed op de Grondwet ernst maakt, zegt nu van de niet-belijdende Overheid, dat zij „bevoegd en verplicht is in volstrekten en rechtstreekschen zin, de natuurlijke, maar niet de geopenbaarde Godskennis als officieel richtsnoer voor haar optreden te nemen". Dat geldt dus ,,de niet-belijdende Overheid", want voor eene belijdende Overheid staat het natuurlijk geheel anders. Deze heeft in hare belijdenis haar vast richtsnoer. (Zie: Ons Program, Amsterdam 1879, blz. 187). Welnu, deze beschouwing van Dr. Kuyper is precies dezelfde als die van Calvijn (Inst. 1. IV, 20, 14 — 16).
De groote fout van D e B a n i e r en de S.G.P. is, dat de vraag, of de Overheid belijdende of niet-belijdende is, geheel wordt voorbijgezien. Deze Broeders schijnen te meenen, dat klakkeloos aan alle Overheid, Christelijk of niet-Christelijk, dezelfde eisch kan gesteld, dezelfde toepassing van Gods Woord en Wet. Daarvan is echter bij Calvijn geene sprake. Trouwens, ook waar het zelfs eene Christelijke Overheid geldt, stelt de S.G.P. eischen, die met Calvijn's leer niet overeenkomen, meer lijken op Zwingli's politieke practijken dan op die van Calvijn en onze Vaderen.
Of wij dan met Dr. Kuyper geheel instemmen? Neen. want met Groen van Prinsterer gaan wij uit van de overtuiging, dat ons volk, hoe ver ook afgedwaald, nog het stempel draagt van een- Christelijke natie. Daarom stellen wij den eisch, dat het zal terugkeeren tot de belijdenis van Gods Naam in overeenstemming met het Christelijk karakter der natie en begeeren wij eene Grondwet, waarin deze belijdenis tot uitdrukking wordt gebracht, zooals in het Concept-Program der C.N.A. is omschreven. W i j willen dus, dat de Overheid weer eene belijdende worden zal. Daarin is dus een verschilpunt. Maar men moet het niet voorstellen, alsof Kuyper iets geheel anders leert dan Calvijn, wanneer hij aan eene niet-belijdende andere eischen stelt dan aan eene belijdende Overheid. Dat deed de Reformator van Genève ook. Die was te verstandig om alles over één kam te scheren, rekende met de voorzienige leiding Gods in de geschiedenis. Dat doen de Broeders der S.G.P. veel te weinig.


1) Zoo werd in deze verkiezingscampagne aan schrijver dezes ten laste gelegd, dat hij zou hebben geadviseerd tot Colijn's ontzegging aan de Overheid van het onderscheidingsorgaan op godsdienstig gebied. Het bewijs werd gezocht, was zoek geraakt! En daarvoor heeft men dan dertig jaren ruim gewaarschuwd tegen zulk een liberale leer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De Banier en Kuyper

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's