Verontrustende prediking door H. C. Touw; Nummer 5 uit Serie: „Onze Tijd". Uitg. G. F. Callenbach N.V. Nijkerk.
„Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld wordt", zoo begint het zevende hoofdstuk van Mattheus. Ds. Touw acht zich in staat om de prediking „in alle richtingen en kerken" aan de hand van typeerende citaten uit preeken en dergelijke geschriften van zeer verschillende kerkelijke en theol. richting en kleur, van uiterst links tot uiterst rechts te wegen en te vonnissen. Als hij ze dan allen te licht heeft bevonden en soms in pathetische verontwaardiging de pen neerwerpt met een: hier schieten alle woorden te kort (p. 47), dan neemt hij de laatste twaalf pagina's voor zichzelf om de ware prediking naar het zoo bekende model der Duitsch-Zwitsersche dialectische theologie als het eenig mogelijke aan te kondigen.
Heeft Ds. Touw echter nu hij heel kerkelijk Nederland op de kon ziet staan er wel eens aan gedacht dat juist deze richting op haar beurt ook niet geheel vrij is van haeresie? Weet hij, dat volgens niemand minder dan Friedrich Heiier, de dialectische theol. aanstuurt op gnostische docetisme, door haar eenzijdige nadruk op het finitum non est capax infiniti, dat in de radicale weigering om eenige waarde toe te kennen aan het geschapene een Manicheesche tendenz, en in het steeds verder uiteenscheuren van schepping en verlossing een Marcionitische trek ligt opgesloten; dat voorts niettegenstaande haar vlijmende profetische scherpte, de ijskoude adem van een abstract esoterisch intellectualisme door deze theologie heenwaait?
Om kort te gaan bij deze mohammedaansche Godstransscendentie waar reeds de flauwste herinnering aan de eenheid en de vervulling der mystiek als „de roode lap" werkt, blijkt juist de beschuldiging ook in dit boekje geuit, dat namelijk de bijbel verkeerd of slechts gedeeltelijk wordt aanvaard de groote fout uit hun eigen kamp. Ja zoover durft hij gaan dat hij de vreemde woorden van Barth met groote instemming citeert: „Er fangt an mit dem christian life und endet mit dem Heidentum" gezegd van een ieder die „nicht nur Gott, sondern auch i c h ! " zegt. (Alsof in het: nur Gott niet het ich besloten lag). Gelukkig dat de bijbel wel de twee kanten kent naar de volle alzijdigheid van het Christelijk geloof.
Bovenstaande recensie vonden wij in het zoo juist verschenen December-nummer van V o x T h e o l o g i c a (Interacademiaal Theologisch Tijdschrift). De recensie is niet door iemand van Geref. belijdenis geschreven. Omdat ze echter rake opmerkingen bevat, geven wij dit gedeelte door ter overweging.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1938
Gereformeerd Weekblad | 1 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1938
Gereformeerd Weekblad | 1 Pagina's