Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Marnix' Bijenkorf I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marnix' Bijenkorf I

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor ongeveer 400 jaren werd Philips van Marnix, Heer van St. Aldegonde, te Brussel geboren. Dit jaar is gesteld als gedenkjaar van zijn geboorte. Eenige maanden geleden plaatsten wij in ons blad zijn „Vermaan". Nu willen wij een bloemlezing leveren uit zijn „Bijencorf". De groote mannen uit de meest indrukwekkende tijd onzer geschiedenis leven voort in hun werken. Marnix te gedenken dat is dus mede: zijn Bijencorf eenigszins aan de vergetelheid te ontrukken. Dat hebben wij ons dan voorgenomen.
Het proza van de Bijencorf is het beste proza der 16e eeuw genoemd, het werk zelf naast den Reinaert. de treffendste satire onzer letterkunde. Maar niet in de eerste plaats de letterkundige waarde van dit boek, integendeel de verkondiging der waarheid in dit boek, wenschen wij voor oogen te stellen. Dit werk is immers nog up-to-date.
In 1568 moest Marnix, evenals zoovele zijner geloofsgenooten, voor de moordende tyrannie van Alva het land verlaten. Eerst vertoefde hij in Emden, later in Lütetsberg. De traditie wil. dat hij in laatstgenoemde plaats ten huize van zijn vriend Unico Manninga, de Bijencorf geschreven heeft.
Wanneer gij het boek leest, moet gij u den toestand van dezen balling eens indenken. Hij is verdreven van huis en hof, arm en berooid. Zijn achtergebleven geloofsgenooten weet hij overgeleverd aan den hertog van Alva, de inquisitie en de nieuwe bisschoppen. Blijven zij getrouw tot den dood, dan zullen weldra overal de brandstapels hoog oplaaien. Uit de volheid van zijn door den nood der Kerke Gods bewogen gemoed, schrijft hij nu zijn „Bijencorf der Heilige Roomsche Kerke". Het boek moet in korten tijd voltooid zijn, waarschijnlijk in de tweede helft van 1568. Marnix was zeldzaam begaafd en zeer werkzaam.
De Bijencorf is vol Gereformeerde geloofsleer. Hoe vol scherts en kortswijl het boek ook is, gaat het over de Waerheid Gods, dan is Marnix diep-ernstig. Het meest valt dat in het oog, waar de schrijver het uit genade alleen stelt tegenover de verderfelijke leer der goede werken. Verborgen onder alle ironie, maar daardoor des te meer opvallend, ligt de klare uiteenzetting van de leer des Evangelies.
In zes stukken heeft Marnix den Bijencorf verdeeld. Het eerste stuk: men moet gelooven wat de Roomsche Kerk gelooft. Maar wat is dat dan voor een leer, die men heeft te gelooven? O, die wordt van alle kanten bijeenvergaderd, want: de Roomsche Kerk is een Bijenkorf. Maar de leer der ketters is de ware leer niet. De ketters hebben altijd ongelijk. De Bijenkorf der Roomsche Kerk heeft argumenten genoeg. En één argument faalt nooit. W a t dat is? Het argumentum a fasciculis, van den mutsaerden. Men moet het vuur in die ketters steken, dan is het ineens uit met hun gedisputeer.
Het tweede stuk van de Bijencorf: men kan alles uit de Schrift bewijzen. Met dien verstande: men moet zijn eigen uitlegger zijn. Kan men zich met de uitleg van de heilige Roomsche Kerk niet vereenigen? Dan wordt men tot asch en pulver verbrand. Het derde stuk: van de Sacramenten. Het vierde: de beelden-, heiligen-, en hostievereering. Het vijfde: het wereldsche leven der Hugenoten en Lutheranen. Het zesde: de walgelijke domheid en boosheid hunner predikanten. In het aanhangsel geeft Marnix een beschrijving van de bijen, de honing, de honingraat en al wat er toe behoort.
Het is een boek vol medelijden voor de om des geloofs wil vervolgden. Dat klinkt door in die slagzin, welke als een refrein terugkeert: „men salse aen een staeck verbranden. .
Toen het boek verscheen, was het terstond zeer geliefd. Drie drukken volgden elkaar spoedig op. En dat zegt wat, wanneer men bedenkt, dat het boek verboden was, en door de bloedhonden der inquisitie ijverig gezocht werd. Ongeveer 100 jaar na de eerste druk telde men ongeveer 22 herdrukken. Het werd niet alleen in ons land gelezen, ook in het buitenland. Viermaal werd het vertaald in het Duitsch. De vertaling van Fischart beleefde 10 herdrukken. Viermaal verscheen een druk in het Engelsch.
Daar is veel gedisputeerd over de vraag: is ter verdediging van de ware godsdienst spot geoorloofd? Niemand minder dan Voetius behandelt deze vraag in zijn Exercitia pietatis.
Spot is zeer wel geoorloofd als wapen tegen belachelijke meeningen en dwaze redeneeringen van hoogmoedige menschen. Niet alleen geoorloofd, maar nuttig zelfs. Bij de weerlegging van de valsche leer hebben Profeten en Kerkvaders ironie en sarcasme gebruikt.
Na deze korte inleiding gaan wij over tot de bloemlezing uit het werk.
De titel is:
DE BIJENCORF
der Heilige Roomsche Kerk
door
Philips Marnix, Heer van St. Aldegonde.
Daarna volgt:
VOORREDE DES BOEKS
waarin de zendbrief van Gentianus Hervet in zes stukken wordt verdeeld en haar bedoeling kortelijk uitgelegd.
Ter verklaring diene, dat in de morgenstond der Reformatie een boekje verscheen: getiteld: Missive of Zendbrief aan afgedwaalden van het Christelijk geloof. De schrijver was Gentianus Hervet, en de Bijencorf is de weerslag op dit werkje. In deze Missive tracht een der Roomsche ijveraars de afgedwaalden terug te brengen tot de Roomsche Kerk. In de Bijencorf staat Marnix dezen Hervet te woord, en op meesterlijke wijze. Maar laat ons deze voorrede zelf lezen. Zij luidt:
Deze diepgrondige en hooggeleerde Zendbrief of wilt gij Missive van den Eerwaarden Doctor Meester Gentianus Hervet, geschreven aan de afgedwaalden van de Heilige Roomsche Katholieke Kerk, wordt in zes hoofdstukken hoofdzakelijk verdeeld. Het eerste daarvan is: dat de Ketters en Hugenoten zich niet voor geloovigen kunnen uitgeven, omdat zij niet alles gelooven, wat onze lieve Moeder de Heilige Kerk gelooft, buiten welke geen zaligheid te verkrijgen is; en inzonderheid, omdat zij de transsubstiantie (wezensverandering) van het brood in het ware lichaam van Christus niet willen gelooven.
Het tweede is aan het eerste gekoppeld, namelijk, dat zij zeer ten onrechte het er voor houden, dat men niets behoort aan te nemen buiten de Heilige Schrift.
Het derde, dat zij zeven Sacramenten en inzonderheid de oorbiecht, het Sacrament van het Huwelijk, en het heilig Oliesel niet gelooven.
Het vierde, dat zij de Catholieken groot onrecht doen. als zij ze uitschelden voor afgodendienaars en beeldenaanbidders.
Het vijfde, dat zij niets anders zoeken dan vleeschelijke vrijheid.
Het zesde en het laatste, dat hun predikanten ongeleerde buffels zijn, en een boos en ongepast leven leiden.
In deze zes punten wordt met korte woorden verhaald den ganschen grond en het fundament der H. Catholieke leer der Roomsche Kerk, en zoo aardig bevestigd, ja ook alle ketters zoo over den hekel gehaald, dat er geen woord op valt te zeggen. Maar omdat de grond en het doel van den schrijver daartoe voornamelijk gestrekt heeft, dat hij de Hugenoten hiermede zou uit de tent lokken en in het veld halen, om ridderlijk met hen te strijden (zooals hij vermeldt, dat onlangs ook in Frankrijk de vrome en edele Ridder: Meester Claes Villegaignon gedaan heeft, die met zijn schrijven Johannes Calvijn hoopte uit de tent te lokken en alzoo een eeuwige roem en naam te verkrijgen). Maar het is met dezen ook juist zoo gegaan als met den voorzeiden heer Villegaignon: want het is ook geschied, dat hij om zijn voornemen op het allerbeste na te komen, evenals de voormelde heer, vele stukken twijfelachtig, en sommige zeer duister, sommigen ook wat dom- en plompachtig heeft opgesteld. Hopende hiermee als met een lokkebrok de visch in het net te krijgen. Maar och arme, daardoor is het gebeurd, dat zijn goede en heilige meening verkeerd verstaan is geworden, en dat er de ketters mee hebben staan spotten.
Reden? Alsof hij niet waard ware, dat men er een antwoord op schreef? Inzonderheid in aanmerking nemende, dat hij geen of zeer weinige Geschriften en bewijsredenen heeft aangehaald? Juist zoo hebben zij vroeger met den voorzeiden heer Villegaignon gespot.
(Wordt vervolgd.) C.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1940

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Marnix' Bijenkorf I

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1940

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's