Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets over jaartelling en kalender II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over jaartelling en kalender II.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

d. De Christelijke tijdrekening.
Na hetgeen werd opgemerkt, is de weg gebaand om thans stil te staan bij onze christelijke jaartelling.
In het jaar 525 na Christus (toen er dus feitelijk nog geen sprake was van een christelijke jaartelling) leefde een Scyth, die naar Rome kwam en het grootste deel van zijn leven aldaar als monnik heeft doorgebracht. Deze monnik, Dionysius exiguus geheeten, heeft zich bezig gehouden o.a. met de tijdrekening. Hij was een geleerd man en om de geringe gedachten, die hij van zichzelf koesterde, noemde hij zich exiguus (gering) 1)
Hij schreef vele en geleerde werken van groot belang voor Kerk- en dogmageschiedenis. De Paaschtafel van Cyrillus, bisschop van Alexandrië, die een tijdkring van 95 jaar omvatte, zou na zes jaar ten einde loopen. In zulk een Paaschcyclus werd de datum van het Paaschfeest vastgesteld op grond van berekeningen over den stand der maan.
Welnu, deze monnik Dionysius exiguus knoopte aan bij deze Paaschtafel van Cyrillus naar de grondbeginselen van de berekening der Alexandrijnen. Deze Paaschtafel vervaardigde hij op verzoek van bisschop Petronius, dien hij haar ook in eene voorrede opdroeg. Hij beveelt hem dringend aan den 19-jarigen cyclus der Alexandrijnen te aanvaarden óók voor de Westersche Kerk. Hij neemt toch aan, dat de vaderen te Nicea (325 na Chr.) dezen door verlichting des Heiligen Geestes hebben aanbevolen. Men moet weten, dat de Westersche Kerk (Rome) destijds gebruikte den 84-jarigen cyclus van Victorius. Die berekeningen nu verschilden, zoodat het voorkwam, dat het Paaschfeest niet op denzelfden datum werd gevierd te Rome en te Alexandrië, wat tot onaangename conflicten aanleiding had gegeven en de eenheid van het kerkelijk leven schaadde. Dat zou ook nu weer het geval zijn in het volgende jaar (526 dus).
Wat gebeurde? Paus Johannes I (gest. 526) droeg aan een zekere Bonifacius op de zaak te onderzoeken en deze richtte zich tot Dionysius Exiguus. Natuurlijk raadde deze hem aan het pleit te voeren voor de Alexandrijnsche berekening. De paus bewilligde hierin, zoodat thans een einde kwam aan de verschillende berekening van den Paaschdag tusschen Rome en Alexandrië. 2)
Wat was nu echter zoo bijzonder gewichtig in die Paaschtafel van Dionysius? Hij rekende in die tafels het getal der jaren (hij was daarin de eerste dus) vanaf de geboorte van Christus, (ab incarnatione Christi). Cyrillus toch had gebruik gemaakt van de diocletiaansche jaartelling.
Dionysius echter zet naast de enkele jaren van zijn Paaschcyclus het jaartal vanaf Christus' geboorte. Hij zegt hierover: „Wij wilden aan onzen cyclus niet verbinden de gedachtenis van een goddeloozen vervolger, maar wij gaven er de voorkeur aan den gang der jaren te rekenen van de vleeschwording onzes Heeren Jezus Christus."
Zoo is deze Dionysius Exiguus de grondlegger van onze huidige christelijke jaartelling geworden.
Maar welk jaar nam hij nu aan voor de vleeschwording van den Zone Gods? Natuurlijk moest hij dan uitgaan van een of andere bestaande tijdrekening. Hij nam zijn uitgangspunt in het 754ste jaar na de stichting van de stad Rome (volgens Varro). Nu is het niet zeker, waarom hij juist dit jaar dier tijdrekening koos als het begin der christelijke jaartelling. Hij heeft natuurlijk gemeend, op welke gronden dan ook, dat toen inderdaad de Heere Jezus geboren is. Nog moet worden toegevoegd, dat hij het jaar liet aanvangen den len Januari en het jaar, waarin dan op 25 Maart, volgens hem, de Heere Christus is geboren, is het eerste van zijn christelijke tijdrekening. Het is ons dus duidelijk, dat in 526 na Christus de christelijke jaartelling hier en daar in gebruik kwam. Want met zijn Paaschtafel vond ook zijn tijdrekening, zijn christelijke jaartelling, ingang, ook al kwam het voor, dat wel de Paaschtafels, maar niet de jaartelling werd aanvaard. Maar de eerste was tijdens Karei den Groote algemeen aanvaard. De laatste echter nog volstrekt niet. Sommige pausen dateerden persoonlijk wel naar de tijdrekening van Dionysius, maar regelmatig wordt dit toch pas het geval in 1431.
In vele kerken van Frankrijk, Engeland, enz. hield men nog vast aan den 84-jarigen cyclus van Victorinus. Maar het eeuwenlange proces van de invoering der christelijke jaartelling in de verschillende landen gaan we maar voorbij. Het is ons om de hoofdzaken te doen.

e. Enkele wereld-aera's.
Het is hier een geschikte plaats om een en ander mee te deelen over de zoogenoemde wereld-aera's. Dat wil zeggen jaartellingen, die rekenen vanaf de schepping van den mensch. Men moet namelijk weten, dat enkele van deze wereld-aera's de invoering van de christelijke jaartelling zeer hebben tegengehouden. Het was vooral de Byzantijnsche wereld-aera, die lang de christelijke tijdrekening heeft tegengehouden.
Overigens waren er van die wereld-aera's meer dan genoeg. Aan een schrijver uit 1738 waren er niet minder dan 200 bekend en sedert nam het getal nog toe.
Vele van deze tellingen dragen een wijsgeerig of apocalyptisch karakter, zonder eenige historische waarde. Het grootste verschil tusschen die aera's bedraagt 4000 jaar, dat wil dus zeggen, dat de aera met het hoogste getal jaren de schepping 4000 jaar vroeger stelt dan die met het laagste getal jaren. Nu is het merkwaardig, dat al de wereld-jaartellingen stammen uit den tijd na Christus.
1. De eerste, waarvan wij hooren, is van Julius Africanus (230 na Christus). Of hij ze zelf opstelde of aan anderen ontleende, weten wij niet. Hij stelt dan het geboortejaar van Christus 5500 jaar na de schepping. Tot nadere bepaling stelt hij de geboorte van Christus 752 na de stichting der stad (a.u.c.). Dus twee jaar vroeger dan Dyonisius.
Zoo deed ook Clemens Alexandrinus en Eusebius, die zich wel uitspraken over het geboortejaar des Heeren, maar nog geen christelijke jaartelling kenden natuurlijk. Doch wanneer wij iets gaan opmerken over het geboortejaar des Heeren, zullen wij toch op de gegevens bij enkele Kerkvaders moeten letten en zwijgen er dus thans over.
Nu vertellen wij slechts een en ander van die wereld-jaartellingen. Merkwaardig is, dat nog Otto van Freising (gestorven 1158) aannam, dat de Heere Jezus is geboren 5500 na de schepping.

2. De Alexandrijnsche aera.
De Egyptische monnik Panodorus stelde een wereld-aera op, die in 412 na Chr. het jaartal 5904 telde en dus de schepping stelde op 5493 jaren voor Christus' geboorte.
Deze, ook wel Alexandrijnsche aera genoemde telling, was verbreid in Egypte en Abessinië.

3. De Byzantische wereld-aera.
Hierbij moeten wij iets uitvoeriger stilstaan, omdat deze telling langen tijd de invoering van de christelijke jaartelling heeft tegengehouden, zooals reeds werd opgemerkt.
Deze jaartelling treffen wij aan in het Oost-Romeinsche Rijk in de zevende eeuw na Christus. Voor zoover bekend is, wordt zij het eerst gebruikt in de acta (handelingen) van de 2e Trullaansche Synode 692. 3)
In de veel gebruikte Paaschkroniek (Chronicon paschale) geschreven tusschen 630 en 641, wordt een jaartelling gebruikt, die dicht komt bij de Byzantische aera. De schepping wordt daarin gedateerd op 21 Maart 5507 voor Christus.
Mogelijk is de Byzantische aera hier een verbetering van. Deze kende ook het schrikkeljaar, enz. Die aera zat goed in elkaar, in meer dan een opzicht. Vandaar dat sommige geschiedschrijvers en chronologen haar de voorkeur gaven boven de christelijke jaartelling van Dionysius. In het geheele Oost-Romeinsche Rijk en in de orthodoxe Grieksche Kerk werd zij in Europa en Azië weldra gebruikt en het was b.v. in Rusland pas in het jaar 1700, dat deze Byzantijnsche wereld-aera werd losgelaten en de christelijke jaartelling werd aanvaard. Toen werd ook 1 Januari de eerste dag van het jaar.

4. De Joodsche wereld-aera.
Het is hier de plaats ook aan de Joodsche jaartelling aandacht te schenken, al is het dan slechts zeer beknopt. We bedoelen dan der tegenwoordige Joden en laten de chronologie des Bijbels buiten beschouwing. Van een wereld-aera is daarin trouwens ook geen sprake, noch van één doorloopende telling der jaren vanaf eenig ander punt.
De tegenwoordige Joodsche jaartelling begint met 7 October 3761 voor Chr. Dus aanmerkelijk minder is het getal jaren van de schepping tot Christus' geboorte dan in de aera's die wij bespraken.
Men moet echter weer goed begrijpen, dat deze Joodsche telling enkele eeuwen na Christus' geboorte werd opgesteld. Rabbi Hillel Hanassi zou haar vervaardiger zijn, die in de eerste helft der 4e eeuw leefde na Christus. Van hem is ook afkomstig de geheele inrichting van den huidigen Joodschen kalender. Zijn wereld-telling heeft sedert de elfde eeuw na Christus langzamerhand en sedert de 13e eeuw bijna volkomen bij de Joden andere tijdrekeningen verdrongen, in het bijzonder dan de Seleucidische aera. Wetenschappelijke waarde heeft ook deze Joodsche aera niet. 4)
Het is nu merkwaardig, dat Luther en Melanchton, wanneer zij zich uitspraken over den tijd der schepping, zij zich nauw aansloten bij deze Joodsche telling, hoewel niet volkomen. Dit zal wel samenhangen met het feit, dat hun getallen beïnvloed zijn door hetgeen in den Talmud dienaangaande stond. Luther kende ook het werk van Paulus Burgos, gelijk ook Melanchton. 5)
Ongeveer 1430 schreef deze Paulus Burgos. Nu ontleenen zij aan hem de bewering uit den talmud over de profetie van Elias, dat de wereld 6000 jaar zou bestaan.
Luther was van oordeel, dat in het jaar 1540 (Luther stierf in 1546) van dezen tijd 5500 jaren voorbij waren, zoodat voor Luther het wereldeinde zoo ongeveer 5Ó0 jaar na 1540 zou vallen, dus ongeveer 2000 na Christus. Alleen voegde hij er aan toe, dat de nog overige tijd door God om der zonde van de menschen aanmerkelijk zou verkort worden: de lieve jongste dag staat voor de deur, zoo dacht en schreef hij en niet anders was de meening van Melanchton. Luther schreef in deze overtuiging in het jaar 1540 een tijdrekenkundig werk. 6 ) Ook Melanchton schreef er over in een werk, dat in uitvoeriger vorm verscheen in 1558. 7)
Uit deze werken blijkt, dat volgens Luther de wereldschepping ligt 3960 v. Chr. en volgens Melanchton 3963 v. Chr. Wij vermelden dit alleen als merkwaardigheid, want wezenlijke waarde is hier toch evenmin aan toe te kennen als aan het Joodsche getal.
In een der brieven van Melanchton aan Calvijn spoorden wij deze dateering op na zijn vaarwel aan Calvijn: ,,Op den dag, dat voor 3846 jaren Noach de ark is ingegaan, door welks voorbeeld God getuigd heeft, dat Hij zijne Kerk, óók wanneer zij wordt gebeukt door reusachtige golven en stormen (quassatur) niet verlaat."8)
Op de wereld-aera van Joseph Scaliger, hoezeer die ook ingang vond onder de geleerden, wijzen wij slechts met een enkel woord. Het eerste jaar van onze tijdrekening is voor hem 4714 na de schepping. 9)


1) Zie over hem b.v. G. Krüger: Handbuch der Kirchengeschichte, Bnd. 1 § 46. 2, 6. En P.R. E. 3e Aufl. Bnd. IV S. 696.
2) idem I. § 23, 8; 37, 9; 46, 4.
3) Deze synoden werden gehouden te Konstantinopel. Ze worden Trullaansch genoemd naar het woord: troulla, dat is koepel. Ze werden namelijk gehouden in het keizerlijk paleis te Konstantinopel in een groote zaal (basilica) die overdekt was door een ovaal koepelgewelf.
4) Zie hierover in het vorige artikel. Het 5680ste jaar der Joden begon in 1919 op 25 September en duurde 354 dagen. Hun volgend jaar 5681 liep van 13 September tot en met 2 October 1921 en had dus een duur van 385 dagen. Zie: Chr. Encycl. art. Jaar.
5) Scrutinium Scripturarum.
6) Supputatio annorum mundi.
7) Een bewerking van het Chronicon Carionis.
8) C.R. Opera Calv. XII coll. 62. Melanchton Calvino nr. 632 (17 April 1545).
In de meeste brieven dateert Melanchton volgens onze Chr. jaartelling. Hier echter van het gaan van Noach in de ark. Dus rekent Melanchton het jaar 3201 v. Chr. als het jaar van den zondvloed (3846—1545). Zijn wereld-aera gaat 3963 v. Chr. terug en zoo telt hij derhalve 1662 jaar van de schepping tot den zondvloed (3963—2301). Opvallend is de zeer sombere stemming van Melanchton in dezen brief aan Calvijn. De tijden zijn droevig, schrijft hij. en zullen nog benauwder worden. Deze brief is een antwoord op het schrijven van Calvijn aan Melanchton (nr. 606, coll. 9) waarin deze hem o.a. verzocht zijn brief aan Luther te laten lezen. Melanchton heeft dit echter niet gedaan, want, zoo schrijft hij: ik heb uw brief niet aan Pericles (d.i. Luther) overhandigd. Veel toch neemt hij verdacht op (multa enim suspiciose accipit). Ook mag Melanchton in dien brief nog opmerken, dat hij zonder eerzucht (aneu philoneikias) handelt in de kerke-aangelegenheden, waarin hij wordt betrokken, enz. Ook in zijn antwoord op Calvijns tractaat over de superstities dateert hij van het tijdstip, dat Noach ging in de ark. Dit tractaat van Calvijn draagt tot titel: Libellum de vitandis superstitionibus.
Het advies van Melanchton C.R. Opera Calv. VI coll. 624. (Dit advies is tegelijk verzonden met boven vermelden brief no. 632.)
In een noot merken de uitgevers op, dat uit een werk: „Art de verifier les dates" Ed. 1818 T. I. p. 34 blijkt, dat in de 16e eeuw er velen zijn geweest, die de geboorte van Christus stelden tusschen de jaren 3970 en 3944 na de schepping der wereld.
9) Joseph Scaliger, gest. 1609; Josephi Scaligeri de emendatione temporum Lutetiae 1583. Robert Schram heeft tafels opgesteld, waardoor men in staat is van iedere jaartelling elke datum gemakkelijk over te brengen in de Juliaansche periode van Scaliger. Robert Schram: Kalenderiographische und chronologische Tafeln. Leipzig 1908. (P.R. E. Bnd. XXI S. 914 Litteratur).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 februari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Iets over jaartelling en kalender II.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 februari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's