Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Teekenen der tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Teekenen der tijden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een „Romfahrt" gold van ouds als een groot voorrecht! Vooral een lentereis naar de eeuwige stad werd steeds beschouwd als een buitenkansje. Evenmin als het iedereen te beurt viel naar Corinthe te varen, even weinig werd men begunstigd met een tocht naar de oude keizerstad. Een pelgrimstocht derwaarts is van ouds aangeprezen als eene cultureele noodzakelijkheid. Hoevele mannen (en vrouwen) van name richtten vanaf overoude tijden oogen en schreden naar de Tiberstad. Als eene machtige fee trok deze de grooten en voornamen der aarde tot zich. Haar sirenenzang ruischte door alle eeuwen. Niemand kon aan hare bekoring weerstand bieden. De zetel der pauselijke macht verleende meerderen luister aan de wereldstad en zette luister aan hare schoonheid bij. Rome bezocht te hebben beteekende een aanbeveling voor gansch het leven. Wie vandaar huiswaarts keerde, werd van alle zijden benijd. En gold van ouds het gezegde: eerst Napels zien en dan sterven, men zou anderzijds kunnen zeggen: eerst Rome aanschouwen en dan leven!
Een lange stoet bezoekers trekt door alle tijden in de gestalte van feestgangers naar de poorten der wereldvesting. En wie niet kwam in de gedaante van bewonderaar, naderde als veroveraar van de meest en heet begeerde.
Ceasar trekt de Rubico over om zich een rijk te veroveren in het hart der wereld, zooals Rome oudtijds heette. Menige krijgsman is hem gevolgd met dezelfde bedoeling. Doch tegenover de heldenschaar, die aantrok op de heerscheresse der volken, verschijnt de priesterschaar, die toetreedt met het brandende en geurige wierookvat in de hand, om eere te brengen aan de parel aller steden, voor welke allen knielden in het stof.
Vooral als het zoogenaamde „jubeljaar" der Roomsche kerk in het gezicht kwam, haalden en halen duizenden het reiskleed te voorschijn om te Rome aflaat te zoeken voor hunne zonden en hun geld te offeren op het Roomsche altaar der verzoening!

Een jubeljaar is het thans niet — of het moest wezen voor Mussolini. De juichtoon klinkt in Italië. Het Italiaansche „keizerrijk" wordt van alle zijden erkend. Het offer wordt aangedragen. Engeland heeft den weg naar het Quirinaal al gevonden. Wel scheen de vaart naar het „keizerlijke paleis" even belemmerd te zullen worden, want er klonk een enkele Spaansche klank, die niet aangenaam was voor Londen: het verluidde heel even, dat Gibraltar feitelijk door Engeland was... gestolen eertijds. Maar dit klankje verstomde al heel spoedig en de vaart door de Straat van Gibraltar is weder geheel vrij. De batterijen van Albion beheerschen nog steeds den corridor der Middellandsche Zee, al is het niet alleen de be - doeling daar saluutschoten te doen klinken.
Frankrijk zal er ook aan moeten gelooven om Londen op de Romfahrt te volgen. Polen blijft geenszins achterwege. En de Balkanstaten deden ook zoo iets als: mooi zitten en pootjes geven aan den Duce. Deze komt den laatsten tijd zelfs handen te kort om alle vrienden, bekenden en bondgenooten te verwelkomen. Zuid-Slavië vooral drukte hard en hartelijk Mussolini's hand en Ankara was er dezer dagen getuige van, hoe de wispelturige Balkanstaten zich gehaast hebben om Rome haar hulde aan te bieden!
Eerst gedroegen de mogendheden zich, ten opzichte van Berlijn en Rome, het midden van ons werelddeel, centrifugaal. Thans zijn de rollen omgekeerd: centripetaal treedt men op. De as Rome—Berlijn schijnt, al is zij niet de aardas, toch de as van Europa te zullen worden, waaromheen het alles zich wentelt. Het staat te bezien, dat zeer eigenaardige draaiingen of draaierijen om dezen gewichtigen spil vol gril zich zullen voltrekken. De Europeesche wagen wordt, als het zoo doorgaat, door dezen as gedragen. Deze as snijdt Rusland in menig opzicht den pas af.
„Het keizerrijk beteekent den vrede!" Aldus sprak eens Napoleon, de neef van den banneling! Zou het ook nu gelden: dat het Italiaansche keizerrijk den vrede inhoudt? Wat Napoleon verwaten uitsprak, bleek geheel een fout te zijn. De oorlog kwam en heel het blinkende keizerrijk stortte in elkander. Men diene af te wachten in hoeverre Italië den Europeeschen vrede zal dienen en bevorderen.

D' Annunzio stierf. Veel zal ik uit zijn leven niet opdelven. Ik zou feiten en episodes kunnen noemen, die zeer éclatant zijn. De Roomsche kerk kan erover meespreken. De „held van Fiume" is niet meer. Het standbeeld zal hem spoedig vervangen, al zal het wel niet zoo gaan als met de gedachtenis van Garibaldi, wiens ruiterstandbeeld bijna alle steden en pleinen in Italië siert. Na Marconie is het Italiaansche volk opnieuw in rouw. Met Pindarus zal ik dezen dichterlijken vechtjas niet vergelijken. Hij leidde de laatste jaren een vrijwel vergeten bestaan.

Alleen Moscou staat ver van Rome. Nooit konden deze twee steden het samen erg goed vinden. Ook in het kerkelijke leven werd de afstand in den loop der historie steeds grooter. En nu is er geen enkele trait d' union te vinden.
Trouwens, Moscou heeft de handen vol met eigen zaken te beredderen. Wat een bloed! Het Kremlin wordt al meer een moordenaarskuil. Geheimzinnig trekt zich Stalin achter de Moscovische schermen terug. Het Moscoudrama zet zich voort. De bloedraad voltooit haar luguber werk. Nieuwe slachtoffers nemen op de bank der beschuldigden deemoedig plaats. Deze bank is de zondaarsbank, waarop zij alle misdaden belijden. Als kinderen zonder wil en wilskracht beamen zij alle aanklachten. Als was zijn zij in de hand des dictators. „Ave Caesar, moritur te salutant". De ter dood gedoemden doen een laatsten knieval voor Stalin en verdwijnen in nevelig verschiet. De Byzantijnsche wreedheid, van ouds berucht, schijnt in Oost- Europa onsterfelijk te heerschen. Onzegbaar leed legert zich over het voormalige Czarenrijk. Stalin zit, naar een bekend gedicht, op zijn troon, zóó somber en zóó bleek, en wat hij verzint is verschrikking en wat hij uit zijn oogen straalt is woede, en wat hij spreekt is geesel en wat hij schrijft is bloed...!
Moscou, gij stad der bloedige hecatomben! Deze moderne Minotaurus verslindt allen zonder onderscheid. Wie zal de Theseus worden, die met het rechtvaardige zwaard het monster zal machteloos maken? Welke Ariadne zal de draad in de hand geven om uit den doolhof van het vreeselijke Kremlin te ontkomen?

De hecatomben! De groote offerfeesten! Feesten van stroomen bloeds. Dagen van dood en verderf! Daar worden de offerdieren ten gerichtplaats gevoerd. Stieren, lammeren, schapen en geiten. Pindarus zingt van ezels, die mede het slachtoffer worden. Een gemengd dierengezelschap! Ik breng dit beeld niet geheel over. Zeus eischte zulk een geweldige offerande! Onder keizer Julianus werden wel honderd leeuwen en ook honderd arenden ten altare heengeleid! „Keizerlijk offer", aldus luidde de gebruikelijke term.
Offer, hecatomben voor den rooden Czaar. Zoo bloeit (bloedt) Rusland in den modernen tijd. Creta's vorst moest door hetacomben regeeren, Stalin niet minder.
Een lentereis naar Rusland is niet gewenscht!

Holland—Rome!
Vergis u niet. Ik heb niet het oog op een tocht naar Italië. Doch ik wil alleen maar de Protestantsche aandacht vestigen op het gedenkwaardige feit, dat een bekend Roomsch literator smalend schrijft (dezer dagen) over de rede ..Bij Vondels graf" gehouden in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Met verachting schrijft deze Roomsche critiker over het koude, kale kerkgebouw, waar Prof. Gerretson over den „prins der dichteren" sprak. Ik memoreerde toen in dit blad, hoe het te bezien stond of de Roomsche kerk het in deze met den gevierden dichter eens was. De vraag is thans duidelijk en scherp van Roomsche zijde beantwoord. De streep werd door des professors redevoering getrokken. Hij krijgt geheel onvoldoende. Rome blijft en blijkt Rome.
De Roomsche kerkbladen hebben de gewoonte over de Protestanten te schrijven als „de ketters". Ik denk, als ik dit dan lees, altijd dadelijk aan het door ons, Protestanten, zoozeer geliefde Protestantsche Vorstenhuis.
Hoe denkt de Roomsche kerk daarover? Welke naam heeft de Roomsche kerk in dit verband? Onze Koningin zette zich in 1917 met haar gevolg neder in de Kerk om te luisteren naar de gedachtenisrede van wijlen Prof. S. D. van Veen in verband met het Gedachtenisfeest der Kerkhervorming.
Sapienti sat!
Wij zien nu hoe het gaat in het land van Prins Willem, den Bevrijder, Vader des vaderlands, als men, met de Roomschen, „stoelend op eenzelfden wortel des geloofs", den Roomschen Vondel gaat herdenken zonder te bedenken „quidquid id est, timeo Danaos et dona ferentes". Onze heiligdommen worden dan door hen bezocht en even later ontheiligd door de Roomschen, die met verachting spreken over een Protestantsch kerkgebouw, omdat het niet „versierd" is met Mariabeelden, altaren en offerlichten. Daarom waarschuwe men onze menschen en catechisanten tegen een pater, die zelfs te Kampen den gereformeerden studenten kwam bewijzen, dat de heiligenvereering toch nog zoo gek en zoo onschriftuurlijk niet was. Fascisme schuilt overal, overal mijn vrinden...! Roomsch Fascisme, liberaal Fascisme... ohne Ende. Als men dit Fascisme maar kon doorzetten. Vondel's geprezen verdraagzaamheid is onroomsch. Nu weet men het toch, hopen we, voor goed.

Hetacomben!
Sla de geschiedenis der Inquisitie op. Het offer stroomt in beken bloeds en Belial's u tegemoet. De gruwelijke Bartholomeusnacht was paapsche Hecatombenacht. Daar werden zij geofferd, in huis en op de straten: de leeuwen, de Coligny's, de arenden des geloofs, de lammeren der Christelijke kudde.
De Waldenzen werden letterlijk uitgemoord. De Inquisiteur Tapper viel van woede dood neer toen Philips hem ter deure liet uitzetten. Een spotboekje verscheen: Apotheose ofte Hemelvaart van Ruard Tapper. En de man met den suggestieven en illustratieven naam: ]an Gruwel liet zich in het kettergericht allesbehalve onbetuigd.
Jan Gruwel! Telkens keert hij weder in de historie. Overal duikt hij op, met bloed bedropen, met bloeddruipend zwaard.

Romfahrt! Vele groote mannen togen naar het Zuiden: Luther, Goethe, Milton. Walther Scott... eindelooze rij. En Luther riep bij thuiskomst luid uit: als er een hel is. dan is Rome daarop gebouwd!
Vele diplomaten tijgen naar Rome. Moge hun politieke uitroep een andere worden dan Luther's religieuze!

Lentereis naar Italië! Lentelucht waait zacht u tegen. Lentezon werpt koesterende stralen op u neder. Lentebloemen groeten u op classieken en poëtischen bodem. Lentelach omstraalt u...
Maar op eens... wat is dat? De hemel betrekt. Grauwe wolken snellen aan... Hevige hagelbui. En dat in Italië in lentedagen... Ja, ook Italiaansche lentedagen brengen vlagen, hagelslagen, voorjaarsplagen, vele vragen, listen en lagen. Ook nu is 't wagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Teekenen der tijden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's