Uw heil komt
Jezaia 62 vers 1lb : ,,zegt der dochter Sions: Zie, uw heil komt; zie, Zijn loon is met Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht."
Dit hoofdstuk van Jezaia's profetieën laat ons den profeet zien als vol van hoop en verwachting, door den Geest des Heeren. Want hij heeft gehoord in het heiligdom, dat de Heere zwoer bij Zijn ïechterhand en den arm Zijner sterkte, dat Hij Zijn volk verlossen zou. Zóó zeker Hij er de kracht toe bezit, zóó zeker zal Hij het doen. De Messiaansche toekomst wenkt!
Zie, de Heere heeft doen hooren tot aan het einde der aarde: Zegt der dochter Sions: Zie, uw heil komt...
De profeet roept de bijzondere aandacht in. Zie... merk er op, gij benauwden van hart. Er is een boodschap uitgegaan van den troon des Eeuwigen! En... wat uit Zijn lippen gaat, blijft vast en onverbroken.
De profeet mag een verbazingwekkend wonder doen hooren. Of, zou het dat niet zijn? Voor zijn geest verrijst de standaard des heils. Hij ziet de banier der genade wapperen. Ja, het zegt wat: de aarde zal vol zijn van de kennis des Heerene gelijk de wateren den bodem der zee bedekken! E n . . . wat zien wij, wat hooren wij, wat lezen wij: zij is vervuld met wrevel! Maar bega nu de fout niet, de fout der verdwaasde rede en des ongeloofs den roep des vredes en der genade te verbergen onder dien wrevel; toe te dekken met de werkelijkheid der zonde. Doe dit ook niet ten opzichte van uw eigen leven. Daar van binnen ziet het er niet te best uit... is het wel? Gij hebt toch een weinig zelfkennis bekomen? Of heb ik dat verkeerd? Welnu, ten spijt van de wereld, ten spijt van den duivel en ten spijt van mijn duistere hart zult gij zien, dat ik zal overwinnen door het bloed des Lams.
De Heere heeft doen hooren tot aan het einde der aarde... Daarom durf ik er staat op maken. Waarom? Omdat de Heere het heeft beloofd. Hier is het profetisch getuigenis, dat spreekt van de dingen, die nog niet zijn alsof zij waren, vanwege de zekerheden Gods. Het is heden het jaar onzes Heeren 1945 en... eeuwen daarvóór profeteerde Jezaia en nog is die boodschap van het heil des Heeren niet verbreid tot aan het einde der aarde! Geen wonder, dat de rede en het ongeloof zulke profetieën voorbarig vinden! Doe daaraan niet mee! Als de Kerk in verval is, wij weinig hooren van bekeering en doorbraak ten leven, worden wij niet moedeloos, maar gaan in dén donkeren avond naar buiten om het schouwspel van onzen vader Abraham te zien aan den hemel. Zie nu op naar de sterren en tel ze... zóó zal uw zaad zijn.
Nóg schitteren die sterren aan den hemel ten teeken van Gods belofte. Zie, de Heere heeft doen hooren tot aan de einden der aarde...
Overal waar ballingen wonen, wordt de blijmare des heils gehoord: De Heere heeft gesproken: Ballingen, ver van huis en hof verwijderd, ver weg van Gods altaren! Hoor, Hij roept... Hij noodt, Hij doet het heil hooren.
Ik zie u wel ronddolen vol angst en kommer, vol heimwee der ziel en gij meent: ik ben afgesneden van voor Zijne oogen! Zou God het weten? Ja, ja, Hij weet het! Reeds hoorde ik Zijn boodschap ter verlossing, ik kom het u vertellen, hoor, hoor: Jezus komt.
Een klein stukje der aarde had slechts gehoord van de daden des Heeren. De andere volken kenden den Heere niet; Hij sprak niet tot hen. Dat was Israëls privilegie. De nacht van het heidendom was dicht. De bedeeling der genade was gebonden aan den tempel te Jeruzalem. Maar dit zou anders worden. Uit alle volken der aarde zal de Messias-Koning zijn onderdanen recruteeren, beginnende van Jeruzalem.
Zulks zij bekend op den ganschen aardbodem! De Heere beloofde Hem toch: Ik zal U geven de einden der aarde tot uw bezitting. Vorst Messias zal heerschen van de zee tot aan de zee en van de rivieren tot aan de einden der aarde.
Het is te gering, dat Gij Mij een knecht zoudt zijn om op te richten de stammen Jacobs. Ik heb U ook gegeven ten lichte der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan de einden der aarde.
Alle einden der aarde zullen zien het heil onzes Gods. En Micha profeteerde: Hij zal weiden in de kracht des Heeren en groot zijn tot aan de einden der aarde.
Hij maakte een zegetocht over de aarde met Zijn Kerk, die Hij betrekt in Zijn gang door de wereld als zendingskerk.
De Heere doet hooren tot aan het einde der aarde, door middel Zijner Kerk.
Over cfeze donkere aarde weerklinkt de blijmare des heils. Anders was zij reeds lang verzonken in den eeuwigen nacht. Zult gij het ter harte nemen, mijn lezer, want de dag Zijner toekomst genaakt. Gij kunt met die heilsboodschap niet spelen. Zie dan toe, dat gij dien die spreekt niet verwerpt.
En tot wie komt nu die blijmare het eerst?
Zegt der dochter Sions: zie, uw heil komt!
De profeet krijgt dus een opdracht, een bepaald adres voor zijn boodschap des heils. Hij mag niet spreken uit eigen hart, maar ook niet aan eigen bedacht adres.
Dat is toch nog zoo. W e mogen niet troosten, dien God niet troost, de zonden niet vergeven dien God ze niet vergeeft. Wij adresseeren onze boodschap, ook al kennen wij den man of vrouw niet, voor wien de blijmare is bestemd, naar het Woord.
De Heilige Geest draagt de boodschap in. Maar het is soms of wij gevoelen waar de boodschap blijft... soms ook, dat wij haar niet kwijt kunnen.
Zegt der dochter Sions... dat is zijn adres. Deze uitdrukking komt dikwijls voor in het Woord. Enkele voorbeelden uit vele:
De dochter Sions is overgebleven al.s een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof, als eene belegerde stad (Jez. 1 : 8 ).
Dus, de stad Sion wordt voorgesteld als eene maagd, gelijk Babel heet: de dochter der Chaldeeën. De stedenmaagd. En zoo wordt het volk der stad bedoeld.
Hier kunnen wij zeggen, is de dochter Sions het uitziende volk des Heeren, neerzittend in ellende. E n nu krijgt die dochter Sions een boodschap, die zij door moet geven, na er zelf door verkwikt te zijn.
Toch is de titel vaak meer algemeen bedoeld voor het volk des verbonds. Ik zal den schedel der dochter Sions schurftig maken (Jez. 4 ).
Gesproken wordt van de dochter Sions, om ons het volk in ballingschap te teekenen, In ieder geval is zooveel duidelijk, dat het een onwaardige maagd is, die de boodschap des heils ontvangt.
Israël was altijd omringd door afgunst. Edomieten, Ammonieten en Moabieten, nog wel broedervolken, waren altijd hun belagers en dan de verder omliggende volken!
Maar de Heere redde hen keer op keer. Thans wordt echter meer toegezegd dan redding van de vijanden van rondom. Dit behoorde óók tot het Messiaansche heil, omdat Sion Gods stad was, samenvatting van het bondsvolk; in de kern verkoren ten leven.
Wij zouden onzen text kunnen vergelijken met een kijker, ingeschoven met ringen, die men kan uittrekken. En zóó reikt de blik van den profeet tot den oordeelsdag. Deze profetieën worden geleidelijk vervuld; zijn boordevol van inhoud. De Dochter Sions is dan ook beeld van de wachtende en uitziende kerk van den nieuwen dag. Openbaring 22 bezigt de woorden van onzen text.
Zegt der dochter Sions: Zie, Uw heil komt!
Anderen vertalen: zie, uw Redder komt. Het gebruikte woord hangt samen met Jozua, redder, heilbrenger. Dit heil nu komt doordat de Heere zelf tot . ons komt in Christus. Hij is de Heilbrenger. God heeft Zijn volk bezocht met de opgang uit de hoogte. Zoo ontvangt de dochter Sions een rijke toezegging. Zie, uw heil komt!
En dit heil, deze redding, deze zaligheid door den Zaligmaker, brengt tegelijk onrust onder de vijanden des Rijks. Want de dag der wrake en het jaar Zijner verlosten is tegelijk in Gods hart; het kan niet worden gescheiden. Wie zal den dag Zijner toekomst verdragen? Het aangekondigde heil brengt groote spanning, beroering. E n er ontstond tweedracht onder de schare om Zijnentwil.
Zie, uw heil komt, dochter Sions!
De wereld is al zoo dikwijls bedrogen door de heilroepers! Het bleef oorlog en ellende. De heilroepers zijn te gronde gegaan alle eeuwen door, of het nu een machthebber der aarde was, dan wel een stelsel heil zou brengen. Zoo zal het ook nu gaan. Er is maar één heilbrenger, ik ken geen .tweede. E n die ééne brengt alles mee. W a t houdt nu dit heil in? Kunnen wij er wat mee beginnen?
Sieg, heil! Wij hebben het dikwijls hooren roepen met daemonische kracht en nu zitten de heilroepers in de beklaagdenbank als misdadigers en bedriegers.
Heil, redding, zaligheid. Alle heil is samengevat in den naam Jozua - Jezus. Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden. Het woord omvat alle heil voor tijd en eeuwigheid.
Mozes, de leider van Israël uit Egypte, sprak: Ziet het heil des Heeren, dat Hij heden aan u doen zal. Dan doelt Mozes op den uittocht, door Gods sterke hand en uitgestrekten arm.
In dit woord heil is opgesloten de gansche redding des zondaars van de schuld der zonde; van het oordeel Gods; van de tyrannie des satans, de heerschappij der wereld.
Alle goederen des heils en voorrechten der genade zijn in dat eene woord: heil samengevat. Het is een woord van oneindige rijkdom. N o g nooit heeft de dochter Sions het gepeild tot den bodem. Heil, leven met God, zaligheid, blijdschap door den Heiligen Geest.
Eeuwig heil, daarom ook vertaald door zaligheid. Op uwe zaligheid wacht ik, o Heere, zei vader Jacob op zijn sterfbed. En Job fluisterde, terwijl hij steunde van smart en weedom: ook zal Hij mij tot zaligheid zijn, maar een huichelaar zal voor Gods aangezicht niet komen.
Hooren de benauwden van hart het wel? Er is heil, ja, wat meer is, het komt tot u.
Zie, uw heil komt! Kom, zie niet zoo somber, alsof er geen licht is van boven. Het heil, neen uw heil komt, het heil van u, dochter Sions. U w heil, voor'u bestemd, voor u bereid, voor u gezonden.. Het is al onderweg! Ja, er is reeds een voorproef van in uw leven. Gij zoudt in uw druk zijn vergaan, ware het niet, dat dit heil u sterkte, zelfs al ziet gij het niet. Sommige gevangenen, die niet willen eten, of kranken, worden kunstmatig gevoed. Zij hebben geen smaak van het voedsel, maar wel de kracht. Maar toch is de bestemming van het heil niet tot kunstmatige voeding om uwe ziel in het leven te houden, doch tot dankbare aanvaarding en overname des geloofs.
De ellendigen worden versterkt en de hoop wordt verlevendigd.
Staat gij, opziende naar boven en zuchtende: och, of Gij de hemelen scheurdet en nederkwaamt? Zie, het komende heil roept om adventskinderen, om een hongerend en dorstend volk.
Toen Bethlehem in het zicht kwam, waren er: verwachtende de vertroosting Israëls. De Heilige Geest bereidt de komst van het heil voor. Anders zou er geen plaats voor zijn. Wel moet de boodschap de aarde doorklinken, maar hier is het eerste adres: zegt der dochter Sions: zie, uw heil komt.
Hier-komt-het-heil. Het wordt Kerstfeest. Zeker, geen twijfel daaraan! Uw heil komt! Zou het waar zijn, zou het kunnen? Zeker kan het! Hij, die belooft is getrouw, die het ook doen zal. Hij zou spreken en niet doen, zeggen en niet bestendig maken?
Wat uit zijn lippen is gegaan, blijft vast en onverbroken.
Indien gij gelooft, zoo zult gij de heerlijkheid Gods zien.
Als de Heere een heilsboodschap doet uitgaan, zorgt Hij ook voor ontvangers.
Denk maar aan den nacht van Bethlehem, toen het brood des levens werd gelegd in de kribbe. De engelen zongen niet alleen van het heil, maar daar waren ook herders, die haastig heengingen naar Bethlehem om te zien het woord, dat de Heere hun had kond gedaan.
Uw heil komt! Zeg dit der dochter Sions, spreekt de Heere. Zeg het telkens weer en werp hen op Mij. Ach, hoort ook de klacht van Paulus: „Gijlieden hebt u des eeuwigen levens niet waardig geacht, zoo keer ik mij tot de heidenen."
Is er nu heden een uitziend en verlangend volk? Gij hebt de boodschap des heils reeds zoo menigmaal gehoord en... hebt u afgewend. Gij zoekt uw heil in den dood. Is er verlangen naar dit heil? Kwam het? Is het er? D a n tóch verlangen naar nieuwe genade, uitzien naar den God uws heils.
Zie, uw heil komt.
Jezus is de schatkamer van Gods algenoegzaamheid. W a t wordt in de Schrift veel gesproken van dit heil. Het heil is in Hem. Ik kan het niet ontvangen buiten Hem, maar alleen door het geloof in Hem. Boodschapt Zijn heil van dag tot dag. Nooit mogen wij het moede worden te getuigen van Hem, die het heil is.
Het moet geboodschapt worden, ik heb een boodschap voor u! Zoo, wat is er en gij neemt het gelaat op van den brenger. Zou het een harde boodschap zijn? Is er een ongeluk gebeurd? Neen, er is een wonder gebeurd. God heeft Zijn Zoon gezonden in gelijkheid des zondigen vleesches. Hij, die rijk was, is arm geworden, opdat Hij armen zou rijk maken. Zijt gij nu die mensch; zeg tot mijne ziel: Ik ben uw heil.
Uw heil komt in den Heiland. Hij komt! Hij is gekomen en toch moet de adventsroep uitgaan over de aarde in hare lengte en hare breedte. En de Maranatha-roep is haar uitlooper. In het midden der wereld is de Kerk en deze getuigt naar" binnen en naar buiten. Zalig zich te verlustigen in dat heil. Want, Hij brengt zaligheid. In Hem is al mijn heil, mijn eer, mijn sterke rots, mijn tegenweer.
Vanwaar komt het? Van boven! Waar komt het? In de kribbe, Hoe komt het? Als een wonder. Waartoe komt het? Tot glorie des Heeren en zaligheid des menschen.
Doch staan wij nu nog een oogenblik stil bij het slot van onzen text:
Zie, Zijn loon is met Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
Weer wordt de bijzondere aandacht gevraagd in dat woordje: zie. Let er toch op. Maar niet alleen de aandacht wordt opgewekt, ook verwondering moet ons vervullen, De dochter Sions luistert met gespannen aandacht. De profeet en de boodschapper onderscheidt Zijn gestalte in Zijn schaduw. Zie . . . hij merkt Hem op. Zijn ziel stroomt vol van verwondering. Merkt gij Hem ook op? Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht. Als gij iemand verwacht, gaat ge al eens zien of hij nog niet aankomt; gij luistert gespannen of gij geen voetstappen hoort. Want het is een zaak van het hoogste belang voor u geworden. Of zijt gij nog lauw of koud voor dit heil?
In Jezaia 40 vers 10 hebben wij een gelijke gedachte: Zie, de Heere Heere zal komen tegen den sterke en Zijn arm zal heerschen, ziet Zijn loon is bij Hem en Z i jn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
Dus het heil is een persoon, blijkens onzen text. Zie, uw heil komt, zie, zijn loon is met hem.
Is dit nu het loon, dat Hij uitbetaalt? Het wordt ook genoemd: Zijne vergelding. Dit loon is bij Hem, of gaat voor Hem uit. Beide uitdrukkingen geven aan, dat Hij het bij Zijn komst meedeelt, overreikt. Men heeft wel gedacht aan de vergelding Zijner vijanden. Hij vergeldt wraak over allen, die Hem weigeren te erkennen en te ontvangen.
Maar in het verband van onzen text is het toch wel eisch de uitdrukking op te vatten als correlaat, begeleidend verschijnsel, van het komende heil.
Hij komt nooit met leege handen.
Calvijn merkt op: Jezaia heeft in dit vers tevens het oog op de veel verder verwijderde toekomst van het Evangelie.
Het is daarom noodig, dat wij de zaak meer van nabij bezien. Zijn loon is met Hem. Ziet, alles is volkomen zeker! Het is alles zeer opmerkelijk! Niet minder wonderlijk en heugelijk. Daarom verdient het alle aandacht en geloof. Zijn loon is bij Hem of met Hem. Waar Hij komt, brengt Hij loon mee. Betaalt Hij uit.
Het hier gebruikte woord wordt vertaald door: huur, vracht, belooning; als regel echter door loon.
Zijn loon is met Hem.
Dikwijls wordt het woord gebruikt voor loon.van verdiensten. Hij, noch zijn heir heeft loon gehad voor den dienst, dien hij tegen hen gediend heeft (Ez. 29 vers 18).
Verder wordt het gebruikt voor alle vergelding uit gunst of genade. Ik ben uw schild, uw loon zeer groot, sprak God tot Abraham, nadat hij de koningen had verslagen en zijn neef Lot bevrijd.
En tot Naomi wordt gezegd door Boaz: Uw loon zij volkomen van den Heere (Ruth 2 : 12).
En Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
Dit wil dus zeggen: hetgeen Hij door Zijn arbeid verdiend heeft. Zelf zegt Hij: Mijn werkloon is bij mijnen God.
Dus, wat de Heiland brengt, is Zijn loon, vrucht van Zijn arbeid, en dat brengt Hij aan de dochter Sions. Wat Hijzelf verdiende, brengt Hij mee om uit te deelen.
De dochter Sions zal dus leven van Zijn werk en verdiensten. In vers 12 blijkt dat deze opvatting de juiste is. En zij zullen ze noemen: het heilige volk, de verlosten des Heeren.
Maar is het mogelijk nader te verstaan wat dan Zijn loon, Zijn arbeidsloon eigenlijk is. Bij loon is een zeker verdrag verondersteld. Gij verhuurt u tegen zeker loon en geeft daarvoor uw arbeid en trouw.
Welnu, de Zoon, aangemerkt als Middelaar, liet zich werven om Sion te verlossen. De Vader ging een verbond met Hem aan in de stilte der eeuwigheid. Daarom heet Hij de knecht des Heeren. Zoo noemt de Vader Hem telkens in de profetie, vooral bij Jezaia. Hij heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen. Vrijwillig gaf Hij zich. E n wij beluisteren in de profetie Zijn sprake: Ik heb lust, o mijn God, om Uw welbehagen te doen, en Uwe wet is in het midden mijns ingewands.
Hij wilde gehoorzaam worden tot in den dood.
Maar, nu zal Zijn loon Hem niet ontbreken. Hij verdient er wat mee aldus des Vaders knecht te zijn. Vader, zij waren Uwe, doch Gij hebt ze Mij gegeven.
Zoo is allereerst de Kérk zelf Zijn loon. Hij mag onder hen als Koning heerschen; om verheerlijkt te worden in alle Zijne heiligen en wonderbaar in allen, die gelooven. Hij vernietigde zichzelven om tot heerlijkheid te komen.
De Vader heeft Hem Zijn loon gegeven in heerlijkheid. En Zijn eigen verdiensten dragen het merkteeken des Vaders. De gerechtigheid, die Hij verwerft, is de-gerechtigheid Gods. Zijn arbeid en dienst was zwaar tot in den vervloekten dood des kruises. Hij is geworden uit eene vrouw, onder de wet, opdat Hij degenen, die onder de wet zijn. verlossen zou. Zijn verdiensten en loon brengt Hij mee als Hij komt.
Hij aanschouwde de verdiensten, die Hij verwierf in wetsvolbrenging en verslaan des duivels. In Zijn gehoorzaamheid aan den Vader. Hij brengt Zijn rantsoen mee.
Maar, ik hoor een tegenwerping. Hoe kan Hij zóó worden aangekondigd? Moest Hij dan Zijn loon niet eerst verdienen voor Hij het kon meebrengen?
Maar, hebt gij dan vergeten, dat het lam is geslacht van vóór de grondlegging der wereld? Reeds in de bedeeling der schaduwen bracht Hij Zijn loon mee, om uit te deelen, anders had de Kerk toch niet kunnen zalig zijn.
Jakob klaagde, dat zijn oom Laban tienmaal zijn loon had veranderd, hoewel hij al zijn krachten gaf voor, de kudde en hem des daags de hitte en des nachts de koude had verteerd. Maar zoo doet de Vader niet! Hierbij weet Ik, dat Gij lust aan Mij hebt, want mij aangaande, Gij stelt mij voor U w aangezicht in eeuwigheid.
Hij komt met een volheid van genade en vrede, met gerechtigheid en leven.
Judas verkocht Hem voor het loon der ongerechtigheid, dertig zilverlingen.
Zijn loon is met Hem en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
En worden de dochteren Sions niet rijk door dit loon? Zijn verdiensten brengen ons schatten aan, die ver boven goud en zilver gaan.
Ik ben arm en ellendig en toch rijk door Zijn arbeidsloon. Nu is de Vader weltevreden en geniet ik Zijn gunst in en om Hem, wiens smarteloon ik ben; daarom zal ik zijn een parel aan Zijn kroon.
Het Kerstfeest nadert weer snel. Mijn lezer, de bezoldiging der zonde, het loon der zonde, is de dood, maar de genadegifte Gods is hét eeuwige leven door Jezus Christus onzen Heere.
Hij is omgeven door Zijn verdiensten ook nu in den hemel, als de Voorspraak bij den Vader. Daarom, vereenigd door het geloof met Hem, kan ik bestaan beide nu en als ik uit dit leven zal gaan. Dochter Sions: zie, uw heil komt!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1945
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1945
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's