Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden III.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden III.

(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik moet nu nog even aantoonen, dat van der Kemp de kwestie precies zoo stelt als á Brakel, als hij zegt: „al de goederen van het genadeverbond worden den bondgenooten verzegeld; echter bezitten zij al die goederen niet in dien tijd, wanneer zij verzegeld worden, 't Is waar, ze worden van 't volkomen recht aan al die goederen verzegeld, maar daarom bezitten zij die goederen op eenmaal niet; dus moet men ook zeggen van die kinderen, dat zij allen de wedergeboorte niet deelachtig zijn als zij gedoopt worden, maar dat zij van hun recht aan dezelve en dat zij ze zullen verkrijgen, verzegeld worden door den doop. Om dit wel te bevatten, moet men weten dat God ze met hunne ouders, zonder hun weten, in 't Verbond aanneemt als Zijn uitverkorenen en door Christus verlosten; volgens dit Verbond wordt hun de verlossing door Christus' bloed en den Heiligen Geest, die 't geloof werkt, toegezegd", enz. Hieruit zien wij dus, dat van der Kemp, evenals a Brakel, spreekt van een Verbondsvereeniging met Christus. Hierbij hebben wij alleen vast te houden aan de opvatting van Calvijn, dat het Verbond beheerscht wordt door de verkiezing en dat Gods Woord ons leert van tweeërlei zaad.
Over het recht tot de goederen des Verbonds schrijft Ralph Erskine in de toepassing van zijn predikatie over Jezaja 42 :6 als volgt: ..het is waar. de verworpenen zullen zichzelven uitsluiten, maar deze aanbieding des Evangelies sluit hen niet uit; zij hebben even zulk een goed geopenbaard recht om te gelooven als de uitverkorenen hebben. Wij kunnen niet zeggen, gij zijt een uitverkoren man of een uitverkoren vrouw, geloof daarom! Wij hebben zulk een commissie niet. Neen. God brengt door het Evangelie dit Verbond onder al het volk. zeggende: „dit- wil. die neme Hem", en in Hem aan te nemen, zal hij een bewijs hebben, dat hij een uitverkorene is. En gelijk er onder de Joden gezegd wordt, dat hunner „de Verbonden zijn en de beloftenissen" Rom. 9:4. zoo zeg ik ook tot u Heidenen: uwer is het Verbond, u komt de belofte toe en uwen kinderen, gij hebt een recht om alles te nemen en dit recht is u in den doop verzegeld en wordt u in dit Evangelie verkondigd en gij zult zeker onverschoonlijk zijn. indien gij dit recht niet gebruikt. Gij zult niemand van uw verdoemenis te beschuldigen hebben dan uzelven en uw eigen vijandschap en onwilligheid.'
Laat Ds. W. dit alles nu vergelijken met wat Calvijn zegt in Inst. 4. 14. 14. en hij zal weten, dat de Vaderen met den Reformateur, in zake het Verbond, volkomen overeenstemmen.
„Wat is een sacrament, hetwelk zonder geloof ontvangen wordt anders dan een zeer zeker verderf van de Kerk? Want dewijl men uit de sacramenten geen ding buiten het Woord der beloften heeft te verwachten, en dat het Woord der beloften niet minder den ongeloovigen toorn dreigt, als den geloovigen genade voordraagt en aanbiedt, zoo wordt hij bedrogen, die zich laat voorstaan, dat hem door de sacramenten iets meer wordt toegebracht, dan hem door het Woord Gods aangeboden en van hem door een oprecht geloof aangenomen wordt.''
Sprekende over een verklaring van Augustinus zegt Calvijn. Inst. 4. 14. 15. „van de afzondering en scheiding spreekt hij, wanneer hij schrijft, dat de sacramenten alleenlijk in de uitverkorenen verrichten wat zij beteekenen. Insgelijks, daar hij van de Joden aldus schrijft: alhoewel de sacramenten gemeen waren, zoo was nochtans de genade welke de kracht der sacramenten is. niet gemeen, alzoo is nu ook het bad der wedergeboorte allen gemeen, maar de genade zelve, waardoor de lidmaten van Christus met hun Hoofd wedergeboren worden, is niet allen gemeen.'
Met betrekking tot den kinderdoop zegt Calvijn. Inst. 4. 16. 21. „diensvolgens moet men in den kinderdoop voor het tegenwoordige geen andere werking vereischen, dan dat ze het Verbond, hetwelk de Heere met hen gemaakt heeft, bevestige en versterke. De verdere beteekenis van dat sacrament zal naderhand volgen op dien tijd. dien God zelf voorzien heeft."
Ten slotte wijzen wij nog op Inst. 4. 16. 24. „waarom volgt bij Abraham het sacrament na het geloof en waarom ontvangt zijn zoon Izaac het sacrament eer hij verstand heeft? Omdat Abraham, die eerst in zijnen bejaarden ouderdom tot de gemeenschap van het verbond aangenomen wordt, waarvan hij dus lang vervreemd was geweest, de conditiën des verbonds voorheen moest leeren, maar het kind, dat uit hem gegenereerd is, niet alzoo. als het welk door een erfelijk recht, volgens het formulier en den inhoud der beloftenis, alree van des moeders lijf aan in het verbond begrepen wordt." (Wordt voortgezet.)
D. M. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Ingezonden III.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's